Les NT2 12 mei 2025 LC

Van ... naar .....?
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Van ... naar .....?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
1. ken je minimaal zes woorden/uitdrukkingen om de weg te wijzen: 
plattegrond, linksaf, rechtsaf, rechtdoor, bij de .... links/rechtsaf, loop door tot je bij de .... straat komt
2. kun je deze woorden gebruiken om iemand de weg te wijzen. 
3. kun je de weg vinden als iemand je de weg wijst.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
1. We herhalen de belangrijkste woorden uit de vorige les.
2. We doen een luister-/schrijfoefening met deze woorden.
3. We gaan oefenen met het gebruiken van deze woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Oefening 1
We gaan naar een filmpje kijken. Iemand vraagt de weg naar de bioscoop.
 Als je woorden hoort die je niet kent, steek dan je vinger op tijdens het filmpje.
Beantwoord daarna de vragen op je werkblad.
Je mag zachtjes overleggen met degene naast je.
Jullie krijgen 7 minuten de tijd.
Als je eerder klaar bent, dan mag je anderen gaan helpen.
Als iedereen klaar is, kijken we samen de oefening na.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Moeilijke woorden?

Slide 6 - Tekstslide

Oefening
Maak nu oefening 1 op je werkblad.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden oefening 1

Slide 9 - Tekstslide

En nu jullie
Hoe makkelijk of moeilijk vind je de weg wijzen?
Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 10.
1 = heel moeilijk.
10 = heel makkelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening de weg wijzen
Ik maak groepjes van twee. Ieder groepje krijgt een opdracht.
Een leerling vraagt de weg. De andere leerling wijst de weg.
De leerling die de weg heeft gevraagd, tekent de weg op de plattegrond.
Je oefent zo met de weg vragen en de weg wijzen.
Jullie krijgen tien minuten de tijd.
Eerder klaar? Dan mag je kijken bij een ander groepje. 

Slide 11 - Tekstslide

Nabespreking oefening
Hoe vonden jullie het?

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Dit plaatje betekent:
A.  Neem de tweede straat rechts
B. Ga bij de derde straat linksaf.
C. Ga alsmaar rechtdoor.
D. Ga bij de derde straat rechtsaf.

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Kunt u mij de weg wijzen naar de Luca praktijkschool?
Jazeker. U __________ de eerste weg links nemen.

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
1. Wie durft nu de weg te vragen in het Nederlands?
2. Wie durft de weg te wijzen in het Nederlands?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Maak oefening 3

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken

Slide 19 - Tekstslide

Veel plezier op Koningsdag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Boodschappen doen
De vorige keer hebben we soorten winkels geoefend, waar je boodschappen kan doen.
Op de markt heb je verschillende marktkramen, zoals de groente- en fruitkraam, de viskraam enz.
In de winkelstraat of in een winkelcentrum heb je verschillende winkels, zoals een kledingwinkel, een viswinkel, een schoenenwinkel enz.

Slide 22 - Tekstslide

De bakkerij

Slide 23 - Tekstslide

Waar kun je nog meer dingen halen? 
Als je ziek bent?
Als je je huis schoon wil maken?
Als je een cadeau wil kopen voor een kind?
Als je iets wil repareren?

Slide 24 - Tekstslide

Andere winkels
In de huishoudwinkel koop je spullen om je huis schoon te maken.
In de apotheek kun je medicijnen halen. Met een recept van de huisarts.
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je gereedschap kopen.

Slide 25 - Tekstslide

Andere winkels 2
In de speelgoedwinkel kun je speelgoed kopen voor kinderen. 
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je schroeven kopen.

Slide 26 - Tekstslide

De ijzerhandel
                                Gereedschap:
Hamer
Schroeven
Spijkers

Slide 27 - Tekstslide

Gereedschap:
de hamer, de spijker, de schroevendraaier, de schroef, de tang

Slide 28 - Tekstslide

De apotheek
Medicijnen op recept van de huisarts of het ziekenhuis.

Slide 29 - Tekstslide

De drogist
Geneesmiddelen =
Medicijnen
Shampoo 
Bodylotion enz.

Kruidvat enz.

Slide 30 - Tekstslide

Medicijnen op recept/ zonder recept

Slide 31 - Tekstslide

De huishoudwinkel

Slide 32 - Tekstslide

De huishoudwinkel
In de huishoudwinkel koop je dingen om je huis schoon te maken:
- een stofzuiger                              
- een bezem
- een mop
 - een stofdoek
- stoffer en blik

Slide 33 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
In de speelgoedwinkel kun je cadeaus kopen voor kinderen. Speelgoed zijn dingen waar kinderen mee kunnen spelen.
Een springtouw, kleurpotloden, een pop, een speelgoedauto, lego enz.



Slide 34 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
Een springtouw, een pop, een speelgoedauto, kleurpotloden,




lego 

Slide 35 - Tekstslide

Wat weten jullie nog? 
Maak opd

Slide 36 - Tekstslide