Linux

Linux
Leerdoel:
Je weet wat je moet doen.
Je weet een aantal Linux Commands
Je weet hoe Linux is opgebouwd.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Linux
Leerdoel:
Je weet wat je moet doen.
Je weet een aantal Linux Commands
Je weet hoe Linux is opgebouwd.

Slide 1 - Tekstslide

Linux 
In tegenstelling tot wat vele denken is Linux geen besturingssysteem maar de "kern" (Engels: kernal) uit een besturingssysteem. Het besturingssysteem heeft geen officiele naam maar feitelijk zou je het besturingssysteem GNU/Linux moeten noemen.  Toch wordt dit GNU/Linux besturingssysteem door de meeste kortweg "Linux" genoemd.



Slide 2 - Tekstslide

Linux Distributies
Distributies
Een Linux distributie is een verzameling software die bestaat uit:
GNU/Linux, het besturingssysteem.
Een grafisch geörienteerde desktopomgeving waarbij men dan meestal kiest voor GNOME, Cinnamon, Xfce of MATE (spreek uit: mha-thee), of juist dit weglaat (en alles via de commandline bediend moet worden).
Een bepaalde verzameling appliactiesoftware zoals een webbrowser, mail- en officesoftware.
 

Slide 3 - Tekstslide

Linux Distro

Het meest wezenlijke verschil tussen de verschillende Linux distributies, vaak distro's genoemd, is de desktop environment (GNOME, Cinnamon, ...). Je zou het ook wel de "user interface" kunnen noemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Linux Flavors

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Linux vs Windows

Slide 7 - Tekstslide

Linux
Kernel

Linux is een Unix-achtig besturingssysteem. Strikt genomen bestaat Linux alleen maar uit het hart van dit operating system (de kernel). Meestal bedoelen we met Linux de kernel en alle software die reeds geschreven werd voor die kernel.De kern van het besturingssysteem die instructies verstuurt naar de CPU, randapparatuur en geheugen.

Slide 8 - Tekstslide

Linux
Simpel gezegd, de Kernel is een programma dat zorgt dat applicaties  met de hardware kunnen werken.

Slide 9 - Tekstslide

Bootloader

Het proces van het opstarten. Op een computer ziet een gebruiker de bootloader als een splashscreen tijdens het opstarten. Op een netwerkapparaat zie je een statusmelding die aangeeft dat het bootproces wordt doorlopen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Distro's
Een distributie wordt gemaakt door een bedrijf of een groep personen die een installatieprogramma, de linuxkernel en bijhorende software op een informatiedrager (CD, DVD, internet) plaatst.

Slide 12 - Tekstslide

Is Linux een OS?

Slide 13 - Open vraag

Kernel +
(sorry GNU not Gru)
GNU is besturingssysteem dat lijkt op Unix. Dit betekent dat het een verzameling is van vele programma's: toepassingen, programmabibliotheken, ontwikkelhulpmiddelen en zelfs spelletjes.
GNU wordt vaak gebruikt met een kernel genaamd Linux. Deze combinatie is het GNU/Linux-besturingssysteem.

Slide 14 - Tekstslide

Bestandsstructuur
Net zoals Windows heeft Unix een hiërarchische bestandsstructuur. Het startpunt noemt men de root (wortel, voorgesteld door "/"). Hieronder bevinden zich de directories (of "mappen"). In directory's kunnen bestanden of andere directory's worden geplaatst.
In Linux bestaan er geen "drives" (vb. "c:"), maar er worden andere schijven bevestigd (mounting) binnen het bestandssysteem. Praktisch voorgesteld zou een subdirectory eventueel een andere schijf kunnen zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Structuur
/dev:  Speciale bestanden voor de benadering van hardware.
/bin:   Deze directory bevat de meest essentiële hulpprogramma's.
/sbin: De meest essentiële hulpprogramma's voor de administrator.
/etc:   Hier worden de configuratiegegevens bijgehouden.
/tmp:  Programma's kunnen hier hun tijdelijke bestanden schrijven.
/lib:    Bibliotheken voor programma's.
/boot: Plaats waar de kernel wordt opgestart.
/var:   Various, meestal worden hier logbestanden in geplaatst.

Slide 16 - Tekstslide

Commands
Basic commands (shell, terminal, console)


pwd
ls
file
cat
cd
clear
mv
rm

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Commands
Sudo / Root?
Linux heeft een root-gebruiker, die je kunt vergelijken met de administrator op een Windows-computer. Deze root-gebruiker heeft standaard volledige toegang en rechten tot het besturingssysteem.

Om als deze (niet-root) gebruiker commando's als root-gebruiker uit te kunnen voeren, wordt gebruik gemaakt van het 'Sudo'-commando, wat staat voor 'super user do'.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe heet de mascotte van Linux?

Slide 20 - Open vraag

Daemon?
Een daemon is een programma dat op de achtergrond bewerkingen uitvoert. Het zijn processen die worden gestart bij het booten en ze maken handelingen die belangrijk zijn voor de functionaliteit van het systeem. Normaal gezien hebben deze geen interactie met de gebruiker.
Enkele voorbeelden van daemons: inetd (netwerkserver), crond (het regelmatig uitvoeren van taken), syslogd (systeemlogging), httpd (webserver),

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een Distro?

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag
  • Maak een account voor Linux Unhatched:
https://www.netacad.com/courses/os-it/ndg-linux-unhatched

Slide 23 - Tekstslide