thema 6.6 Populaties

Basisstof 6

Populaties
code = 3552
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 6

Populaties
code = 3552

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
Herhaling paragraaf 4
uitleg paragraaf 6
Samenvatten
paragraaf 5 slaan we over, net als 7, 8 en 9

Slide 2 - Tekstslide

korte herhaling basisstof 4
Piramides

Slide 3 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Als je binnen een voedselketen kijkt zie je vaak dat je in de eerste schakels meer organisme nodig hebt dan in de laatste.

In een piramide van aantallen wordt dit weergegeven. 

Slide 4 - Tekstslide

schematische weergave

Slide 5 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Elk organisme draagt een bepaald aantal energierijke stoffen bijzich.

Het totale gewicht die het organisme bij zich draagt aan energierijke stoffen noemen we biomassa.

Piramide van biomassa heeft altijd een piramidevorm.

Slide 6 - Tekstslide

verschil

Slide 7 - Tekstslide

Basisstof 6
Populaties

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel basisstof 6
Je kunt de invloed van biotisch en abiotische factoren op de populatiegrootte aangeven

Slide 9 - Tekstslide

Populatie
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort.

Een populatie kan groeien maar ook krimpen. Dit hangt af van de omstandigheden. Deze schommeling heet een biologisch evenwicht

Bij de meest gunstige abiotische en biotische factoren spreken we van optimale omstandigheden

Slide 10 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

De populaties houden elkaar in stand. Als er minder konijnen zijn, is er minder voedsel voor de vossen en zullen zij uitsterven of het gebied verlaten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Klimaat
licht, tempratuur, lucht(wind) en water (neerslag) vormen samen het klimaat.

Elk organisme kan maar in bepaalde klimaten overleven. ze hebben hiervoor een maximum en een minimum.

Slide 13 - Tekstslide

Optimumkromme

Relatie tussen 2 factoren worden weergegeven in een diagram

Optimum: Ideale omstandigheden, hoogst haalbare

Slide 14 - Tekstslide

Optimumkromme

Slide 15 - Tekstslide

Tempratuur
Organisme hebben een minimale tempratuur nodig om te overleven en een maximale tempratuur. 
Tussen deze twee waardes zit het optium. Organisme vinden deze tempratuur het meest gunstigs en planten zich hier ook vaker voort.
Dit kan je zien in een optimumkromme

Slide 16 - Tekstslide

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag


Dit is een piramide van ...
A
aantallen
B
biomassa

Slide 18 - Quizvraag

Een piramide van biomassa heeft altijd de vorm van een piramide
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat laat de piramide van biomassa zien?
A
De biomassa van één dier
B
De biomassa van elke schakel
C
Het aantal dieren in een schakel

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor piramide zie je op het plaatje?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Kun je niet zien aan dit plaatje

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: toppredator Boven: consument
B
Onder: producent Boven: toppredator
C
Onder: consument Boven: producent

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 23 - Quizvraag