9.4 Ziek les 1 en 2

Startopdracht:
Lezen theorie 9.4
Nakijken opdrachten

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Lezen theorie 9.4
Nakijken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

9.4 Ziek

Slide 2 - Tekstslide

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De hoornlaag is onderdeel van ...
A
opperhuid
B
lederhuid
C
onderhuidse bindweefsel

Slide 4 - Quizvraag

Welke laag slijt steeds af?
A
hoornlaag
B
kiemlaag

Slide 5 - Quizvraag

Waar is talg goed voor
A
Je huid droog houden
B
voorkomt uitdrogen v.d. huid
C
Talg is nergens goed voor
D
Je huid beschermen

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan UV straling veroorzaken op de huid van mensen?
A
huidkanker
B
blaasjes
C
bruine huid

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen 9.4?
  • Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt
  • Je kunt beschrijven hoe deze ziekteverwekkers in je lichaam komen
  • Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken
  • Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent

Slide 8 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Je komt overal in contact met bacteriën en virussen. Door sommige word je ziek.
Dit noem je ziekteverwekkers:
Bacteriën
Virussen
Komen je lichaam op 2 manieren binnen:
  1. via de slijmvliezen (mond, neus, vagina of penis)
  2. via een wondje in je huid

Slide 9 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Ziekteverwekkers:
- Bacteriën: kunnen giftige stoffen afgeven en ontstekingen veroorzaken
Bijv. longontsteking, ontstoken wond
Bacteriën delen zich
- Virussen: dringen je cellen binnen. Dan vermeerderen ze, cel gaat kapot, je voelt je ziek

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Infectie = besmetting
Infectieziekten: verkoudheid en griep
Besmet met een virus door: virus in te ademen, door iemand die besmet is aan te raken, voorwerpen aanraken die besmet zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Antigenen
Alle cellen hebben antigenen aan de buitenkant:
  • De antigenen aan de buitenkant van je eigen cellen zijn lichaamseigen
  • Ziekteverwekkers hebben andere antigenen dan jouw eigen cellen, die zijn lichaamsvreemd

Slide 15 - Tekstslide

Herkennen ziekteverwekkers
Elk virus of bacterie heeft specifieke antigenen.

Antigenen: Eiwitten op de buitenkant van cellen met een specifieke vorm

Slide 16 - Tekstslide

Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen






    Vreetcellen                                      Antistofcellen     >    Geheugencellen
                                                                  Sommige blijven over na infectie

Slide 17 - Tekstslide

Ziekteverwekkers opruimen
(Snelle weg)
-Ziekteverwekker komt binnen
-Witte bloedcel Type 1 zoekt de ziekteverwekker op.
- Witte bloedcel knuffelt de ziekteverwekker dood.

Klaar

Slide 18 - Tekstslide

Opruimen van ziekteverwekkers
(Langzame weg)
1.Ziekteverwekker komt binnen
2. witte bloedcellen zoeken passende antistof.
3. Witte bloedcel met de juiste antistof gaat delen en maakt heel veel antistoffen.
4. Antistoffen maken ziekteverwekkers onschadelijk, die worden opgeruimd door de vreetcellen 

Tijdens het zoeken van de juiste antistof word jij ziek, dit duurt een tijdje

Slide 19 - Tekstslide

Geheugencel
Een van de cellen (2) die antistoffen maakte word bewaard als geheugenspel.
Dit om volgende keer als het antigeen binnen komt snel de juiste antistoffen te maken.

Je ben immuun  

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan het werk

Maak opdracht 1 t/m 15 op blz. 153 t/m 155
timer
9:00

Slide 22 - Tekstslide

Startopdracht:
Start je laptop op en ga naar LessonUp

Slide 23 - Tekstslide

Wat is hier de antigeen?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 24 - Quizvraag

Antistoffen
A
stoffen die witte bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
B
stoffen die bloedplaatjes maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
C
stoffen die rode bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
D
stoffen die in ziekteverwekkers zitten

Slide 25 - Quizvraag

Leerdoel: Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt.
Noem deze ziekteverwekkers

Slide 26 - Open vraag

Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe deze ziekteverwekkers in je lichaam komen

Welke 2 manieren zijn dit?

Slide 27 - Open vraag

Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken
Hoe doen witte bloedcellen dit?

Slide 28 - Open vraag

Leerdoelen 9.4?
  • Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt
  • Je kunt beschrijven hoe deze ziekteverwekkers in je lichaam komen
  • Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken
  • Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent

Slide 29 - Tekstslide

Hoe word je weer beter?
Afweer
Witte bloedcellen 2 soorten
Type 1: ?
Type 2 ?

Afweerstoffen:
deze stoffen schakelen de ziekteverwekkers uit
Dit noem je antistoffen

Slide 30 - Tekstslide

Inenten 
Als je een vaccinatie krijgt wordt een een stukje van de ziekte ingespoten in je lichaam.

Hier kan je niet ziek van worden maar je lichaam kan er wel afweerstoffen tegen maken.

De volgende keer als je de ziekte echt krijgt word je niet ziek want je lichaam kan dan snel genoeg afweerstoffen maken.
Je lichaam herkent de ziekte

Slide 31 - Tekstslide

Inenten
Zonder inenten kun je aan sommige ziektes overlijden als je ze krijgt.


Slide 32 - Tekstslide

Aan het werk 
Maak opdracht 16 t/m 23  op blz. 159 t/m 162
timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Wat gebeurt er in ons lichaam bij een inenting?

Slide 34 - Open vraag

Voorbereiden Repetitie H9
Bekijk de leerdoelen: welke vind je nog lastig?
Oefenen  door zelf te kiezen uit: 
- test jezelf te maken
- oefentoets digitale methode te maken
- samenvatten in de methode  te maken
- zelf samenvatting/ woordweb maken
- slim stampen (begrippen oefenen) in de digitale methode

Gebruik je boek, aantekeningen en de LessonUp lessen!

timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide