14 dec 1C

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Lezen 

Vandaag

Lezen

Herhaling

want en omdat

Lowan, Diglin of Disk

Luistervaardigheid

Ik ga op reis en ik neem mee ....

Waarom heeft hij een afspraak bij de dokter gemaakt?

1. Omdat hij pijn heeft aan zijn tand.
2. Om 14.00 uur in de middag.
3. Bij de dokter in Dronten.
4. Omdat hij buikpijn heeft.

Wie fietst daar voorop?

1. naar Zwolle
2. Yelda
3. de fiets
4. de brommer

naar Kampen - Wanneer - jij - ga?
Zet in de goede volgorde

loopt - Wie - in het park - er?

morgen - Hoe - gaan - naar oma - wij?

Gisteren (rekenen) zij met meester Wim.

1. rekenten
2. rekenen
3. rekenden
4. rekentenden

Vorige week (vieren) we Sinterklaas.

1. vierten
2. vierden
3. vierte
4. vierde

Vorige week (maken) wij een heerlijke taart.

1. maakte
2. maakten
3. maakde
4. maakden

Want

Ik ben te laat, want de taxi was laat.

Ik ben te laat, want mijn fiets is kapot.

Want geeft een reden.

Met de volgende zinnen maak je 1 zin door want te gebruiken.

De kat pakt de kaas.
Hij heeft honger.

Het is donker.
Het is nacht.

De kok maakt eten. Dat is zijn werk.

De kok maakt eten. Dat is zijn werk.

Ik eet geen biet. Ik vind biet vies.

Omdat

Bij omdat gaan alle werkwoorden naar het einde van de zin.

Ik ga niet naar het feestje vanavond, omdat ik ziek BEN.

Gebruik nu het woord omdat, om een goede zin te maken. 

De kat pakt de kaas.
Hij heeft honger.

Het is donker.
Het is nacht.

De kok maakt eten. Dat is zijn werk.

Ik eet geen biet. Ik vind biet vies.

Maak zelf een zin met 'omdat'.

Zelfstandig werken

Maak de oefeningen in Klare Taal over want en omdat.

Klaar dan Lowan of Diglin.