4e klas Thema 2 BS3 Hormonen

H2: Voortplanting
BS 3: 
Hormonen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H2: Voortplanting
BS 3: 
Hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je herkent de werking van hormonen bij de voortplanting van de mens.

Slide 2 - Tekstslide

Hormoonklieren
Hormoonklier
maakt hormonen.

Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtshormonen
Geslachtshormonen: regelen de werking van de voortplantingsorganen:

  • Teelballen maken mannelijke geslachtshormonen (testosteron)
  • Eierstokken maken vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogeen)

Slide 4 - Tekstslide

Hypofyse
o.a.
FSH: follikelstimulerend hormoon
LH: luteïniserend hormoon
(luteus = geel)


Slide 5 - Tekstslide

Mannelijk hormoonstelsel
  1. Hypothalamus maakt GnRH
  2. Hypofyse maakt hierdoor FSH en LH.
  3. FSH zorgt voor zaadcelproductie.
  4. LH zorgt voor testosteronproductie.
  5. Testosteron zorgt ook voor zaadcelproductie, maar remt ook LH en FSH afgifte.
Binas 89A

Slide 6 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 7 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 8 - Tekstslide

Follikels
Follikels zijn blaasjes in de eierstokken. In deze follikels zitten eicellen. Follikels rijpen in de eierstokken, wanneer ze veel vocht opgenomen hebben barsten ze open. Dit noemen we de eisprong (ovulatie).

FSH: zorgt voor eicel rijping (in follikel)
LH: stimuleert follikelweefsel en de aanmaak  van oestrogeen en progesteron
Oestrogeen: zorgt voor een eisprong en stimuleert het baarmoederslijmvlies 

Slide 9 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 10 - Tekstslide

10

Slide 11 - Video

01:13
GnRH stimuleert de hypofyse tot:
A
de aanmaak van FSH en LH bij vrouwen
B
de aanmaak van FSH en LH bij mannen
C
de aanmaak van FSH en LH bij mannen en vrouwen

Slide 12 - Quizvraag

04:10
Waar zijn de cellen van Leydig gevoelig voor en wat gaan ze dan doen?
A
Ze zijn gevoelig voor FSH, ze gaan dan zaadcellen produceren
B
Ze zijn gevoelig voor FSH en ze gaan dan testosteron produceren
C
Ze zijn gevoelig voor LH en gaan dan zaadcellen produceren
D
Ze zijn gevoelig voor LH en gaan dan testosteron produceren

Slide 13 - Quizvraag

04:38
Het proces waarbij de vorming van een hormoon de vorming van een eerder hormoon REMT heet ...
A
negatieve terugkoppeling
B
positieve terugkoppeling
C
neutrale terugkoppeling
D
vooruitkoppeling

Slide 14 - Quizvraag

08:07
Wat is een follikel?
A
een andere naam voor eicel
B
een met vocht gevuld blaasje met daarin de eicel
C
een met vocht gevuld blaasje met daarin de eicel, omringd door voedingscellen

Slide 15 - Quizvraag

10:17
FSH stimuleert...
A
ontwikkeling follikel EN productie oestrogeen
B
ontwikkeling geel lichaam EN productie progesteron

Slide 16 - Quizvraag

10:26
Als er geen bevruchting is, dan
A
vervalt het geel lichaam en worden oestrogenen en progesteron niet meer aangemaakt en start de menstruatie
B
wordt het geel lichaam gestimuleerd en blijft er oestrogeen en progesteron gemaakt worden, daardoor start de menstruatie

Slide 17 - Quizvraag

04:10
Onder invloed van FSH gaan Sertoli-cellen
A
zaadproductie remmen
B
zaadproductie stimuleren
C
testosteronproductie remmen
D
testosteronproductie stimuleren

Slide 18 - Quizvraag

04:10
De cellen van Sertoli zijn gevoelig voor
A
FSH
B
LH

Slide 19 - Quizvraag

01:13
GnRH is een releasing hormoon dat ...
A
in de hypothalamus wordt gemaakt en als doelwit orgaan de hypofyse heeft
B
in de hypofyse wordt gemaakt en als doelwit orgaan de hypothalamus heeft

Slide 20 - Quizvraag

01:13
Wat is een hormoon?
A
Een signaalstof
B
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier
C
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier dat via het bloed wordt vervoerd
D
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier dat via het bloed wordt vervoerd en een werking heeft op een doelwitorgaan

Slide 21 - Quizvraag