Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
herhaling grammatica zinsdelen en woordsoorten
Zinsdelen
Weet je het nog?
pv, ww gez, ow, lv, mw, bijw.bep.
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zinsdelen
Weet je het nog?
pv, ww gez, ow, lv, mw, bijw.bep.
Slide 1 - Tekstslide
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 2 - Open vraag
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 3 - Open vraag
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Wat is het onderwerp?
Slide 4 - Open vraag
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 5 - Open vraag
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 6 - Open vraag
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 7 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is de persoonsvorm?
Slide 8 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 9 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is het onderwerp?
Slide 10 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 11 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 12 - Open vraag
Wie ruimt na de les het lokaal op voor de docent?
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
gaf
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
gaf
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
gaf
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
op Valentijnsdag
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
op Valentijnsdag
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het de bijw. bepaling?
Aan de leuke vrouw gaf de verliefde man een fles wijn op Valentijnsdag.
A
de verliefde man
B
aan de leuke vrouw
C
een fles wijn
D
op Valentijnsdag
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
Aaron
B
kan
C
kan uitleggen
D
de persoonsvorm
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
Aaron
B
kan
C
kan uitleggen
D
de persoonsvorm
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
Aaron
B
kan uitleggen
C
aan de rest van de klas
D
de persoonsvorm
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
vandaag
B
kan uitleggen
C
aan de rest van de klas
D
de persoonsvorm
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
vandaag
B
kan uitleggen
C
aan de rest van de klas
D
de persoonsvorm
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de bijw. bepaling?
Kan Dezley vandaag aan de rest van de klas de persoonvorm uitleggen?
A
vandaag
B
kan uitleggen
C
aan de rest van de klas
D
de persoonsvorm
Slide 25 - Quizvraag
Vrijdag toets over zinsdelen
Je moet kunnen uitleggen wat het is, hoe je het kunt vinden en in een zin kunnen aanwijzen:
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp (gramm. 3 les 1)
bijwoordelijke bepaling (gramm 3. les 2)
(voor havo: naamwoordelijk gezegde = gramm. 3 les 3).
Dan kun je alle zinsdelen uit een zin benoemen.
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Oefenen grammatica zinsontleding tot bwb
February 2025
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Oefenen grammatica zinsontleding tot bwb
March 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
grammatica zinsontleding tot bwb
March 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
herhaling grammatica zinsdelen en woordsoorten
March 2025
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Grammatica
January 2020
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica
January 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
October 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
October 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education