Toetsweek begrijpend lezen les 4: oefenen met teksten


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 4: oefenen met teksten

VWO 3
 P3 2020-2021
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 4: oefenen met teksten

VWO 3
 P3 2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag!
Vandaag gaan we oefenen met teksten.

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 2, blz. 223-224 (boek Op niveau)
De volgende vragen gaan over tekst 2 (Ranking the stars) op blz. 223-224 van Op Niveau (Blok 5, Lezen).

Deze tekst gaat over PISA (Programme for International Student Assesment). Bekijk eerst het filmpje op de volgende slide.


Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Tekst 2, blz. 223-224
De volgende vragen gaan over tekst 2 (Ranking the stars) op blz. 223-224 van Op Niveau (Blok 5, Lezen).

Lees de tekst en beantwoord de vragen op de volgende slide.


Slide 5 - Tekstslide

Lees tekst 2 grondig. Welke manier om haar tekst in te leiden gebruikt de schrijver van deze tekst?
A
de aanleiding voor het schrijven noemen
B
het onderwerp aankondigen
C
een of meerdere vragen stellen
D
een anekdote vertellen

Slide 6 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat de schrijver bedoelt met de zin "Wat uit ... van onderwijs'. (r. 11-12)

Slide 7 - Open vraag

Schrijf in maximaal 10 woorden de hoofdzaak van alinea 2 op.

Slide 8 - Open vraag

In alinea 4 staat dat we in Nederland kiezen voor zo veel mogelijk homogene groepen in het onderwijs.
a. Wat zou de reden voor het vormen van homogene groepen in Nederland kunnen zijn volgens de tekst?

Slide 9 - Open vraag

In alinea 4 staat dat we in Nederland kiezen voor zo veel mogelijk homogene groepen in het onderwijs.
b. Vindt de schrijver homogene groepen een goed idee? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Om welke reden(en) doen Oost-Aziatische landen het goed?

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn tijgermoeders en tijgerscholen volgens jou?

Slide 12 - Open vraag

Wat bedoelt de schrijver met 'De schapen zijn doodmoe'? (r. 39)

Slide 13 - Open vraag

Hoe vat jij deze mededeling op?

Slide 14 - Open vraag

Hoe heeft de schrijver deze mededeling bedoeld?

Slide 15 - Open vraag

Zorgt prestatiegerichtheid in het onderwijs voor een hogere score op de ranglijst? Licht je antwoord toe met behulp van informatie uit de tekst.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de kernzin van alinea 5 op.

Slide 17 - Open vraag

Is geluk op school een garantie voor een hogere plaats op de ranglijst? Licht je antwoord toe met behulp van informatie uit de tekst.

Slide 18 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat de schrijver bedoelt met de zin "Goed onderwijs ... meetbare correlatie'. (r. 52-53)

Slide 19 - Open vraag

"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
a. Welke gegevens bedoelt de schrijver?

Slide 20 - Open vraag

"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
b. Zijn dit soort gegevens te gebruiken als betrouwbare argumenten? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

"Uit de gigantische berg gegevens valt van alles te halen". (r. 58)
c. Denk je dat de schrijver de berg met gegevens als betrouwbaar ziet? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat met 'het overgereguleerde onderwijs' wordt bedoeld.

Slide 23 - Open vraag

Welke aandachtspunten voor het onderwijs noemt de schrijver in haar tekst?

Slide 24 - Open vraag

Formuleer nu zelf de hoofdgedachte van deze tekst,

Slide 25 - Open vraag

Vind je de titel van de tekst (Ranking the stars) goed gekozen? Waarom wel/niet?

Slide 26 - Open vraag

Voor wie is de oproep in de laatste zin van de tekst bedoeld?

Slide 27 - Open vraag

Herken je een of meerdere kenmerken van een column in deze tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

Wat is het belangrijkste tekstdoel?
A
informeren
B
Opiniëren
C
amuseren
D
activeren

Slide 29 - Quizvraag

PISA-onderzoek
Ook in 2019 werd een PISA-onderzoek gepubliceerd. Daaruit bleek dat de leesvaardigheid en het leesplezier van 15-jarige scholieren de afgelopen jaren achteruit is gegaan. Scholieren hadden in 2018 meer moeite met tekstbegrip dan in 2015. Ook in vergelijking met leeftijdsgenoten uit 23 andere deelnemende landen.
Bekijk het fragment op de volgende slide.

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video

'Leesvaardigheid en leesplezier Nederlandse scholieren afgenomen' (NOS, 3-12-2019)

Slide 32 - Tekstslide

Op welk gebied doen de Nederlandse 15-jarigen het beter dan die uit andere deelnemende landen?

Slide 33 - Open vraag

In alinea 6 staat een signaalwoord voor uitspraak-opsomming.
a. Noteer het signaalwoord
b. Noteer de delen van het verband

Slide 34 - Open vraag

"Verder willen de ministers extra aandacht voor groepen die achterlopen, ZOALS vmbo'ers, jongens en leerlingen die met meerdere talen opgroeien."

Bij welk verband hoort het signaalwoord 'zoals' hier?
A
uitspraak-conclusie
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 35 - Quizvraag

Bij welk verband kan het signaalwoord 'zoals' ook horen?
A
uitspraak-vergelijking
B
oorzaak-gevolg
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 36 - Quizvraag

Maak nu zelf een zin waarin het signaalwoord 'zoals' voorkomt als uitspraak-vergelijking.

Slide 37 - Open vraag