Fictie: kijkfragement H 7 en 8

Fictie
Onderwerp: spanning en vertelperspectieven


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie
Onderwerp: spanning en vertelperspectieven


Slide 1 - Tekstslide

Ik weet wat vertelperspectieven zijn en ik weet dat een verhaal op verschillende manieren spanning op kan wekken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Fragment
Jullie gaan kijken naar een fragment uit de serie ‘Penoza V’. Tijdens het fragment krijgen jullie vragen over spanning en vertelperspectieven. 

Luister en kijk goed naar dit fragment. 

Slide 3 - Tekstslide

5

Slide 4 - Video

01:47
Welk woord past bij dit fragment?
A
spanning
B
sensatie

Slide 5 - Quizvraag

02:43
Op welke manier wordt in dit stukje ‘spanning’ gebruikt?

Slide 6 - Open vraag

03:08
De manier waarop dit gefilmd is, maakt het spannend. Wat kun je zeggen over de manier van filmen?

Slide 7 - Open vraag

03:43
Wat maakt dit stukje fragment spannend?

Slide 8 - Open vraag

03:55
Waarom weet je nu al dat deze mensen niets goed van plan zijn?

Slide 9 - Open vraag

Korte instructie
Spanning: zorgt ervoor dat een lezer of een kijker nieuwsgierig blijft naar wat gaat volgen. 

Sensatie: betekent eigenlijk opwinding —> een opstootje. Dit is van korte duur (is snel voorbij). 

Slide 10 - Tekstslide

Spanning
* je leeft mee met de hoofdpersoon (identificatie - vereenzelviging)
* de kijker - lezer moet de hoofdpersoon sympathiek vinden
* de kijker - lezer moet zich in de hoofdpersoon kunnen herkennen
* het lot van de hoofdpersoon raakt de kijker - lezer

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zorgt de regisseur dat je vanaf het begin jezelf identificeert met de hoofdpersoon?

Slide 12 - Open vraag

Emotionele spanning
* de lezer krijgt het gevoel dat het de personages moet waarschuwen voor wat er gaat komen. Om ze te behoeden voor de ellende.

Slide 13 - Tekstslide

Intellectuele spanning
* de lezer - kijker beleeft het verhaal vanuit een personage. 
* de verteller laat iets doorschemeren wat jij als lezer - kijker nog niet weet en waar je natuurlijk achter wilt komen. 

Slide 14 - Tekstslide

Welk(e) soort(en) spanning zitten er in het fragment wat jullie net hebben gezien?

Slide 15 - Open vraag

Spanning - vertelperspectieven
Verhalen kunnen verteld worden uit verschillende perspectieven:  
* ik-verteller
* de personale verteller
* de alwetende verteller

Slide 16 - Tekstslide

De ik-verteller
De ‘ik’ is een personage ub het verhaal. De ‘ik’ vertelt alleen wat hij zelf meemaakt, wat hij weet van anderen en wat hij denkt dat gebeurd is. In een verhaal kunnen meerdere ‘ik-vertellers’ voorkomen. 

Slide 17 - Tekstslide

De personale verteller
Het verhaal wordt uit de 3e persoon verteld, een hij of zij. Deze heeft alleen inzicht in de eigen belevingswereld. In een verhaal kunnen meerdere personale vertellers voorkomen. 

Slide 18 - Tekstslide

De alwetende verteller.
Ook wel: auctoriale verteller genoemd. 
de alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. de alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. 

(Hangt als een helikopter boven het verhaal). 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 25 - Quizvraag

Ik weet wat vertelperspectieven zijn en ik weet dat een verhaal op verschillende manieren spanning op kan wekken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll