1. Je kunt verschillende stromingen binnen de wetenschapsfilosofie
herkennen, zoals het logisch positivisme en het falsificationisme en kunnen
uitleggen.
2. Je moet filosofen zoals Popper, Kuhn, en Feyerabend kunnen koppelen aan
belangrijke wetenschapsfilosofische theorieën en ideeën.
3. Je moet kunnen uitleggen welke rol wetenschappelijke methoden spelen in
het verkrijgen van kennis, en waarom wetenschapsfilosofen verschillende
meningen hebben over wat wetenschap is en hoe deze zou moeten
functioneren.