KDDV

K0023 Keuzedeel digitale vaardigheden gevorderd (KDVG) 

Gijs Gasthuis
Jaap van 't Hof
Paula Scheltinga
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

K0023 Keuzedeel digitale vaardigheden gevorderd (KDVG) 

Gijs Gasthuis
Jaap van 't Hof
Paula Scheltinga

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is KDVG? (1)
Een verplicht keuzedeel 
Het sluit aan op het vak informatica, maar het is veel meer! 




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is KDVG? (2)
Leerdoelen: 
Zoeken op internet, 
onderzoek doen, 
bron vermelden, 
beoordelen betrouwbaarheid informatie, 
informatie/resultaten opslaan 
presenteren


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal programma
Periode 2 
Elke week een les met uitleg van de oefenopdrachten. 
Uitleg examen(opdrachten). 

Periode 3
Zelfstandig werken aan examenopdrachten, website en screencast. 

Lesplanner staat op CumLaude 
Hierin staat ook wanneer je wat in moet leveren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je te werk?
 Maak een plaats op je OneDrive om alle info overzichtelijk op te slaan.​
 Kies een onderwerp waar je meer over wilt weten.​
 Bedenk 3 vragen over dit onderwerp, waar je met behulp van internetbronnen een antwoord op wilt vinden.​
 Verzamel je informatie.​
Maak een digitale enquête over je onderwerp.​
​Maak een Padlet (of iets vergelijkbaars) over je onderwerp.​
​Verzamel alles in een zelf-gebouwde website​
​ Maak een filmpje waarin je de website uitlegt.







Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling
Examenopdrachten moeten voldoende zijn.
 
Voor website en screencast krijg je een cijfer.

Website en screencast tellen beide voor 50% mee.

Resultaat telt mee in zak/slaag-regeling. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesmateriaal
Lesplanner
Dictaat
Werkboek 

Op CumLaude 
Hier lever je ook alle opdrachten in

Slide 7 - Tekstslide

In het dictaat staan de vragen, in het werkboek de beknopte versie. Ze moeten wel het dictaat lezen om het werkboek goed in te kunnen vullen
1.  Mappenstructuur

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdr. 1 Mappenstructuur 
In de Cloud (OneDrive)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet jouw mappenstructuur eruit? Hoe en waar sla jij je documenten op?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdr. 1 Mappenstructuur 
Beheer van bestanden
Mappenstructuur opzetten in OneDrive 
Let op naamgeving van bestanden! 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdr. 1 Mappenstructuur 
Tips bij naamgeving:
  • Lengte: maak bestandsnaam niet te lang
  • Verboden tekens: */: < > ? | “ 
  • Begin eerst met de datum: <jaar><maand<>dag (221125)
  • Gebruik een spatie tussen de verschillende woorden of cijfers
  • Gebruik geen “underscore” ( _ ) in de titel, want die valt soms weg

Extensie: dit geeft het type bestand aan, bijvoorbeeld .docx / .pdf / .xlsx. (Dit wordt automatisch gedaan)



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdr. 1 Mappenstructuur 
Opdracht 1.1
Mappenstructuur opzetten

Opdracht 1.2
Document maken en opslaan


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Social media

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 Social media
  • Bewustwording van je eigen identiteit op internet
  • Wat plaats je op internet en wat niet? 
  • Gegevens, foto's etc. 

Privacywetgeving
Sinds 2018 is de EU wetgeving hierop strenger. 
Ken je de AVG? Heb je hier mee te maken?
Wat vind je hiervan?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 Social media
Bewustwording eigen identiteit op internet d.m.v. 4 sub-opdrachten. 

Opdracht 2.1: Internet wordt massaal gebruikt 
Opdracht 2.2: Adviezen over internetgebruik
Opdracht 2.3: Privacy-instellingen (bv. Instagram en WhatsApp)
Opdracht 2.4: Verschil tussen een mening, smaad en laster 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Onderwerp kiezen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Onderwerp kiezen
Als oefening voor je examen
 
1. Kies een onderwerp.

2. Welke 3 dingen over dat onderwerp wil je graag beantwoord zien?
(met behulp van info op het internet en vragen aan bekenden)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderwerpen kun je kiezen? 
- Kerncentrales
- Basisinkomen
- PFAS
- Pieten-discussie
- Tegeltaks
- Natura 2000
- Global warming
- Ruimtereizen
- Keuzedelen voor je opleiding
- Overstromingen
 






Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3. 
Maak opdracht 3 met behulp van de info uit je dictaat.

Zet je antwoorden in je werkboek.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen 
  • Wat is het verschil tussen een open en een gesloten vraag?




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen 
Open of gesloten?
  • Is een taart bakken moeilijk?
  • Wanneer is de taart gaar?
  • Wie plakt de band?
  • Welke soorten banden heb je?
  • Hoe maak je nacho's?
  • Wanneer voeg je de kruiden toe?

Zijn je onderzoeksvragen open of gesloten?
Open! Er zijn zo meerdere antwoorden mogelijk en levert veel informatie op. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen 
Wat zijn vraagwoorden?


Welke vraagwoorden zijn er?
De 7 W's en een H. 
7W's: wie, wat, waar, waarom, waartoe , wanneer, welke
H: hoe

Slide 24 - Tekstslide

Hoe wat waarom wie etc. 
Welke vraagwoorden zijn het meest geschikt bij het opstellen van je onderzoeksvraag in dit keuzedeel?
A
Wie en wanneer
B
Waarom en hoe
C
Hoe en welke
D
Wanneer en hoe

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen 
Op deze website vind je veel informatie die je voor dit keuzedeel nodig hebt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Onderzoeksvragen opstellen 
Lees de volgende onderzoeksvragen en geef aan of je het goede onderzoeksvragen vindt en waarom.

- Wat is het probleem?
- Heeft een elektrische auto echt zo veel bereik als dat wordt gezegd?
- Kun je zonnepanelen recyclen?
- Wat zijn de gevolgen van het opwarmen van de aarde?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderzoeksvraag is het beste?
A
Hoe leefde men na de Tweede Wereldoorlog?
B
Hoe leefden de Joden na de Tweede Wereldoorlog?
C
Hoe leefden de Joden in Nederland de eerste tien jaar na de Tweede Wereldoorlog?
D
Hoe leefden de Joden in Nederland na de Tweede Wereldoorlog?

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4. Onderzoeksvragen opstellen 
Zijn de vragen die je hebt opgesteld in opdracht 3 goed geformuleerd? 



Kijk hier zelf nogmaals naar
Laat ook een klasgenoot feedback geven
Verbeter vervolgens je vragen 


Goed geformuleerd?
Goede vraagwoorden?
Vraag specifiek genoeg?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je te werk?
 Maak een plaats op je OneDrive om alle info overzichtelijk op te slaan.​
 Kies een onderwerp waar je meer over wilt weten.​
 Bedenk 3 vragen over dit onderwerp, waar je met behulp van internetbronnen een antwoord op wilt vinden.​
 Verzamel je informatie.​
Maak een digitale enquête over je onderwerp.​
​Maak een Padlet (of iets vergelijkbaars) over je onderwerp.​
​Verzamel alles in een zelf-gebouwde website​
​ Maak een filmpje waarin je de website uitlegt.







Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. De werking van zoekmachines

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekmachines
Spiders
Programma's die over het Web reizen en webpagina's voor de zoekmachine verzamelen. Worden ook wel worm, robot, crawler of intelligent agent genoemd. 

Kans is klein dat recente berichten (nieuws) al een door een spider gevonden zijn. Daarom nieuwssite bv. news.google.nl of nos.nl
Database
Bevat alle pagina's die door de spider zijn gevonden. Je doorzoekt dus een database, niet op internet!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je een zoekmachine?
Gebruik de juiste trefwoorden en het liefst meerdere





Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5.1 Soorten informatiebronnen

  • Welke bronnen zijn er? 
  • Welke vind je betrouwbaar en welke toegankelijk? 
  • Gesponsorde koppelingen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5.2 Zoekwoorden en betrouwbaarheid
  • Zoekwoorden formuleren op basis van je onderzoeksvragen
  •  Denk hierbij aan de zoektips 


  • Hyperlinks toetsen op betrouwbaarheid m.b.v. de checklist op Webdetective

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Bronnen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding
Volgens de APA-regels
Bronvermelding op juiste manier weergeven


Betrouwbaarheid?
APA-regels hebben niets te maken met betrouwbaarheid.
Een onbetrouwbare bron kun je op een juiste manier volgens de APA-regels weergeven. Maar omgekeerd kun je bij een betrouwbare bron ook een onjuiste manier van bronvermelding doen.  

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Zoek een boek en artikel over je onderwerp. Noteer met juiste bronvermelding!

Noteer onderzoeksvraag, antwoord en bronvermelding.  

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Enquete

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale enquête
Wanneer maak je gebruik van een enquête?

Waar let je op bij het opstellen van een enquête?  


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips/vragen bij opstellen enquête
- Bedenk eerst waarom je de enquête opstelt. Wat voegt deze toe? Welke informatie mis je nog over je onderwerp? 
- Zijn enquêtevragen anders van opzet dan onderzoeksvragen? 
- Welke vraagwoorden gebruik je?
- Wat is je doelgroep? Zijn zij bekend met onderwerp of juist nog helemaal niet?
- Gebruik je gesloten of open vragen? 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Opstellen enquête 
Digitaal informatie verzamelen bij minimaal vijf respondenten

Eisen enquête:
- Minimaal 5 goed geformuleerde vragen
- Gebruik minstens 3 typen vragen (keuze, tekst, waarde)

Let op: je kunt je enquête pas uitzetten (opdracht 7.2) als deze is goedgekeurd door de docent. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Digitale tool

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale tool
De digitale tool is een aanvulling op je website
- afbeeldingen, uitspraken, video's over je onderwerp

Dit mag een Padlet zijn (mindmap)
Maar mag ook bv. Canva zijn (infographic)

Wil je een andere tool gebruiken overleg dan eerst met docent! 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Website bouwen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze