Boodschappen 9 april 2025 LB

Boodschappen 9 april 2025
Herhalen winkels vorige keer

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Boodschappen 9 april 2025
Herhalen winkels vorige keer

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je leert woorden die horen bij betalen in de winkel= afrekenen
2. Je oefent met afrekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
We maken de oefeningen van de vorige les.
We kijken de oefeningen samen na.
We gaan oefenen met afrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Afrekenen
Als je klaar bent met boodschappen doen, dan ga je betalen bij de kassa.
Je kunt contant betalen. Dat is met euromunten en/of bankbiljetten ( = papiergeld).
Je kunt ook pinnen. Dat is betalen met je bankpas.
In sommige winkels kun je ook betalen met een creditcard.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Boodschappen doen
De vorige keer hebben we soorten winkels geoefend, waar je boodschappen kan doen.
Op de markt heb je verschillende marktkramen, zoals de groente- en fruitkraam, de viskraam enz.
In de winkelstraat of in een winkelcentrum heb je verschillende winkels, zoals een kledingwinkel, een viswinkel, een schoenenwinkel enz.

Slide 9 - Tekstslide

De bakkerij

Slide 10 - Tekstslide

Waar kun je nog meer dingen halen? 
Als je ziek bent?
Als je je huis schoon wil maken?
Als je een cadeau wil kopen voor een kind?
Als je iets wil repareren?

Slide 11 - Tekstslide

Andere winkels
In de huishoudwinkel koop je spullen om je huis schoon te maken.
In de apotheek kun je medicijnen halen. Met een recept van de huisarts.
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je gereedschap kopen.

Slide 12 - Tekstslide

Andere winkels 2
In de speelgoedwinkel kun je speelgoed kopen voor kinderen. 
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je schroeven kopen.

Slide 13 - Tekstslide

De ijzerhandel
                                Gereedschap:
Hamer
Schroeven
Spijkers

Slide 14 - Tekstslide

Gereedschap:
de hamer, de spijker, de schroevendraaier, de schroef, de tang

Slide 15 - Tekstslide

De apotheek
Medicijnen op recept van de huisarts of het ziekenhuis.

Slide 16 - Tekstslide

De drogist
Geneesmiddelen =
Medicijnen
Shampoo 
Bodylotion enz.

Kruidvat enz.

Slide 17 - Tekstslide

Medicijnen op recept/ zonder recept

Slide 18 - Tekstslide

De huishoudwinkel

Slide 19 - Tekstslide

De huishoudwinkel
In de huishoudwinkel koop je dingen om je huis schoon te maken:
- een stofzuiger                              
- een bezem
- een mop
 - een stofdoek
- stoffer en blik

Slide 20 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
In de speelgoedwinkel kun je cadeaus kopen voor kinderen. Speelgoed zijn dingen waar kinderen mee kunnen spelen.
Een springtouw, kleurpotloden, een pop, een speelgoedauto, lego enz.



Slide 21 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
Een springtouw, een pop, een speelgoedauto, kleurpotloden,




lego 

Slide 22 - Tekstslide

Volgende keer
Oefeningen afmaken + nakijken: andere winkels
Met landen verder.

Slide 23 - Tekstslide