Rekentaal-optellen en aftrekken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Oefenen met rekenwoorden en getallen
Afsluiten 

Slide 3 - Tekstslide

Na de les kunnen we:
  • Jullie leren woorden en zinnen die passen bij plus en min.
  • Jullie kunnen sommen maken met plus en min en lossen ze goed op.

Slide 4 - Tekstslide

Morgen toets op de laptop

Slide 5 - Tekstslide

Warming-up!

Slide 6 - Tekstslide

eenenvijftig
A
51
B
67
C
70
D
1

Slide 7 - Quizvraag

zesentwintig
A
54
B
26
C
62
D
20

Slide 8 - Quizvraag

47
A
zevenenviertig
B
vierenzeventig
C
zevenveertig
D
zevenenveertig

Slide 9 - Quizvraag

82
A
tweeënachtig
B
tweeëntachtig
C
achtentwintig
D
tweeentachtig

Slide 10 - Quizvraag

123
A
honderddrieëntwintig
B
honderdrieëntwintig
C
drieëntwintighonderd
D
honderdrientwintig

Slide 11 - Quizvraag

2.624
A
zesentwintigduizend vierentwintig
B
tweeduizendzeshonderd vierentwintig
C
zeshonderdvierentwintig tweeduizend
D
zesentwintighonderd vierentwintig

Slide 12 - Quizvraag

Draai aan het rad!

Slide 13 - Tekstslide

+ (plusteken)
optellen
som 
erbij doen
bij elkaar doen
 het totaal
meer 
toenemen
stijgen


-(minteken)
aftrekken
min
eraf halen
weghalen
het verschil
minder 
afnemen
dalen

Slide 14 - Tekstslide

min
plus
optellen
aftrekken
totaal
verschil
erbij doen
eraf halen
toenemen
afnemen

Slide 15 - Sleepvraag

delen
keer
vermenigvuldigen
gedeeld door
verdubbelen
quotient
maal
groepjes maken
product
afnemen

Slide 16 - Sleepvraag

Doe maar 3 broodjes erbij!
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de som van 89 en 74?
A
89 + 74
B
89 - 74
C
89 x 74
D
89 x 74

Slide 18 - Quizvraag

Op de parkeerplaats staan 2 rode en 7 blauwe auto's. Bereken het totaal aantal auto's.
A
7 - 2 = 5
B
2 - 7 = 5
C
7 + 2 = 9
D
2 + 7 = 9

Slide 19 - Quizvraag

De juf woont 3 km van school en de meester woont 15 km van school. Wat is het verschil in de afstand die ze moeten fietsen?
A
15 + 3 = 18 km
B
3 + 15 = 18 km
C
15 - 3 = 12 km
D
3 - 15 = 12 km

Slide 20 - Quizvraag

Vanmiddag was het 20 graden buiten. Daarna nam de temperatuur af met 5 graden. Hoe warm is het nu?
A
20 - 5 = 15
B
20 + 5 = 25
C
5 - 20 = 15
D
5 + 20 = 25

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

keer
is
is gelijk
optellen
vermenigvuldigen
samen
som
quotiënt
product
gedeeld door
opgeteld
is hetzelfde als
minder
min
Eraf

Slide 23 - Sleepvraag

Wat heb je vandaag geleerd?
Schrijf 3 woorden op.

Slide 24 - Open vraag

Afsluiten:
  • Opruimen 
  • Op je stoel zitten
  • lesdoelen bespreken
  • Einde van de les

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide