H3.2 - De Romeinse samenleving

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Uitleg leerdoel 2 en 3 van 3.2
3. Aan de slag in het online werkboek + samenvatten leerdoel 4

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Uitleg leerdoel 2 en 3 van 3.2
3. Aan de slag in het online werkboek + samenvatten leerdoel 4

Slide 1 - Tekstslide

4.2 De Romeinse samenleving
3.2 De Romeinse samenleving

Slide 2 - Tekstslide

3.2 De Romeinse samenleving
Leerdoelen
1. Je weet welke sociale verschillen er waren in het rijk

2. Je kunt uitleggen hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide

3. Je weet hoe multicultureel de Romeinse samenleving was

4. Je weet hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid

5. Je weet hoe Romeinse wetten werkten

Slide 3 - Tekstslide

1. Arm en rijk
Groot verschil tussen rijk en arm, vooral in Rome (1 miljoen inwoners)

Arme mensen verhuizen naar de stad

Rijke mensen is het kleinste deel

Een op de tien inwoners is slaaf (krijgsgevangenen) -> werden slecht behandeld

Slide 4 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Uitleg leerdoel 2, 3 en 4 van 3.2
3. Aan de slag in het werkboek

Slide 5 - Tekstslide

2. Werk
Veel stadsbewoners doen aan nijverheid (producten maken)

Door de vrede bloeide de economie

Handelaren gebruikten Romeinse munten en verkochten spullen op markten

Slide 6 - Tekstslide

3. Culturen
Rome was een multiculturele samenleving met mensen uit het hele rijk

Staatsgodsdienst: ambtenaren en bestuurders moesten in de Romeinse goden geloven

Godsdienstvrijheid -> Verdraagzaamheid (toestaan van andere culturen en meningen)
-> wel de keizer vereren

Slide 7 - Tekstslide

4. Grieks-Romeins
Romeinen zijn fan van de Griekse cultuur -> Grieks-Romeinse cultuur -> er ontstaat een mix

Bijvoorbeeld de Griekse zuilen

Romanisering: verspreiden van de Grieks-Romeinse cultuur




Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Maak vragen 6, 8 en 9 van 3.2


Wat betekent elite?

Slide 9 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Herhalen leerdoelen H2 en H3
3. Oefenvragen

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik de zeven feiten (A-G) en de vier zinnen (1-4). Noteer de cijfers 1-4 met telkens oorzaak of gevolg.


A De Grieken kwamen in contact met de Romeinen.
B De Griekse bevolking begon vanaf de 8e eeuw v.C. te groeien.
C De Grieks-Romeinse cultuur ontstond.
D De handel tussen Grieken en de inwoners van Frankrijk bloeide op.
E Griekse boeren konden niet genoeg voedsel produceren.
F Grieken vertrokken per schip op nieuwe kolonies te stichten in Frankrijk.
G In Griekenland was weinig geschikte landbouwgrond.

1 Feit A was een oorzaak / gevolg van feit C.
2 Feit B was een oorzaak / gevolg van feit E.
3 Feit D was een oorzaak / gevolg feit F.

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik bron 2 en de vier conclusies (A-D).
Welke conclusies kun je trekken? Noteer de letters van de twee juiste conclusies.
(2 punten)
A Er zijn overeenkomsten tussen de Romeinse en de tegenwoordige cultuur.
B Pompeï werd beschermd door veel goden.
C Venus was de Romeinse godin van de liefde.
D Verliefde Romeinen schreven op muren over hun liefde.

Bron 2 Vertaalde tekst uit de 1e eeuw n.C. op een muur, gevonden in de Romeinse stad Pompeï.
Methe heeft Chrestus zeer lief. Ik hoop dat Venus, beschermgodin van Pompeï, ervoor
zorgt dat zij steeds in liefde mogen leven..



Slide 12 - Tekstslide

Gebruik nogmaals bron 2.
Kun je deze bron gebruiken als je informatie zoekt over godsdiensten in het Romeinse rijk?
Leg je antwoord uit.
(2 punten)

Bron 2 Vertaalde tekst uit de 1e eeuw n.C. op een muur, gevonden in de Romeinse stad Pompeï.
Methe heeft Chrestus zeer lief. Ik hoop dat Venus, beschermgodin van Pompeï, ervoor
zorgt dat zij steeds in liefde mogen leven..



Slide 13 - Tekstslide