Blok 4 Opstand en verdediging

Blok 4 Opstand en verdediging
• Twee voorbeelden geven van een tactiek die Maurits bedacht in de Opstand.
• Vijf zaken noemen die soldaten nodig hebben tijdens een oorlog.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 Opstand en verdediging
• Twee voorbeelden geven van een tactiek die Maurits bedacht in de Opstand.
• Vijf zaken noemen die soldaten nodig hebben tijdens een oorlog.

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over?
Tijdens de Nederlandse Opstand of de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vochten de Nederlanders tegen de Spanjaarden. Maar hoe deden ze dat? Wat zijn slimme manieren om de vijand te verslaan? Of om het land te verdedigen? En wat zie je daarvan nog terug in ons landschap?
Er is veel veranderd in de manier van oorlog voeren. Nu kan een land oorlog voeren via het internet. Daar zijn geen soldaten voor nodig.

Oorlog
(blz 61)

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slimme Maurits
  • Maurits, zoon van Willem van Oranje, bedacht nieuwe tactiek.
  • Spaanse piekeniers tegen de Nederlandse musket.
  • Hoe werkte de tactiek van Maurits.
  • De smokkel-tactiek.

Slide 4 - Tekstslide

Slimme Maurits
Maurits was de zoon van Willem van Oranje. Hij werd in 1589 bevelhebber van het leger. Hij bedacht een nieuwe tactiek om de Spanjaarden te verslaan. Het Spaanse leger had veel piekeniers. Dat waren soldaten met lange speren met een scherpe punt of piek. De Nederlandse soldaten probeerden de piekeniers met musketten te doden. Maar een soldaat kon met zo’n musket, een vuurwapen, maar één keer schieten. Daarna moest hij zijn wapen opnieuw laden. Dat duurde twee minuten, want hij moest buskruit in de loop doen, dan watten, daarna de kogel, dan weer watten en vervolgens moest hij alles aanstampen met een laadstok. Daarna pas kon hij de lont aansteken. Genoeg tijd voor een Spaanse soldaat om een piek in zijn buik of borst te steken.
Maurits bedacht daar iets op. De eerste rij soldaten schoot en rende snel naar achteren om de musket opnieuw te laden. De tweede rij schoot. Als deze soldaten naar achteren renden om te herladen, stond de eerste rij weer klaar. Zo was er een constante stroom aan kogels die de piekeniers kon verslaan. Met deze tactiek had Maurits veel succes.
Maurits verzon meer slimme tactieken. Samen met schipper Adriaen bedacht hij in 1590 een list om Breda te veroveren. In zijn turfschip smokkelde Adriaen Nederlandse soldaten de stad in. In de nacht kropen de soldaten uit het schip en verrasten de Spaanse soldaten.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken



Opdracht 3, 5 en 6
Als je klaar bent maak je opdracht 4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genoeg voedsel?
Soldaten kunnen alleen maar oorlog voeren als ze genoeg te eten en te drinken hebben, en wanneer ze goede kleding, wapens en voldoende munitie hebben.  Tijdens de opstand moesten soldaten dit uit eigen zak betalen! 

Na 1675 werden zij bevoorraad, maar toch waren Soldaten deels zelf verantwoordelijk voor voldoende voedsel. Vanaf begin 19e eeuw hoefde dat niet meer. 

In oorlogstijd was honger ook een tactiek. Soldaten omsingelden een stad en zorgden ervoor dat er geen voedsel de stad binnenkwam. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aan de slag
M: Uitvindingen
blok 4 Opstand en verdediging
leerwerkboek blz. 65/ 66
maken opdracht 7,8 en 9
Klaar: maken opdracht 10

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 Water als verdediging
Jullie leren in deze les:
- Wat Inundatie is en waarom het niet meer wordt gebruikt
- Wat de Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam zijn, waarvoor het werd gebruikt en waarom
- Waarom Nederland na 1830 zich ging verdedigen
- Dat nepnieuws een oorlogswapen kan zijn



 




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leiden ontzet 1574 
- Spanjaarden belegeren een tijd lang Leiden
- Spanjaarden bouwden schansen (versterkte plekken van afgegraven aarde) om zich te verdedigen
- Watergeuzen staken rivierdijken door en gebieden werden onder water gezet -> inunderen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Opdracht 11 op bladzijde 67

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water als verdediging
  • Groot deel van Nederland ligt laag (onder de zeespiegel -> NAP)
  • Dammen, dijken en sluizen beschermen tegen water
  • Al vroeg werd land bewust onder water gezet om vijand tegen te houden of tegen te houden ->  Inunderen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NAP

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nederland verdedigen na 1815
  •  Nederland gaat westen meer versterken -> linies en vestingen
  • Zeker na 1830-> België apart -> NL kleiner en zwakker 
  • Vestingswet -> Afspraken over verdediging
  • Nieuwe Hollandse waterlinie en de Stelling van Amsterdam

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forten in de linies
  • Hadden vaak een gracht voor extra bescherming
  • Lagen vaak (gedeeltelijk) onder de grond of in open water
  • Voor verdediging gebruikte ze kanonnen
  • Stelling van Amsterdam was eigenlijk te laat klaar -> uitvinding vliegtuig

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1) Inunderen kon alleen in het westen van ons land
2) Inunderen kon alleen in het oosten van ons land
3) Inunderen kon zowel in het westen als oosten
A
1 is goed
B
2 is goed
C
3 is goed
D
1,2,3 zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kon die tactiek niet in het oosten van Nederland worden gebruikt?
A
Ze hadden daar geen droogmakerijen
B
Het land ligt te hoog om onder te laten lopen
C
Ze hadden daar geen dijken om door te steken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier afgebeeld?
A
Een schans
B
Een fort
C
Een terp
D
Een deel van de waterlinie.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Linie: verdedigingslijn.
bestaat uit meerdere vestingen
Vesting: versterkte steden en forten. 
Inunderen: Bewust land onder water zetten om vijand tegen te houden of te verjagen. Laatste keer WO2

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nepnieuws als wapen
  • Al vanaf oudheid gebruikt
  • Om mensen te beïnvloeden of tegenstander te verzwakken 
  • Vroeger van mond tot mond of via platen/afbeeldingen
  • Tegenwoordig krant, tv, internet, social media

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Opdracht 14, 15 , 18 en 20

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog tijd?  -> korte quiz

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom waren sluizen vaak in de buurt van een fort?
A
De sluis was een zwakke plek en het fort beschermde dat
B
De sluis beschermde het fort tegen water
C
De sluis was nodig voor de watervoorziening in het fort

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kwam het water bij inunderen tot de knieën?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: een plaats met een gracht en muur eromheen gebouwd.
A
Fort
B
Inunderen
C
Vesting
D
Schans

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1: Een fort werd vaak op een terp gebouwd om de vijand te zien aankomen.
Stelling 2: Een sluis werd gebruikt om het land onder water te kunnen zetten.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling 1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nieuwe Hollandse waterlinie ligt vooral.......
A
Rondom Amsterdam
B
Ongeveer van Muiden naar Werkendam
C
Van Amsterdam naar Rotterdam

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lagen forten vaak gedeeltelijk onder de grond?
A
Zo bleef het goed koel in de zomer
B
Om de vijand te verrassen omdat ze minder goed te zien waren
C
De vijand was dan makkelijk te zien

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies