Les 2: werkwoordspelling voltooid deelwoord H1f

Extra les 2 - H1f
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: spellingsregels
  • Aan de slag! Werkwoordspelling via Learnbeat.
  • Tot slot: quiz in Kahoot.


timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Extra les 2 - H1f
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: spellingsregels
  • Aan de slag! Werkwoordspelling via Learnbeat.
  • Tot slot: quiz in Kahoot.


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd om..
...drie verschillende werkwoordsvormen te herkennen in een zin (persoonsvorm, infinitief, voltooid deelwoord).
...deze vormen te spellen volgens de regels.
...de factoren te gebruiken (tijdproef en getalproef) om de persoonsvorm te vinden in de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...de regels voor de verleden tijd herhalen.
...leren hoe je het voltooid deelwoord kunt herkennen.
...leren hoe je het voltooid deelwoord moet schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm (+ t)
infinitief (wij-vorm)

"lopen" als trucje invullen.

Ik loop - hij loopt
Ik word - hij wordt
Ik beantwoord - hij beantwoordt


Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Terugblik: de persoonsvorm in de verleden tijd
ik-vorm + te(n)
ik-vorm + de(n)

Gisteren rustte ik uit van een voetbaltraining. (ik-vorm + te)
Gisteren beantwoordde ik mijn mail. (ik-vorm + de)




Slide 6 - Tekstslide

De pizza (branden, tt) aan.

Slide 7 - Open vraag

Mijn broertje (gamen, tt) een uur per dag.

Slide 8 - Open vraag

Het nieuwtje (verspreiden, vt) zich snel door de school.

Slide 9 - Open vraag

Ik (beven, vt) van angst in de achtbaan.

Slide 10 - Open vraag

Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Het gebeurt vandaag.   (gebeurt = persoonsvorm)
Het is vandaag gebeurd. (gebeurd = voltooid deelwoord)

Ik beantwoord de mail.    (beantwoord = persoonsvorm)
Ik heb de mail beantwoord.   (beantwoord = voltooid deelwoord)

Ik vertel een verhaal.   (vertel = persoonsvorm)
Ik heb een verhaal verteld.    (verteld = voltooid deelwoord)

Slide 11 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?
  1. Maak het woord langer in de vertelden tijd
  2. Gebruikt 'T eX KoFSCHiP

De plannen zijn gewijzig...   1. Gisteren wijzigde ik de plannen   2. stam = wijziG  ---> gewijzigD       
Zijn nummer is geblok...       1. Gisteren blokte ik zijn nummer     2. stam - blokK    ----> geblokT

Slide 12 - Tekstslide

Ga naar Kahoot
Doe mee met de quiz! Winnaar verdient een sticker!

Slide 13 - Tekstslide

Einde van deze les

Slide 14 - Tekstslide