5.d beeldspraak

5.d beeldspraak
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.d beeldspraak

Slide 1 - Tekstslide

Programma


-Nakijken + controleren huiswerk


10 min
-Herhalen paragraaf C
5 min
-Paragraaf D

-Zelfstandig werken
10 min

40 min
-Huiswerk 



5 min


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet welke verschillende vormen van beeldspraak er zijn en hoe ik ze kan herkennen.
  • Ik kan verschillende vormen van beeldspraak herkennen in gedichten.
  • Ik kan reflecteren op het gebruik van beeldspraak in gedichten.
  • Ik kan zelf beeldspraak gebruiken in een gedicht. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je doen om opvallend te schrijven?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een tegenstelling en een paradox?

Slide 6 - Open vraag

Opvallend schrijven

Tegenstellingen;
Aanspreken;
Overdrijven;
Afzwakken;
Herhalen;
Opsommen.

Slide 7 - Tekstslide

Beeldspraak
blz 134-135

Zuivere metafoor;
Personificatie;
Synesthesie;
Symbool. 

Slide 8 - Tekstslide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: hoofstuk 5 paragraaf E, opdracht 1, 3 t/m 8. 
VWO: hoofstuk 5 paragraaf D, 3 t/m 9. 
Hoe?
HAVO: oefenboek blz 90-91.
VWO: oefenboek blz 96-98.
Handboek blz 134-135.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 9:45.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende week.

Slide 9 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet welke verschillende vormen van beeldspraak er zijn en hoe ik ze kan herkennen.

Ik kan verschillende vormen van beeldspraak herkennen in gedichten.
Ik kan reflecteren op het gebruik van beeldspraak in gedichten.
 

Ik kan zelf beeldspraak gebruiken in een gedicht. 

Slide 10 - Sleepvraag