Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden vmbo 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Persoonsvorm 

verleden tijd van 

zwakke werkwoorden 

Zwakke werkwoorden

Veranderen niet van klank in de verleden tijd. 

Bijvoorbeeld: 

Barsten, rennen, antwoorden, hopen, plagen, lachen, weven, vissen, ontsnappen, opereren

Wat is geen zwak werkwoord?

1. Betalen
2. Lopen
3. Fietsen
4. Gapen

Sterk of zwak werkwoord?

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

stoppen

hebben

dansen

worden

schrijven

boffen

lopen

zijn

fietsen

lachen

Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

Zet in de verleden tijd, wat komt er op de stipjes?

Walter praat.. aan één stuk door over zijn vakantie in Zeeland.

1. e
2. te

Zet in de verleden tijd, wat komt er op de stipjes?

Walter en zijn vrienden fiets... in de vakantie vaak naar het strand.

1. ten
2. tten
3. te
4. tte

Zet in de verleden tijd, wat komt er op de stipjes?

De dj mix.. klassiek met r&b.

Zet in de verleden tijd, wat komt er op de stipjes?

Elke avond bereid... Walters ouders een lekkere maaltijd op de barbecue.

Schrijf de persoonsvorm van -proeven- in de verleden tijd in het enkelvoud. (ik/ jij/ hij)

Schrijf de persoonsvorm van -antwoorden- in de verleden tijd in het enkelvoud. (ik/ jij/ hij)

Schrijf de persoonsvorm van -kuchen- in de verleden tijd in het enkelvoud. (ik/ jij/ hij)

Hoe spel je de verleden tijd meervoud van grazen? (wij/jullie/zij)

1. Graasten
2. Graastten
3. Graasden
4. Graasdten

Hoe spel je de verleden tijd van storten in het meervoud? (wij/jullie/zij)

1. Storten
2. Storte
3. Stortte
4. Stortten

Spel de verleden tijd meervoud van antwoorden. (wij/jullie/zij)

1. Antwoordden
2. Antwoorde
3. Antwoorden
4. Beantwoord

Ik begrijp het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden

Ja

Een beetje

Nee

Ik snap hoe ik de zwakke werkwoorden in de verleden tijd schrijf

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandig werken

bladzijde 242 werkboek

opdrachten 

2,3,4,5

Bij vragen? Vinger opsteken

In stilte werken