Formatieve toets H5 Bewegen

Proeftoets hoofdstuk 5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Proeftoets hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

In het figuur hiernaast zie je een afstand-tijddiagram met een fout erin.
Wat is er fout aan het diagram?
A
De eenheden voor afstand en tijd kloppen niet.
B
De horizontale as en de verticale as zijn verwisseld.
C
De schaalverdeling langs de afstand-as klopt niet.
D
De schaalverdeling langs de tijd-as klopt niet.

Slide 2 - Quizvraag

Een auto staat stil voor een rood verkeerslicht. Als het verkeerslicht op groen springt, trekt de auto op en rijdt na 6 s met een constante snelheid van 50 km/h.
Wat voor beweging maakt de auto in de eerste 6 s van de beweging?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 3 - Quizvraag

Als je iemand achter op je fiets hebt, wordt je remweg langer.
Hoe komt dat?
A
De beginsnelheid is dan kleiner.
B
De massa is dan groter
C
De remkracht is dan groter.

Slide 4 - Quizvraag

In het figuur hiernaast zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht.
Wat is de totale afstand die de fietser heeft afgelegd?

Slide 5 - Open vraag

In het figuur hiernaast zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht.
Hoelang heeft de fietser daarover gedaan?

Slide 6 - Open vraag

In het figuur hiernaast zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht. Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser in km/h. Schrijf de hele berekening op.

Slide 7 - Open vraag

Ilhan woont 4,5 km van school. Hij fietst in een kwartier van huis naar school.
Wat is de gemiddelde snelheid van Ilhan in km/h? Schrijf de hele berekening op.

Slide 8 - Open vraag

Bekijk dit plaatje goed.

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor beweging maakt het meisje op de scooter
A
Een eenparige beweging
B
Een versnelde beweging
C
Een vertraagde beweging
D
Ze geeft gas

Slide 10 - Quizvraag

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
v = 389 m/s
B
v = 10,8 m/s
C
v = 30 m/s
D
v = 38,9 m/s

Slide 11 - Quizvraag

Een hardloper rent 42 minuten lang.
Hoeveel uur dit?
A
t= 0,42 h
B
t= 0,7 h
C
t=2520 h
D
t=4200 h

Slide 12 - Quizvraag

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.
A
t = 3,5 h
B
t = 0,29 h
C
Drie kwartier
D
t = 2,5 h

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke grafiek(en) horen bij een eenparige beweging?
A
A en C
B
A en D
C
B en F
D
B en D

Slide 15 - Quizvraag

Je rijdt 25 m/s (of 90 km/h). Plotseling moet je remmen, je reageert na 0,8 s. Hoe veel meter heb je dan al afgelegd ?
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m

Slide 16 - Quizvraag

Toets beweging op ....
Einde

Slide 17 - Tekstslide