Thema 3: paragraaf 3.5 & 3.6 (kader) + 3.6 (basis) (max)

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Afweer en gezond leven

Startopdracht

Pak je laptop en kies zelf welke paragraaf je graag wil lezen uit het boek !!

                      Lesdoelen

Na deze les:

1. Je kunt beschrijven hoe je je tegen ziekteverwekkers kunt beschermen.

Allergie

Bij sommige mensen reageert het afweersysteem, niet op ziekteverwekkers, maar ook op andere lichaamsvreemde stoffen bijvoorbeeld stuifmeel of pinda. Dan heb je een allergie.

Als je deze stof dan inademt, inslikt of aanraakt krijg je een allergische reactie.  

Ziekteverwekkers

Van sommige bacteriën en virussen kun je ziek worden. Dit noem je ziekteverwekkers.

Je lichaam houdt ziekteverwekkers tegen:

• met de huid: kunnen ze niet door heen
• met de slijmvliezen: in de neus blijft ze aan je neusslijmvlies plakken
• met zoutzuur: het zoutzuur maakt bacteriën dood bijvoorbeeld door je maagsap

Aanval

Als er toch een virus of bacterie binnenkomt,

ontstaat er een infectie. Het afweersysteem of immuunsysteem wordt dan actief en gaat de ziekteverwekkers bestrijden

Immuniteit

Natuurlijk: lichaam maakt antistoffen en valt de ziekteverwekker aan

Kunstmatig: antistoffen van buiten af, vaccinatie (verzwakte ziekteverwekker injecteren)

Afweer door witte bloedcellen

• Witte bloedcellen die insluiten
• Witte bloedcellen die antistoffen maken; speciale stoffen die tegen 1 bepaalde ziekteverwekker werken
• Witte bloedstoffen 'onthouden' welke antistof nodig was (bijv. waterpokken)
• Je wordt dan maar 1x ziek, daarna ben je immuun

Inetingen

Inentingen kunnen je ook immuun maken

• Na infectie met deze ziekteverwekker, kunnen witte bloedcellen snel antistof maken
• Je wordt dan niet of minder ziek
• Voorkomen dat ziekten zich meer verspreiden

BMR-prik bij kinderen

• Bof
• Mazelen
• Rode hond

DKTP-prik bij kinderen

Difterie

Kinkhoest

Tetanus

Polio

Ziekteverwekkers

In afbeelding 1 zie je zwemmerseczeem, deze infectie wordt veroorzaakt door een schimmel.

In afbeelding 2 zie je een spoelworm waarvan je ziek kunt worden.

Virussen, bacteriën, schimmels en dieren die je ziek kunnen maken, noem je ziekteverwekkers.

Ook van bepaalde stoffen kun je ziek worden.

Bloeddruk

Het krachten pompen van het bloed door je slagaders. 

Als je je inspant of opwindt, stijgt je bloeddruk tijdelijk. In rust daalt hij weer. 

Langdurige hoge bloeddruk beschadigd de wanden van de slagaders. 

Slagaderverkalking

Als de wand van de slagader is beschadigd, kunnen witte bloedcellen en vettige stoffen uit het bloed in de wand komen.

Uiteindelijk wordt de verdikking hard door kalk. Dit noem je slagaderverkalking.  

Aan het werk & huiswerk

Maak de opdrachten van paragraaf 3.5 en 3.6 

Basis: 3.6: Opdracht 1 t/m 6 

Kader: 3.5: Opdracht 1 t/m 8 + 3.6: opdracht 1 & 5 t/m 8

Ben je klaar bekijk een filmpje op teams van dit hoofdstuk. 

Je mag op fluisterniveau met elkaar overleggen

www.google.com