fictie les spanning h2/v2/m3

Welkom

Fictie
Spanning opbouwen
Nederlands
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Fictie
Spanning opbouwen
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Uitleg spanning in fictie 
  2. Oefening spanningstruc
  3.  spanningsboog.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke 6 spanningstrucs in een verhaal gebruikt kunnen worden. 

  • kun je herkennen en uitleggen hoe een spanningsboog in een verhaal werkt.

  • kun je bij het lezen van een verhaal de momenten van spanning en ontspanning herkennen en benoemen op welke manier de verhaalmaker voor spanning heeft gezorgd.

  • kun je zelf zorgen voor spanning in een verhaal. 

Slide 3 - Tekstslide

Spanning
  • Een verhaal is spannend als je telkens door wilt lezen of kijken. Spanning ontstaat als het verhaal vragen oproept. Bijvoorbeeld:
'Hoe gaat het verhaal verder?'
'Wat zal er met de hoofdpersoon gebeuren?'
'Hoe zal het verhaal eindigen?'


  • Dit noemen we spanningsvragen. Deze vragen zijn te vinden op open plekken in het verhaal. Wil je antwoorden op de vragen? Dan móét je wel doorlezen of -kijken! 

Slide 4 - Tekstslide

Spanningsboog
  • Een spanningsboog is een (denkbeeldige) lijn die loopt van het begin van het boek tot het eind.

  • Wanneer er een spannende situatie is, gaat de lijn omhoog en bij een ontspannen situatie gaat de lijn omlaag.

  • De schrijver bedenkt de spanningsboog zó dat jij als lezer graag doorleest

Slide 5 - Tekstslide

Zo bouw je een sterke spanningsboog
1.  Start
Een krachtige start: Een goed verhaal start je met een pakkend begin, een openingsscène die meteen de aandacht opeist

2. Conflict (confrontatie, strijd, botsing)

Spanning ontstaat als er een probleem/conflict ontstaat. 
Dit conflict kan intern (van binnenuit) ontstaan door gevoelens/gedachten/emoties als angst, onbegrip, schuldgevoel, verdriet, liefde, haat etc. 
Het conflict kan extern (van buitenaf) ontstaan door problemen/omstandigheden zoals een scheiding, moord, verdwijning etc.






Slide 6 - Tekstslide


3. Escalatie
Er ontstaan problemen/uitdagingen/obstakels
Deze problemen worden in het verhaal dikwijls steeds groter en ingewikkelder(escalatie). Hierdoor raakt een lezer geboeid en wordt het verhaal niet saai.

4. Spanning wordt verder opgevoerd, turbulentie
Door middel van allerlei trucs zoals cliffhangers, open plekken, wisseling van perspectief, versnellingen, flash-backs etc. gaat de lezer zich allerlei vragen stellen en wil die antwoord. De lezer blijft  doorlezen.

Slide 7 - Tekstslide


5. climax/hoogtepunt
Hier werk je als schrijver in je verhaal naartoe.  Het is het moment dat de steeds toenemende spanning, turbulentie eindelijk wordt opgelost. 
Dit moet natuurlijk niet te vroeg in het verhaal gebeuren (spoiler) Ook mag het  zich niet te lang blijven voortslepen in het verhaal.

6. ontknoping
Alle overgebleven vragen moeten worden beantwoord, tenzij het verhaal een vervolg krijgt( bv serie) Soms is dit in de vorm van een epiloog (apart stukje, vaak iets later in de tijd, hoe het verder ging)


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Spanningstrucs
De schrijver heeft een aantal trucs om een verhaal spannend te maken:
  1. gevaarlijke situaties (bijvoorbeeld een achtervolging)
  2. gevaarlijke ruimtes (bijvoorbeeld een verlaten park 's nachts)
  3. beschrijving van spanning bij personages ('snel kloppend hart')
  4. de antwoorden op spanningsvragen uitstellen (de ontknoping uitstellen)
  5. kleine stukjes van de ontknoping verraden (door vooruit te kijken, of door een zin als: 'Hij zou later nog veel spijt krijgen van deze keus')
  6. een hoofdstuk of aflevering eindigen met een cliffhanger (een heel spannend moment)

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de eerste scène uit de eerste film over Harry Potter.
Let op: deze scène is in het Engels, maar je hoeft niet op de taal te letten.
Welke truc gebruikt de filmmaker vooral om deze scène spannend te maken?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke truc gebruikt de filmmaker vooral om deze scène spannend te maken? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Bekijk een tweede scène uit één van de Harry Potter films.
Let op: deze scène is in het Engels, maar je hoeft niet op de taal te letten.
Welke truc gebruikt de filmmaker hier vooral om deze scène spannend te maken?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke truc gebruikt de filmmaker vooral om deze scène spannend te maken? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke 6 spanningstrucs in een verhaal gebruikt kunnen worden. 

  • kun je herkennen en uitleggen hoe een spanningsboog in een verhaal werkt.

  • kun je bij het lezen van een verhaal de momenten van spanning en ontspanning herkennen en benoemen op welke manier de verhaalmaker voor spanning heeft gezorgd.

Slide 17 - Tekstslide