Blok 3 (Hfd 4)

Blok 3 (Hfd 4)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 12 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 (Hfd 4)

Slide 1 - Tekstslide

Welke landen hoorden bij de Asmogendheden?

Slide 2 - Open vraag

Welk rijtje is correct?
Bij de Geallieerden hoorden:
A
Engeland, Frankrijk, Spanje.
B
Engeland, Frankrijk, Canada.
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie, Zweden.
D
Verenigde Staten, Sovjet-Unie, Zwitserland.

Slide 3 - Quizvraag

Welke gebeurtenis was de eerste tegenvaller voor Nazi-Duitsland?
A
Aanval Polen.
B
Aanval Frankrijk.
C
Aanval Engeland.
D
Aanval Sovjet-Unie.

Slide 4 - Quizvraag

Welke twee gebeurtenissen uit 1941 zijn zeer belangrijk voor het verloop van WO II?
A
Aanval op de SU en Slag om Stalingrad.
B
Aanval op de SU en slag om Berlijn.
C
Aanval Pearl Harbor en Aanval op de SU.
D
Aanval op Pearl Harbor en D-Day.

Slide 5 - Quizvraag

Wat was een probleem voor het Duitse leger na D-Day (6-6-44)?
A
Dreigende opstanden in Frankrijk.
B
Het Duitse leger moest nu ook troepen naar het westen brengen.
C
Het Duitse leger moest nu ook troepen naar het oosten brengen.
D
Het Duitse leger moest zwaar materiaal ontwikkelen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat vonden de meeste Nederlanders van het eerste jaar Duitse bezetting (mei - dec. 1940)?
A
Zwaar, ze leden flink van de terreur en de Jodenvervolging.
B
Redelijk zwaar, mannen moesten dwangarbeid in Duitsland verrichten.
C
Best meevallen, de Duitse bezetter hield een charmeoffensief.
D
Super leuk, want eindelijk was de rechtsstaat verdwenen.

Slide 7 - Quizvraag

Welke taken van het Nederlandse verzet kan jij noemen?

Slide 8 - Open vraag

Welke zin over Nederland in WO II klopt NIET?
A
Vanaf 1943 moesten Nederlandse mannen in Duitsland werken.
B
In sept. 1944 vond operatie Market Garden plaats.
C
In de laatste winter was er hongersnood in het zuiden
D
In mei 1945 werden 'foute' Nederlanders publiekelijk vernederd.

Slide 9 - Quizvraag

Waardoor werden Joodse burgers in Duitsland niet meer als burgers gezien?
A
Door de NSDAP.
B
Door de rassenleer.
C
Door de kristallnacht.
D
Door de Rassenwetten.

Slide 10 - Quizvraag

De Jodenvervolging verliep vaak in 3 stappen. Welke drie?

Slide 11 - Open vraag

Wat is deportatie?
A
Gedwongen verhuizing,
B
Gedwongen tewerkstelling.
C
Gedwongen vluchten.
D
Gedwongen vermoord.

Slide 12 - Quizvraag

Wat bedoelen we met 'systematische' uitroeiing?
A
Op fabrieksmatige wijze verplaatsen.
B
Op fabrieksmatige wijze vermoorden.
C
Volgens een vaste volgorde vermoorden.
D
Volgens een vaste volgorde ordenen.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe reageerde de Indonesiërs op de Japanse bezetting?
A
Eerst waren ze bang maar al snel zagen ze hen als bevrijders.
B
Eerst waren ze bang maar als snel zagen ze hen als onderdrukkers.
C
Eerst zagen ze Japan als bevrijders en later als vrienden.
D
Eerst zagen ze Japan als bevrijders en later als onderdrukkers.

Slide 14 - Quizvraag

Waarom liet Nederland de kolonie Nederlands-Indië in 1949 los?
A
Door protesten van de lokale bevolking.
B
Door de jarenlange strijd in Indonesië.
C
Door politieke druk van de VN en de VS.
D
Door het stoppen van de Marshallhulp.

Slide 15 - Quizvraag