Cursus 5 Grammatica §7 Beknopte bijzin

Verwachtingen voor de les
Schakeltijd: 
1. Mobiel in tas,                  jas uit  
2. Boek - Laptop dicht op tafel
3. Kletsen, tekenen, lezen.
5 minuten
Geluidsniveau: 
gewoon praten

timer
5:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verwachtingen voor de les
Schakeltijd: 
1. Mobiel in tas,                  jas uit  
2. Boek - Laptop dicht op tafel
3. Kletsen, tekenen, lezen.
5 minuten
Geluidsniveau: 
gewoon praten

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Netl
Cursus 5 Grammatica §7 Beknopte bijzin P. 218
Start met eenn www deetl rollen uit en een zin ontleden.
Wat is een bijzin? Wat is een beknopte bijzin? Waarom een beknopte bijzin? 

Je leert beknopte bijzinnen herkennen.

Instructievideo bekijken en bespreken
Opdracht 1 maken
Klaar? ga verder met opdracht t/m 5
Opdracht nakijken
Maak opdracht 1 t/m 5
Waarom gebruik je een beknopte bijzin? 
Opdracht 1 t/m 5 maken
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Een werkwoord deelt rollen uit: 
A. wandelen,  B. stoken ,  C. doneren
  • A. Iemand wandelt: 1 rol namelijk Ond
  • B. Iemand stookt iets: 2 rollen namelijk Ond en LV
  • C. Iemand doneert iets aan iemand: 3 rollen nl. Ond, Lv en Mv

Slide 3 - Tekstslide

Zin: De wiskundeleraar heeft ons veel te moeilijke sommen voorgeschoteld.
  • Zinsdeelproef: welke zinsdelen voor de pv?  
  • PV:
  • Ow:
  • Doen /zijn? Nw/wg?
  • Lv: ondergaat de handeling
  • Mv: werkt mee aan de handeling 
  • Bijw. bepaling

mv = aan een politieagent

bwb = weleens

Slide 4 - Tekstslide

Zin: De wiskundeleraar/heeft/ons/ veel te moeilijke sommen/voorgeschoteld.
  • Zinsdeelproef: welke zinsdelen voor de pv?  
  • PV: heeft
  • Ow: De wiskundeleraar
  • Doen: Ww. Gez.:heeft voorgeschoteld
  • Lv: veel te moeilijke sommen
  • Mv: ons
  • Bijw. bepaling

mv = aan een politieagent

bwb = weleens

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaat hier mis? 

Slide 6 - Tekstslide

Goed gebraden, eet hij het vlees.
eet=pv, hij = ow, het vlees=lv
Goed gebraden = FOUTIEF  beknopte bijzin
want het verzwegen onderwerp is niet hij, maar het vlees.
Mits de kok het (vlees) goed gebraden heeft, eet hij het vlees

Slide 7 - Tekstslide

Andere voorbeelden:
Luid vloekend loopt hij de winkel uit. 
Door wanhoop gedreven stemde ze ermee in.

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudig of samengesteld
Enkelvoudige zin: 1 persoonvorm 
Samengestelde zin: meerdere persoonsvormen
HZ: tussen ond en pv past bijna nooit iets; pv voor in de zin
BZ:  tussen ond en pv past wel iets (bv 'niet'); pv vaak achter in de zin
Een samengestelde zin bestaat uit: 
HZ en BZ, HZ en HZ, BZ en HZ

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Beknopte bijzin
ond en pv ontbreken in de beknopte bijzin
het gezegde bestaat uit een infinitief +te - te lopen, te lachen  
een voltooid deelwoord - gewerkt, gelopen, gelachen
of een onvoltooid deelwoord -werkend, lopend, lachend

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link