HV1E 6 april - Werkwoordspelling

Welkom bij Nederlands
Werkwoordspelling

Nodig: tekstboek + wisbordje
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Werkwoordspelling

Nodig: tekstboek + wisbordje

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterk werkwoord
zwak werkwoord
bidden
fietsen 
worden
zijn
hebben
schrijven
lachen
dansen

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboekvorm. Eindigt vaak op '-en', behalve 'gaan', 'slaan', 'staan', 'zijn'. Deze vorm volgt ook na de woorden 'aan het' en 'te'. 
Begint vaak met 'ge-', maar niet altijd. Verandert niet als de tijd van de zin verandert. Als deze werkwoordsvorm in de zin staat, staat er ook een werkwoordsvorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden' in de zin. 
Woorden die een toestand of voortgang aangeven (terwijl het onderwerp ondertussen ook met iets anders bezig is). Verandert niet als je de tijd van de zin verandert. 
Een zin die in deze vorm staat, drukt een bevel of opdracht uit. In deze zinnen staat geen onderwerp. 
Deze vorm kun je vinden door de zin van tijd te veranderen. Woorden die dan veranderen, zijn deze werkwoordsvorm. 
Persoonsvorm 
Gebiedende wijs
Heel werkwoord / Infinitief
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om een werkwoord goed te schrijven moet je eerst bepalen wat de ______________ is.
Er zijn vijf werkwoordsvormen: ________, ________, __________,  ___________, __________.
De regel van het ex-kofschip gebruik je bij ______________________ .

Het _________________ schrijf je altijd zo kort mogelijk.

De _______________ is hetzelfde als het hele werkwoord.

Het _______________  schrijf je altijd hetzelfde: hele werkwoord + d. Je hoeft hier dus niet te letten op ____________
werkwoordsvorm
tijd en getal
od
pv, vd, inf
od, bn
de verleden tijd en het voltooid deelwoord
bn
infinitief

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

    Plaats de werkwoordsvorm in de goede kolom.
infinitief

voltooid deelwoord
glimmen

draaien
gedacht
vragen
gewezen
gefloten
worden
voorspeld

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het werkwoord naar de juiste werkwoordsvorm. Er is maar één antwoord goed.
PVTT
PVVT
VD
OD
biedt
gemonopolyd
heringericht
onderhandeld
hees
Besteedt
schud
dichtend
opgeschreven
speelde
tackelend
gebeurt

Slide 6 - Sleepvraag

Bij deze vraag -1 punt eraf per fout. 
Zal zij de zak chips weggegooid hebben?

Sleep het werkwoord naar de goede werkwoordsvorm toe.
pvtt
voltooid deelwoord
infinitief
zal
weggegooid
hebben

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag gaan wij samen met mijn moeder cupcakes bakken. 

Sleep het werkwoord naar de goede werkwoordsvorm toe.
pv
voltooid deelwoord
infinitief
gaan
bakken

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste werkwoordsvorm bij het bijbehorende werkwoord. 

Waarom moet jij zo lachen?
persoonsvorm (pv)
voltooid deelwoord
(vd)
hele werkwoord
(hele ww)

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pak je wisbordje!
  • Schrijf eerst de werkwoordsvorm op (vd, od, bn).
  • Schrijf daarachter het werkwoord.

voorbeeld:       bn - gelopen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het … (pesten) meisje meldde zich … (huilen) bij haar mentor.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het … (pesten) meisje meldde zich … (huilen) bij haar mentor.
      bn - gepeste
      od - huilend

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met een tang werd de … (verroesten) spijker uit het … (verweren) kozijn … (halen).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met een tang werd de … (verroesten) spijker uit het … (verweren) kozijn … (halen).

bn - verroeste
bn - verweerde
vd - gehaald

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de … (verwijderen) leerling … (lachen) het lokaal uit … (wandelen)?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de … (verwijderen) leerling … (lachen) het lokaal uit … (wandelen)?
bn - verwijderde
od - lachend
vd - gewandeld

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op dit pas … (aanleggen) bospad zijn vandaag al tientallen … (fietsen) toeristen … (passeren).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op dit pas … (aanleggen) bospad zijn vandaag al tientallen … (fietsen) toeristen … (passeren).

bn - aangelegde
bn - fietsende
vd - gepasseerd 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • Controleer of jouw bonustaak af is.
  • Ga oefenen bij 'Trainen' met de moeilijke stukken. 
  • Maak een oefentoets.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies