B1 genotype en fenotype

H5 Erfelijkheid
B1 Genotype en fenotype
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Erfelijkheid
B1 Genotype en fenotype

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijkheid

Slide 2 - Woordweb

intro
  • Loop door elkaar door de klas
  • Als de muziek stopt dan vorm je een groepje van 3
  • Schrijf in 2 minuten zoveel mogelijk gezamenlijke eigenschappen op die jullie alle drie hebben



Slide 3 - Tekstslide

Welke van de genoemde eigenschappen van zojuist denk je dat erfelijk zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Venus en Serena Williams
Welke erfelijke eigenschappen zullen invloed op hun succes gehad hebben?

Slide 5 - Tekstslide

Welke erfelijke eigenschappen deel jij met een broer of zus?

Slide 6 - Tekstslide

  • Is er onderscheid tussen uiterlijk en gedrag wat betreft erfelijke eigenschappen?
  • Van welke eigenschappen is het moeilijk te bepalen of het erfelijk of aangeleerd is?
  • Hoe zou je dat kunnen onderzoeken?



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat zijn chromosomen

Slide 9 - Tekstslide

''Dat rode haar heb je van oma''

''zij heeft de ogen van haar vader'' 

''Wat lijk je toch op je moeder''

''Jij en je broer hebben dezelfde neus''

Slide 10 - Tekstslide

Genotype
Je genotype bestaat uit duizenden eigenschappen



De informatie van erfelijke eigenschappen ligt in het DNA in de celkernen

Slide 11 - Tekstslide

DNA ligt in chromosomen

Slide 12 - Tekstslide

De 23 chromosomenparen van een mens

Slide 13 - Tekstslide

Chromosomen bij andere organismen

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtschromosomen in lichaamscellen

Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom
XX
XY

Slide 15 - Tekstslide

De kans dat je een jongen of een meisje krijgt is 50/50
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dominant / recessief
Dominant => de eigenschap is altijd zichtbaar
Recessief => de eigenschap is alleen te zien, als er geen dominante eigenschap is.

Soms is er geen recessief gen, maar zijn beide genen even sterk.
Dan gaan ze mengen. Dit heet INTERMEDIAIR

Slide 22 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot
Homozygoot   => twee dezelfde genen
                              => AA --->  homozygoot dominant
                              => aa --->  homozygoot recessief
Heterozygoot => twee verschillende genen
                              => Aa
                              => je ziet de dominante eigenschap

Slide 23 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot voorbeeld
Een bruine kleur is bij konijnen dominant over de witte kleur.
Bruin is dominant  B
wit is recessief         b

homozygoot dominant BB => bruin
heterozygoot                    Bb => bruin
Homozygoot recessief   bb => wit
Zodra je weet wat er dominant/recessief is, schrijf je dit ALTIJD op. Dit is enorm handig bij het maken van opgaven

Slide 24 - Tekstslide

Kun je een voorspelling doen?
  • Mijn man Bas is slechthorend. Zijn moeder is dat ook. 
  • Zijn vader niet en ik ook niet.
  • Kunnen onze kinderen slechthorend zijn en maakt het verschil of het een jongen of een meisje is?

Slide 25 - Tekstslide

oefening
  • Het gen voor zwart haar is dominant over dat van rood haar.
  • Moeder is homozygoot rood
  • Vader is homozygoot zwart

  • Kunnen hun kinderen rood haar hebben?
  • En de kleinkinderen?

Slide 26 - Tekstslide

Als ouders gelijk fenotype hebben en een kind krijgen met een ander fenotype dan zijn de ouders beide heterozygoot

Slide 27 - Tekstslide

genotype
fenotype

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 29 - Quizvraag

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Fenotype 
Zichtbare eigenschappen van het organisme.

Het fenotype kan altijd veranderen door invloeden uit de omgeving:
*haren verven 
*bruin worden in de zomer 
*kleurlenzen dragen 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Hoe komt verandering van het fenotype tot stand?

Slide 33 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 34 - Quizvraag

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 35 - Quizvraag

Welk eigenschap heeft te maken met het fenotype?
A
Blond geverfd haar
B
Kort geknipt haar
C
Rossig haar
D
Zowel A, B als C

Slide 36 - Quizvraag

Een chromosoom bevat:
A
Één gen
B
Meerdere genen
C
Één of meerdere genen, afhankelijk van het chromosoom

Slide 37 - Quizvraag

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden

Slide 38 - Quizvraag

2 gelijke allelen (genen) voor een eigenschap noemen we:
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 39 - Quizvraag

Twee verschillende allelen (Genen)voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant

Slide 40 - Quizvraag

Als uit een rode en een witte plant, roze planten ontstaan, dan is de overerving?
A
intermediair
B
recessief
C
homozygoot
D
heterozygoot

Slide 41 - Quizvraag

Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant

Slide 42 - Quizvraag

AA is
A
homozygoot recessief
B
homozygoot dominant
C
heterozygoot

Slide 43 - Quizvraag

aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 44 - Quizvraag

Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant

Slide 45 - Quizvraag

Een recessieve eigenschap is een:
A
Eigenschap die snel tot uiting komt
B
Eigenschap die tot uiting komt als hij homozygoot voorkomt
C
Eigenschap die tot uiting komt als hij heterozygoot voorkomt

Slide 46 - Quizvraag

Spel over erfelijkheid
Op de volgende slide staat een spel over erfelijkheid dat je kunt spelen.
Hiermee kan je kijken of je alles snapt!

Slide 47 - Tekstslide

Zoek uit wat DNA te maken heeft met:
  • Kankeronderzoek
  • Stamcelonderzoek
  • Genetische manipulatie bij planten
  • Voorkomen van ernstige ziektes (CRISPR-CAS)
  • Bepalen van de sekse van baby's

opdracht klas 2

Slide 48 - Tekstslide

opdracht klas 1
  • Onderzoek hoe vaak een bepaalde erfelijke eigenschap voorkomt in de klas.
  • Verwerk de resultaten in een staafgrafiek.
  • Je mag de lijst zelf aanvullen met andere erfelijke eigenschappen



Slide 49 - Tekstslide