wetenschapsleer rechtvaardiging

Lesdoelen:
1. Je kunt  verschillende stromingen binnen de wetenschapsfilosofie
herkennen, zoals het logisch positivisme en het falsificationisme en kunnen
uitleggen.

2. Je moet filosofen zoals Popper, Kuhn, en Feyerabend kunnen koppelen aan
belangrijke wetenschapsfilosofische theorieën en ideeën.

3. Je moet kunnen uitleggen welke rol wetenschappelijke methoden spelen in
het verkrijgen van kennis, en waarom wetenschapsfilosofen verschillende
meningen hebben over wat wetenschap is en hoe deze zou moeten
functioneren.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen:
1. Je kunt  verschillende stromingen binnen de wetenschapsfilosofie
herkennen, zoals het logisch positivisme en het falsificationisme en kunnen
uitleggen.

2. Je moet filosofen zoals Popper, Kuhn, en Feyerabend kunnen koppelen aan
belangrijke wetenschapsfilosofische theorieën en ideeën.

3. Je moet kunnen uitleggen welke rol wetenschappelijke methoden spelen in
het verkrijgen van kennis, en waarom wetenschapsfilosofen verschillende
meningen hebben over wat wetenschap is en hoe deze zou moeten
functioneren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de dominante filosofische stroming in de Wiener Kreis, waar Carnap, Neurath en Schlick toe behoorden?
Noem 2 kenmerken van deze stroming.

Slide 2 - Open vraag

Waarom werden volgens de logisch-positivisten veel sociale en geesteswetenschap uitgesloten van het mogen doen van waarheidsclaims? Leg dit uit adhv het voorbeeld:
theologie als wetenschap en de cognitieve uitspraak: "God bestaat!"

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Wat is het verschil tussen de context van de ontdekking en de context van de verantwoording? Leg dit uit adhv een appel die op Newtons hoofd viel in relatie tot zwaartekracht.

Slide 5 - Open vraag

Wolf 1 heeft scherpe snijtanden, 2 ook en 3 ook.
Alle wolven hebben scherpe snijtanden!
Hoe heet deze denkstap en welke methode past hierbij om de waarheid van de hypothese te toetsen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de aanvulling van Hempel op de methode verificatie?
A
constipatie
B
falsificatie
C
devaluatie
D
confirmatie

Slide 7 - Quizvraag

P1 Alle roofdieren hebben scherpe snijtanden. P2Een wolf is een roofdier. C Dus een wolf heeft scherpe snijtanden. Deze denkstap heet:

Slide 8 - Open vraag

Wat houdt het demarcatieprobleem in volgens Popper?

Slide 9 - Open vraag

Waarom is verificatie (of confirmatie) niet het juiste uitgangspunt om tot gedegen wetenschappelijke kennis te komen en wat stelt Popper als alternatief voor?

Slide 10 - Open vraag

Wat heb ik deze les inhoudelijk vooral geleerd?
Noem 2 zaken:

Slide 11 - Open vraag

Kijk naar de kennen/kunnen lijst.
Welke wetenschapsfilosoof moet volgende les vooral nog behandeld worden?
A
Kuhn
B
Hempel
C
Popper
D
Feyerabend

Slide 12 - Quizvraag

Kun je wetenschappelijk bewijzen dat Jezus heeft bestaan? (En... Welke methode gebruik je dan?)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video