Vragen:
1. Wie van jullie spaart?
2. Wie van jullie leent geld?
3. Hoe komt een bank aan geld?
- van de spaarders sparen bij de bank
4. Wat doet de bank vervolgens met dit geld?
5. Welke rente is hoger, de lening- of de spaarrente?, en waarom?
- de leningrente want de bank verdient aan het verschil tussen de lening- en de spaarrente