Economische beroepspraktijk les 3

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les - (samenvatting in Teams?)
  • Stakeholders - interne en externe
  • Ondernemingen en instellingen
  • Macro (DESTEP-factoren),
  • Meso (vijfkrachtemodel Porter)
  •  Micro
  • Missie, visie, doelstellingen (SMART) en strategie
  • SWOT-analyse en confrontatiematrix

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Organisatie-indelingen
  • Structuur en organisatie
  •  Mens en organisatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen profit en non-profit organisaties?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Profitorganisatie

Non-profitorganisatie
Als het maken en vergroten van winst een belangrijk onderdeel is van de doelstelling van een bedrijf
Als winst maken geen doelstelling is

Vervullen een belangrijke rol in de maatschappij
(goede doelen, sportclubs, verenigingen, religieuze organisaties)
Private sector

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen non-profitorganisaties toch aan inkomsten om te blijven bestaan?

Slide 6 - Open vraag

Hoewel non-profitorganisaties geen winst maken, hebben ze wel inkomsten nodig om te kunnen bestaan. Non-profitorganisaties verkrijgen hun inkomsten door betalende leden, donateurs, entreegelden of subsidies. De inkomsten die non-profitorganisaties ontvangen, zijn ongeveer gelijk aan de gemaakte kosten.
Private sector

Profitorganisaties
Non-profitorganisaties

Alle organisaties die geen deel uitmaken van de overheid
Publieke sector

Alle overheidsinstellingen

Denk aan: gemeenten, ministeries, waterschappen, openbare bibliotheken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sectorindeling
Bedrijven kun je verdelen op basis van het type werk dat ze doen

Primaire sector
grondstoffen en produceren van voedsel
Secundaire sector
de industrie --> verwerking van producten uit primaire sector
Tertiaire sector
dienstverlenende sector 
Quartaire sector
overheidsinstellingen

Slide 8 - Tekstslide

De primaire sector is dat deel van de economie dat zich bezighoudt met het opgraven van grondstoffen en het produceren van voedsel. Bijvoorbeeld een akkerbouwer die groenten teelt of een melkveehouder. Maar ook een bedrijf dat zich bezighoudt met oppompen van ruwe aardolie behoort tot de primaire sector.

In de secundaire sector worden producten uit de primaire sector verder verwerkt. Deze sector noem je de industrie. Zo verwerkt een melkfabriek de onbewerkte melk tot zuivelproducten. Een ander voorbeeld uit de secundaire sector is een autofabrikant. In deze tak van de industrie worden de grondstoffen ijzererts en ruwe aardolie gebruikt bij de fabricage van auto’s.

De tertiaire sector noem je de dienstverlenende sector. Een supermarkt verkoopt goederen uit de secundaire sector. De winkel produceert geen goederen, maar voegt een ‘dienst’ toe aan het product door ervoor te zorgen dat de consument het voedsel gemakkelijk kan kopen. In de tertiaire sector zitten ook bedrijven die geen producten leveren. Zij leveren alleen diensten. Een uitzendbureau dat bedrijven die medewerkers zoeken en werkzoekenden bij elkaar brengt, levert alleen een dienst.

Voor bedrijven uit de primaire, secundaire en tertiaire sector geldt dat ze streven naar winst. De quartaire sector wijkt hierin af. Tot deze sector behoren overheidsinstellingen. Er zijn twee soorten overheidsinstellingen:
Collectieve instellingen. Deze instellingen worden volledig betaald door de overheid. Voorbeelden zijn de politie, brandweer, leger en het onderwijs.
Semi-collectieve instellingen. Deze instellingen worden voor een deel betaald door de overheid én voor een deel door de mensen die gebruikmaken van deze instellingen. Voorbeeld zijn het openbaar vervoer en ziekenhuizen.
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire sector
Opgraven van grondstoffen
Produceren van voedsel (akkerbouwer die groenten teelt of een melkveehouder)
Oppompen van ruwe aardolie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire sector
De industrie

Producten worden verwerkt, bijvoorbeeld:
- melkfabriek die onbewerkte melk tot zuivelproducten verwerkt
- autofabrikant die ijzererts en ruwe aardolie gebruikt bij het maken van auto's

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire sector
De dienstverlenende sector

Supermarkten (verkopen goederen uit de secundaire sector)
Uitzendbureaus (leveren diensten)
Horeca/toerisme
Winkels
Banken etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quartaire sector
Overheidsinstellingen (streven niet naar winst), twee soorten:
  1. Collectieve instellingen: volledig betaald door de overheid: politie, brandweer, leger, onderwijs

  2. Semi-collectieve instellingen: voor een deel betaald door overheid: ziekenhuizen, openbaar vervoer
Bedrijven uit de primaire, secundaire en tertiaire sector streven naar winst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsvormen
Iedere organisatie heeft een rechtsvorm nodig. De rechtsvorm bepaalt wie de eigenaar van een bedrijf is en wie er aansprakelijk is als er schulden zijn.


Welke rechtsvormen zijn er voor bedrijven? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsvormen
De eenmanszaak
Privé- en bedrijfsbezittingen zijn één geheel
Vennootschap onder firma (vof)
Samen eigenaar van de onderneming, privé aansprakelijk voor schulden
Besloten vennootschap (bv)
zelfstandige rechtspersoon, bij schulden niet privé aansprakelijk
Naamloze vennootschap (nv)
Kapitaal is verdeeld in aandelen, iedereen kan deze kopen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer rechtsvormen
Maatschap
Vooral gekozen door artsen, tandartsen, therapeuten etc. 
Je blijft zelfstandig, maar profiteert van voordelen van samenwerken, bijvoorbeeld met een gezamenlijke praktijkruimte
Coöperatie
Een rechtsvorm waarin zelfstandig ondernemers op een deelgebied samenwerken. Een coöperatie heeft leden.
Vereninging
Maken van winst geen doelstelling. Vereniging is er om samen te werken met anderen en heeft leden
Stichting
Lijkt op een vereniging, alleen dan zonder leden die invloed kunnen uitoefenen. Stichting wordt opgericht om een bepaald doel te realiseren, met donateurs. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Privé- en bedrijfsbezittingen zijn één geheel
Opgericht om een bepaald doel te realiseren
Zelfstandige ondernemers werken op een deelgebied samen
Kapitaal is verdeeld in verhandelbare aandelen
Stichting
Coöperatie
Naamloze vennootschap
Eenmanszaak

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak nu opdracht 5 | Organisatie-indelingen - a t/m d
  • Pagina 20-21
Neem zowel vraag als antwoord over in een Word-document

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.5 Bedrijfsprocessen
In elke organisatie werken mensen samen. Dit gebeurt voor een groot deel via vaste bedrijfsprocessen. Bedrijfsprocessen zijn activiteiten van mensen die op elkaar aansluiten en zich ook telkens herhalen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 typen bedrijfsprocessen
1. Primaire processen

alle noodzakelijke activiteiten om een product te kunnen produceren of een dienst te leveren

inkopen, produceren, verkopen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 typen bedrijfsprocessen
2. Secundaire processen

Activiteiten die het primaire proces ondersteunen

personeelszaken, financiële administratie etc.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 typen bedrijfsprocessen
3. Bestuurlijke processen

Activiteiten die richting geven aan het primaire en secundaire proces. Strategische processen voor korte en lange termijn + invulling visie en missie.

bijvoorbeeld de manier waarop er wordt ingespeeld op de behoefte van klanten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Businessmodel (pagina 22)
- beschrijft kort en krachtig hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt.
- waarde creëer je doordat klanten producten of diensten willen afnemen

>>> zie document in Teams over het Business Model Canvas, jullie gaan hier straks zelf mee aan de slag!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt een businessmodel volgens jou in?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Business Model Canvas (BMC)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht (tweetallen)
  • Kies een bedrijf dat past bij je studie / je interesses
  • Neem het Business Model Canvas over 
  • Vul de blokken van het canvas in, door kort en krachtig te antwoorden op de uitgedeelde vragen
  • Presenteer jullie businessplan aan de klas!
  • Inspiratie voor aanpak: zie filmpje hierna

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag behandeld
  • Profit- en non-profitorganisaties en overheidsinstellingen
  • Sectorindeling: primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector, quartaire sector
  • Rechtsvormen: eenmanszaak, vof, bv, nv, maatschap, coöperatie, vereniging, stichting
  • Bedrijfsprocessen: primaire processen, secundaire processen, bestuurlijke processen
  • Businessmodel en Business Model Canvas




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Afronding hoofdstuk 1 (management & organisatie)
Lees hiervoor bladzijde 24 t/m 29 en noteer vragen bij datgene wat je niet snapt
Presenteren Business Model Canvas: 
Manal & Anisa & Zehra
Cendy & Ashanty 
Diana & Maureen & Asya

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies