H2 De notulist

Vergaderen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergaderen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je:
- welke rollen er zijn tijdens de vergadering;
- welke taken bij een rol horen;
en welke soorten verslag er zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Soorten vergadering :

Instructie/briefing, brainstorm, 
werkoverleg, conferentie, congres, 
ondernemingsraad, bestuursvergadering, 
commissievergadering, parlementsvergadering 
en teamoverleg.

Slide 3 - Tekstslide

Waar dient een vergadering voor?

Slide 4 - Woordweb

Doel vergadering

- Geven van informatie
- Vormen gezamenlijke mening
- Komen tot een besluit
- Bespreken / Verdelen van werk

Rollen
Voorzitter, secretaris, notulist en deelnemers.

Soorten vergadering
Instructie/briefing, brainstorm, werkoverleg, conferentie, congres, ondernemingsraad, bestuursvergadering, commissievergadering, parlementsvergadering, teamoverleg

Slide 5 - Tekstslide

Hoe lijkt je het om te notuleren?

Slide 6 - Open vraag

Wie, wat, wanneer 
Maak een tabel met de verschillende rollen en de bijbehorende taken.

Rollen: Voorzitter,  notulist, deelnemers.  

Denk aan taken voor, tijdens en na de vergadering

Slide 7 - Tekstslide

Voorzitter 
  1. Vooraf: Doel bepalen (en soort notule), vergader stukken inleveren, agenda opstellen, datum & tijd vaststellen.

2. Tijdens het overleg: vergadering leiden, samenvatten wat besproken is, bewaken van rollen, orde en sfeer,  overleg structureren. 

3. Na het overleg: napraten met notulist, conceptnotulen goedkeuren

Slide 8 - Tekstslide

Notulist
1. Vooraf: Zorgt voor de uitnodiging en de agenda van de vergadering.

2. Tijdens het overleg: Bijhouden wat besproken wordt, zorgen voor koffie/thee. 

3. Na het overleg: Notulen uitwerken en doorsturen, met daarbij de activiteiten- en besluitenlijst.

Slide 9 - Tekstslide

De notulist doet in principe ook mee aan de vergadering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deelnemers
  1. Vooraf: lezen de vergaderstukken, noteren evt. mededelingen.

2. Tijdens het overleg: meewerken aan inhoud en voortgang, aandacht schenken aan de notulist.

3. Na het overleg: evalueren van de vergadering, antwoord geven op vragen van de notulist, conceptnotulen in de volgende vergadering vaststellen.

Slide 11 - Tekstslide

Taken van de notulist
- Bijhouden wat er wordt besproken
-  Deelnemers uitnodigen
- Agenda voorbereiden
- Verslag maken van de vergadering.

Slide 12 - Tekstslide

Als notulist maak je een verslag van de vergadering. Welke vaardigheden komen hierbij kijken?

Slide 13 - Woordweb

Verslagsoorten
Woordelijk of uitvoerig verslag
Zo uitgebreid mogelijk. Noemt namen en exacte opmerking
Beknopt verslag of kernverslag
Per spreker of agendapunt wordt besprokene samengevat
Zeer beknopt verslag of vergadertelegram
De grote lijnen, zonder namen.
Actiepuntenlijst, besluitenlijst of afsprakenlijst
Uitsluitend actiepunten/besluiten worden genoteerd

Slide 14 - Tekstslide

In welk verslag wordt het besprokene per spreker of agendapunt samengevat?
A
Woordelijk verslag
B
Beknopt verslag
C
Zeer beknopt verslag
D
Actiepuntenlijst

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
Bekijk blz. 13 in je boek. Van welk vergaderverslag is hier sprake?

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
- welke rollen er zijn tijdens de vergadering;
- welke taken bij een rol horen;
en welke soorten verslag er zijn.

Slide 17 - Tekstslide


Doel vergadering
Informatie geven
Besluitvorming
Geven van mening
Werkverdeling of -bespreking

Rollen
Voorzitter, secretaris, notulist en deelnemers.



Soorten verslag
  • Woordelijk / uitvoerig verslag
  • Beknopt verslag / kernverslag 
  • Zeer beknopt verslag 
  • Actiepuntenlijst, besluitenlijst of afsprakenlijst

Slide 18 - Tekstslide

Ik heb de lesdoelen behaald!
(rollen/taken/soorten verslag)
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quizvraag

Wat neem je mee na deze les?

Slide 20 - Woordweb

Wat is nog onduidelijk voor je?

Slide 21 - Open vraag

Volgende week: 

De agenda

Slide 22 - Tekstslide