D - grammaire et écrire

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui, 

c'est le...

Aujourd'hui, c'est le ...

aaObjectif: Aan het einde van de les leer je de juiste lidwoorden in het Frans te gebruiken (schrijfvaardigheid).

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?

- Chapitre 1: Salut, c'est moi! 

- D (grammaire) - explication 

- Au travail

Exercise 9 à 12

1. Oriëntatie

2. Globaal lezen (inleiding en tussenkopjes)

3. Gedetailleerd lezen

B - Lire (p. 26)

SO Français

Le vocabulaire A & B - page 52

Phrases-clés (zinnen) C - page 54

Grammaire D (het lidwoord) - page 55

                Prend des notes!

Tekst

Au travail

Devoirs (huiswerk) - Vendredi 12 octobre septembre

Maken: D (grammaire et écrire) -  exercice 16 jusqu'à 19

Les devoirs

Vendredi 12 octobre

- Faire exercice seize (page 32 dans le livre)

- Apprendre (leren) - vocabulaire A & B (p. 52) + zinnen C (p. 53) + grammaire D (p. 54 + aantekeningen)

Wat is GEEN lidwoord?

1. de
2. een
3. het
4. mijn

Het lidwoord 'le' is:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. meervoud
4. onzijdig

welk lidwoord?
.....piscine

1. le
2. la
3. un
4. une

welk lidwoord?
.....famille

1. le
2. la
3. les
4. l'

Wat is het juiste lidwoord voor
___ oncle?

1. le
2. la
3. l'

welk lidwoord?
......hôtel

1. le
2. la
3. un
4. une

welk lidwoord?
......vacances

1. le
2. la
3. les
4. l'

De lidwoorden de en het

de campings

1. les campings
2. la camping
3. l'camping
4. le camping

Un = een lidwoord. Welk lidwoord is ook mannelijk enkelvoud?

1. la
2. le
3. les
4. un

welk lidwoord?
......chiens

1. le
2. la
3. les

welk lidwoord?
......garçon

1. le
2. la
3. les
4. l'

het restaurant - ... restaurant (m)

het terras - ... terrasse (v)

het ziekenhuis - ... hôpital (m)

Hoe zet je in het Frans een zelfstandig naamwoord in het meervoud?

de vriendinnen - ... amies (mv)

Au travail!
Prêt? Slim stampen 

En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Les devoirs 1HV

Mercredi 2 septembre   

Faire (maken): D (grammaire), exercices 16 jusqu'à 19

Apprendre (leren) 

Le vocabulaire A & B - page 52

Phrases-clés (zinnen) C - page 54
/ Grammaire D (het lidwoord) - page 55

La conversation

• Groeten
• Vragen hoe iemand heet & antwoorden
• Vragen hoe het gaat & antwoorden
• Vragen waar iemand woont & antwoorden
• Vragen wat iets is (voorwerp) & antwoorden
• Afscheid nemen

1HV4

1HV2