Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid
Verhouding
"De betekenis die een samenleving geeft aan de verschillen tussen mensen"
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sociale ongelijkheid
Verhouding
"De betekenis die een samenleving geeft aan de verschillen tussen mensen"

Slide 1 - Tekstslide

Iedereen in de samenleving is gelijk/heeft dezelfde kansen
Eens
Oneens

Slide 2 - Poll

Sociale ongelijkheid
Als er op basis van de verschillen tussen mensen, onderscheid gemaakt wordt tussen mensen, is er sprake van sociale ongelijkheid, het verschil doet er blijkbaar toe. Het verschil heeft consequenties voor hun waardering en behandeling

Slide 3 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid ontstaat bij een ongelijke verdeling van 'hulpbronnen'

  1. Economische hulpbronnen: geld en bezit
  2. Sociale hulpbronnen: contacten met mensen
  3. Symbolische hulpbronnen: status en aanzien
  4. Politieke hulpbronnen: macht en gezag

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de soort sociale ongelijkheid naar de juiste afbeelding.
ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen
ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen
ongelijke verdeling van economische hulpbronnen
ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen

Slide 5 - Sleepvraag

Noteer zoveel mogelijk verschillende beroepen

Slide 6 - Woordweb

Maatschappelijke ladder
We kunnen groepen mensen van elkaar onderscheiden met ongeveer dezelfde maatschappelijke positie

De verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat = sociale stratificatie

Slide 7 - Tekstslide

Maatschappelijke ladder
Maak zelf een maatschappelijke ladder waarin sociale stratificatie naar voren komt en gebruik daarin minstens 15 beroepen.

Waar plaats jij jezelf op deze ladder?


Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je nog van sociale ongelijkheid?

Slide 9 - Woordweb

Maatschappelijke ladder
De plek die je inneemt op de maatschappelijke ladder staat niet vast. Dit noemen we sociale mobiliteit. 

2 vormen van sociale mobiliteit
  • Positietoewijzing (persoon heeft er zelf geen invloed op)
  • Positieverwerving (via eigen bijdrage)

Slide 10 - Tekstslide

Iris gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
A
Nee, het gaat hier niet om sociale mobiliteit.
B
Ja, via het proces van positietoewijzing.
C
Ja, via het proces van positieverwerving
D
Ja, via het proces van positietoewijzing en positieverwerving

Slide 11 - Quizvraag

De vloer op
Er wordt gezegd dat iemands kapitaal van invloed is op de kansen die mensen later hebben.

Economisch kapitaal (geld en bezit)
Sociaal kapitaal (connecties en netwerken)
Cultureel kapitaal (kennis, houdingen en smaak)

Laat met een rollenspel concreet zien hoe dat in zijn werk gaat.

Slide 12 - Tekstslide

De vloer op
Vorm een groep van 3 à 4 leerlingen

Bedenk een scène waarbij jullie laten zien hoe kapitaal een rol kan spelen bij:
  • een sollicitatiegesprek
  • een oudergesprek met een basisschoolleraar
  • een bezoek aan de huisarts
  • bij een zelfgekozen situatie

Schrijf een bijpassend script en verdeel de rollen. 

Slide 13 - Tekstslide