3H Rekenen met massaverhoudingen - les 2

Rekenen aan reacties met massaverhoudingen - les 2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen aan reacties met massaverhoudingen - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- huiswerk bespreken les 1 stencilboekje (opgave 1 tm 3)
- werken aan les 2 stencilboekje (opgave 4 en 5)


Slide 2 - Tekstslide

Geef de molecuulformule van
dikoolstoftrisulfide

Slide 3 - Open vraag

Wat is de juiste naam van
NO2
A
distikstofoxide
B
stikstofdioxide
C
distikstofdioxide
D
distikstofmono-oxide

Slide 4 - Quizvraag


Wat is het antwoord van 1c?
A
1,5 gram
B
4,0 gram
C
6,7 gram
D
Sorry, niet gemaakt

Slide 5 - Quizvraag

Kijk opgave 1 en 2 na.

Slide 6 - Tekstslide


Wat is het antwoord van 3b?
A
295 L
B
0,285 L
C
285 L
D
Sorry, niet gemaakt

Slide 7 - Quizvraag


A
1,5 gram
B
4,0 gram
C
6,7 gram
D
Sorry, niet gemaakt

Slide 8 - Quizvraag

Les 2
Rekenen met massaverhoudingen en de wet van massabehoud als :
  • het geen vormings- of ontledingsreactie is, maar aan beide kanten van de pijl 2 of meer stoffen staan;
  • er sprake is van overmaat.

Overmaat: de beginstoffen zitten niet in de juiste massaverhouding samen, na de reactie blijft er een beetje van één van de beginstoffen over. 
Deze overmaat gaan we uitrekenen


Slide 9 - Tekstslide


Slide 10 - Open vraag



                    1,0               :       4,0
                    16 g                                                          ?                      36 g

Slide 11 - Tekstslide


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

8) Ines en Joy maken salmiak (NH4Cl) met 12 g waterstofchloride en 20 g ammoniak, een overmaat.
c. Bereken hoeveel salmiak ze kunnen maken.
A
17,7 gram
B
25,4 gram
C
26,3 gram
D
32 gram

Slide 15 - Quizvraag

En nu?
  • Nog vragen?
  • Ga aan de slag met opgave 9 tm 12 (wat niet af is is huiswerk)
  • opgave 11 : 10,2 gram aluminiumoxide moet 1,02 gram zijn. Dit is in de uitgedeelde boekjes, op de bestanden in magister.me en gestuurd via slack al aangepast.

Slide 16 - Tekstslide