Minerva tekst 7b

Prudens es, quia familiariter cum servis tuis vivis.
1 / 45
volgende
Slide 1: Open vraag
LatijnMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvwoLeerroute VLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Prudens es, quia familiariter cum servis tuis vivis.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het bijv naamwoord prudens gaat volgens
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

servis tuis is een
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alii dicunt: “Servi sunt”,

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de perfectumvorm van dicunt is
A
dicerunt
B
dixerunt
C
diceverunt
D
dixiverunt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het imperfectum van sunt is
A
fuerent
B
fuerunt
C
erunt
D
erant

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tu autem: “Immo, homines
sunt!”

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

homines is in deze zin
A
nominativus mv
B
accusativus meervoud
C
accusativus enkelvoud
D
ablativus meervoud

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Et semper dicis: “Contubernales sunt”,

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

dicis is
A
praesens
B
imperfectum
C
imperativus
D
perfectum

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

putant is een
A
a-stam
B
e-stam
C
i-stam
D
mk-stam

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

alii autem putant: “Immo, servi sunt!”

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van
een Nederlandse zin met 'jegens'.

Slide 13 - Woordweb

Zie aantekening bij regel 5!
Sunt autem multa exempla crudelitatis in servos.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

multa exempla is
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus meervoud
C
accusativus enkelvoud
D
nominativus meervoud

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

crudelitatis

A
nominativus enkelvoud
B
dativus meervoud
C
genitivus enkelvoud
D
ablativus meervoud

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke naamval wordt 'licet = het is toegestaan' altijd gecombineerd?
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aliis ... cenat (r.6)
Geef de twee Latijnse woorden die een tegenstelling vormen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Et si ... est (r.6-7)

Welk Latijns woord betekent 'slaaf'?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Et si ... est (r.6-7)

Welk Latijns woord betekent 'stilte'?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Et si ... est (r.6-7)

Welk Latijns woord betekent 'straf'?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aliis servis tamquam iumentis abutimur:

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

cum discumbimus,

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alius sputa deterget,

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

alius reliquias temulentorum colligit.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

alius ..., alius ...

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Alii domini servos ministros vini esse iubent ...

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... et tum eos vestibus muliebribus ornant.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu autem recte facis, ...

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... quia servos verbis, non verberibus punis.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk klankeffect
is er in deze zin?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Servus tuus enim ex isdem seminibus ortus est ...

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... et aeque spirat, aeque vivit et aeque moritur.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stultus est.
A
Hij is dwaas.
B
Zij is dwaas.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stulta est.
A
Hij is dwaas.
B
Zij is dwaas.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Praeterea stultum est ...

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de infinitivus in regel 16-17.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Praeterea stultum est ... aestimare.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Praeterea stultum est hominem ... aestimare.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Praeterea stultum est hominem aut ex veste aut ex origine aestimare.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

meae opinionis (r.18)

opinio, opinionis
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
genitivus / ablativus

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

haec (18)
Betekenis?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Haec est summa meae opinionis: ...

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kern
van Seneca's mening?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies