P3 - Week 4 - Marketing - lj1 - niv4

Marketing
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 3 | Week 4
Klas Vbas4v1b & Vbas4v1c
Docent: Liza Bakhuis-Botter
                al.bakhuis-botter@alfa-college.nl
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Marketing
Jaar 1 | 2022-2023 | Periode 3 | Week 4
Klas Vbas4v1b & Vbas4v1c
Docent: Liza Bakhuis-Botter
                al.bakhuis-botter@alfa-college.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma deze week
  • Welkom/aanwezigheid
  • Afspraken

  • Planning
  • Theorie Hoofdstuk 2
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten bij Hoofdstuk 2 en uitwerken in je portfolio

  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Afspraken tijdens de les
Samen: je respecteert elkaar en laat elkaar in de waarde. Je helpt elkaar met de dingen die je lastig vindt.

Elkaar laten uitspreken: luister naar elkaar en laat de ander uitspreken. Heb je een vraag of opmerking? Steek dan je hand op.

Telefoongebruik: je telefoon gaat aan het begin van de les in je tas, tenzij anders aangegeven door je docent.

Lesmateriaal: LessonUp presentaties, PowerPoints, opdrachten en studiewijzers vind je in ItsLearning.

Opdrachten: je doet actief mee in de les en maakt de opdrachten. Je werkt zelfstandig aan je opdrachten, tenzij anders aangegeven door je docent.

Niet eten: drinken mag. Eten doe je buiten het klaslokaal.





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekencheck ✅
📚

Slide 5 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Planning
  • Periode 3 en 4: 1 uur per week marketing
  • Boek: NU Online marketing en e-commerce

  • Beoordeling:
  • Toets hoofdstuk 1 t/m 5 & toets hoofdstuk 6 t/m 8
  • 80% aanwezigheid
  • Portfolio met uitgewerkte weekopdrachten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkcheck ✅
  • Alle opdrachten van Hoofdstuk 1 zijn af en gemaakt in je portfolio (Word-document).
  • Mail mij aan het einde van de les je portfolio tot nu toe. 
  • Alle opdrachten bij hoofdstuk 2 zijn af deze week.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen hoofdstuk 2
  1. Je leert wat offline en online communicatie is. 
  2. Je kunt benoemen welke online communicatiemethoden er zijn. 
  3. Je leert je online doelgroep kennen en hoe je je doelgroep kunt bepalen. 
  4. Je kunt een marketingcommunicatieplan maken en toepassen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contentmarketing
Contentmarketing is het werven en binden van klanten met relevantie informatie (= content). 

Deze informatie kan zowel off- als online worden gegeven, maar in het algemeen word hier online content mee bedoeld. De content moet qua 'tone of voice' aansluiten bij jouw publiek.

Voorbeelden van content zijn: informatie op de eigen website, blogs/ vlogs, infographics, whitepapers en e-books, berichten en bijdragen aan discussies op social media, video's, visuals (via onder andere Pinterest en Instagram), presentaties (denk bijvoorbeeld an SlideShare), webinars, audio (bijvoorbeeld podcast en muziek) en persberichten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Remarketing
Het uiteindelijke doel van online marketing is dat de bezoekers overgaan tot actie, zoals het kopen van een product, een bestelling, een aanvraag, het downloaden van een e-book, inschrijving voor een nieuwsbrief of het bekijken van een video. Dit is conversie. 

Conversie is het percentage bezoekers dat tot een actie overgaat.

Voor de meeste websites converteert nog geen 2% van de bezoekers bij het eerste bezoek. Met andere woorden: slechts 2% van jouw bezoekers gaat daadwerkelijk over tot aankoop of actie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Remarketing
Om dit conversiepercentage te verhogen kun je remarketing inzetten.
Remarketing, ok wel retargeting genoemd, is een online marketingmethode waarmee je eerdere bezoekers van je site opnieuw benadert met gerichte beeld-, tekst- of videoadvertenties. 

Met remarketing wil je dan een deel van de overgebleven 98% converteren door middel van het tonen van bijvoorbeeld gerichte advertenties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Wie is je online doelgroep?
Bij doelgroepbepaling richt je je op de wensen van potentiële klanten. Als je dat weet, kun je je product of dienst hierop aanpassen. Het SDP-model kan je hierbij helpen. 

SDP staat voor:
  • segmenteren 
  • doelmarkt bepalen 
  • positioneren

Slide 16 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
SDP-model

Slide 17 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
2.3 Online marketingcommunicatieplan
  • Communicatiedoelgroep
  • DAGMAR-model
  • Online communicatiedoelstellingen
  • Online marketingcommunicatieplan

Slide 18 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Communicatiedoelgroep
Op wie richten we de communicatiemethode? 

De eerste groep is de marketingdoelgroep: degenen voor wie het product bestemd is: de gebruiker, bijvoorbeeld de baby. 

De tweede groep is de communicatiedoelgroep: degenen die beslissen over het te gebruiken product, bijvoorbeeld de moeders.

Marketingcommunicatie richt zich niet alleen tot de kopers of gebruikers, maar ook tot de beïnvloeders. De communicatiegroep is daarom vaak groter dan de marketingdoelgroep.

Slide 19 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Beïnvloeden van kennis, houding en gedrag

Slide 20 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Marketingcommunicatieplan

Slide 21 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Marketingcommunicatieplan
  • Wat kunnen we met een nieuwe campagne bereiken? Analyse.
  • Welke effecten wil je bereiken? (Doelstelling: verandering in kennis/ houding/ gedrag)
  • Bij welke doelgroepen?
  • Welke boodschap is daarvoor nodig, verbaal & non-verbaal (Concept, Strategie)
  • Hoe krijg je die boodschap bij de doelgroep: Middelen, met daarbij behorende Tijdsplanning & Budget.
  • Hoe effectief was deze campagne: Evaluatie

Slide 22 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Evaluatie: Het DAGMAR-model
DAGMAR is een afkorting voor:
Defining Advertising Goals for Measuring Advertising Results. 

In het Nederlands betekent dit: 
Definieer advertentiedoelstellingen om advertentieresultaten te meten.

Slide 23 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Klant doorloopt fasen in het koopproces
  • Bekendheid (brand awareness): Het percentage personen in de doelgroep dat het betreffende merk kent.
  • Begrip (betrokkenheid/ engagment): Het aantal personen in de doelgroep dat de voordelen kan aangeven van het betreffende product.
  • Overtuiging (waardering): Het aantal personen in de doelgroep dat overtuigd is van het nut van het betreffende product.
  • Actie (conversies): Het aantal personen in de doelgroep dat al tot een aankoop is overgegaan.

Slide 24 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Het DAGMAR-model
De effectiviteit van een campagne kan gemeten worden door binnen de doelgroep te meten hoe groot de percentages in de verschillende categorieën zijn. De resultaten kunnen worden weergegeven in een tabel, zoals in het voorbeeld hiernaast:

Slide 25 - Tekstslide

Koopgedrag gaat om keuzes. Koopt de klant online of offline? Welke winkel kiest hij? Naar welk artikel gaat zijn voorkeur uit? Natuurlijk denkt de klant niet over alle keuzes even lang na. De dagelijkse gang naar de supermarkt is een voorbeeld van routinematig koopgedrag: de klant maakt niet heel veel keuzes bij de aanschaf van een pak yoghurt. Wanneer een klant over een aankoop nadenkt, prijzen vergelijkt en een bepaalde winkel kiest, bijvoorbeeld een klant die kleding gaat kopen, dan noem je dit ‘beperkte besluitvorming’. Uitgebreide besluitvorming vindt plaats als de klant lang nadenkt over de juiste keuze. Het gaat dan om een product dat hij niet vaak aanschaft, bijvoorbeeld een bankstel.

Het waarneembare consumentengedrag, het gedrag van de consumenten dat je echt kunt zien, is een belangrijk element in het verkopen. Dit waarneembare gedrag bestaat uit de fasen communicatiegedrag, koopgedrag, gebruiks- en verbruiksgedrag en afdankgedrag.
Effectiviteit campagne
                                  Voor de campagne    Na de campagne
   
      
       
      
1. Bekendheid
 70%
75%
2. Begrip
 25%
30%
3. Overtuiging
10%
15%
4. Actie
5%
10%

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag! 🧑‍💻
Dit ga je doen:
📚 Lezen H2
📖 Oefenen van de begrippen hoofdstuk 2. 
✍️ Maken opdrachten H2 (t/m pagina 85)

Huiswerk:
✅ Opdrachten bij hoofdstuk 2 maken en opslaan in je portfolio. 

📖 Volgende les: Boek mee! Anders niet in de les.

Tot volgende week! 👋

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies