Taaltest PlusOnline 11-09-21 Week 37

Taaltest
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Taaltest

Slide 1 - Tekstslide

1) Tijdens de rellen trad de politie ........ streng op.

onverbiddenlijk
onverbiddellijk
onverbidderlijk
GOED onverbiddelijk

Onverbiddelijk = niet te verbidden, niet met bidden over te halen.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



2) Er ........ iemand zo hard op de deur, dat iedereen zich een ongeluk schrok.

GOED bonsde
bonste

Het woord 'bonsde' is verleden tijd van 'bonzen', met een z dus. Omdat de z geen medeklinker in 't kofschip is, krijgt dit werkwoord 'de' achter de ik-vorm, net als bij: lozen - loosde - geloosd.
Zie ook de pagina 'verleden tijd'



3) Sommige Nederlandse woorden kunnen een werkwoord én het meervoud van een zelfstandig naamwoord zijn, zoals 'landen'. Bij welk van onderstaande woorden is dat NIET het geval?

GOED vliegeren
keren
malen
bakken

'Vliegeren' is een werkwoord, maar het is geen meervoud van een zelfstandig naamwoord. Het meervoud van 'vlieger' is 'vliegers'. De andere woorden kunnen werkwoord en meervoud van een zelfstandig naamwoord zijn: - Wij malen het graan. / Hij is hier vele malen geweest. - De auto's keren aan het eind van de weg. / We hebben het meerdere keren geprobeerd. - We bakken een cake. / Het speelgoed zit in plastic bakken.
Zie ook de pagina 'Links'



4) In Azië leven veel ........ .

Boeddhisten
GOED boeddhisten

Het woord 'boeddhisten' krijgt geen hoofdletter, want het is een overkoepelende term voor een religieuze groep.
Zie ook de pagina 'de Rijn, rijnwijn'



5) Het pleisterwerk in de badkamer is door een ........ gedaan.

GOED stukadoor
stuccadoor
stuckadoor
stucadoor

Het woord 'stukadoor' heeft een k. Lastig, want 'stucwerk' schrijf je met een c. 
Zie ook de pagina 'alcohol en karamel'



6) Kennis, kwaliteit en klantvriendelijkheid zijn de ........ onder een succesvolle organisatie.

peilers
GOED pijlers

Een 'pijler' is een verticale steunbalk of zuil (pilaar) van bijvoorbeeld steen, staal of beton. In deze zin wordt het woord figuurlijk gebruikt: de pijlers onder een succesvolle organisatie: de belangrijkste voorwaarden waarop de organisatie steunt.
Zie ook de pagina 'leiden, lijden'



7) De ........ is een typische voorjaarsbloem.

hiacynt
HET JUISTE ANTWOORD hyacint
FOUT hyacinth
hiasynth

Het woord 'hyacint' is afgeleid van de naam van Hyacinthus, een vriend van de god Apollo.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



8) Sinds de reorganisatie wordt er alleen nog maar ........ op de afdeling.

GOED gejeremieerd
gejeremiëerd
gejeremieëerd
gejeremiëert

Het woord 'jeremiëren' betekent 'klagen'. Het woord is afgeleid van de naam van de profeet Jeremia, schrijver van de 'Klaagliederen van Jeremia'. Het voltooid deelwoord is 'gejeremieerd'. Er is geen reden meer voor een trema, net als in 'financieel'.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



9) Eet je wel goed? Je moet je gezondheid niet ........ .

verontachtzamen
veronachzamen
verontachzamen
GOED veronachtzamen

Het woord 'veronachtzamen' heeft geen t voor de a, maar wel een t voor de z. Acht = aandacht, onachtzaam = onoplettend, veronachtzamen = verwaarlozen.
Zie ook de pagina 'onmiddellijk'



10) Henk is goed in ........ , want dat doet hij dagelijks in de bouw.

GOED stuken
stukken
stucen
stucken

Van deze keuzemogelijkheden is 'stuken' de enig juiste, maar 'stuccen' is ook goed. Je spreekt beide schrijfwijzen hetzelfde uit. Het pleisterwerk heet stucwerk en de vakman is een stukadoor.
Zie ook de pagina 'alcohol en karamel'
Dit ging ........ de lunchpauze.
A
ten kostte van
B
ten koste van
C
tenkoste van
D
tenkostte van

Slide 2 - Quizvraag

De uitdrukking 'ten koste van' is een vaste uitdrukking.
Het postkantoor en de boekwinkel zijn ........ naar de overkant
A
beide
B
beiden

Slide 3 - Quizvraag

Je schrijft 'beide' zonder 'n' omdat het woord niet verwijst naar personen.
Deze fotokopie is op ware ........ .
A
grootte
B
groten
C
grote

Slide 4 - Quizvraag

Het woord 'grootte' in de betekenis van 'afmeting' schrijf je met tt.
De lamp in de ........ op de overloop is stuk.
A
plafonnière
B
plaffonnière
C
plaffonière
D
plafonière

Slide 5 - Quizvraag

Een lamphouder die direct tegen het plafond zit, heet een plafonnière. Hoewel het woord Frans lijkt, is het achtervoegsel veranderd. In het Frans heet zo'n lamp namelijk een 'plafonnier'.
Na de vergadering vertelde een ........ de uitkomst van de onderhandelingen.
A
woordvoerdster
B
woordvoerster
C
woordvoersster

Slide 6 - Quizvraag


De vrouwelijke vorm van 'woordvoerder' is 'woordvoerster', zonder d. De regel voor dit soort woorden is namelijk: ik-vorm + ster. Het woord is afgeleid van 'woordvoeren' en niet van 'woordvoerden'.
De chauffeur heeft de bus vakkundig door de smalle straatjes ........ .
A
gemanouvreerd
B
gemanoeuvreert
C
gemanouvreert
D
gemanoeuvreerd

Slide 7 - Quizvraag


'Manoeuvreren' is afkomstig uit het Frans (manoeuvrer). Het voltooid deelwoord 'gemanoeuvreerd' eindigt op een d, omdat de r geen medeklinker in 't kofschip is.
Een ........ verwijst figuurlijk naar een roulatiesysteem waarbij personen beurtelings in een bepaalde hoedanigheid optreden.
A
banencaroussel
B
banencarrousel
C
banencarousel
D
banencarroussel

Slide 8 - Quizvraag


Het woord 'carrousel' is overgenomen uit het Frans.
Aan het eind van het beoordelingsgesprek ........ je verteld of je mag blijven.

A
word
B
wordt

Slide 9 - Quizvraag

 
Je kunt het eerste 'je' in deze zin niet vervangen door 'jij', maar door '(aan) jou'. Hier is 'je' niet de hoofdpersoon (onderwerp), maar meewerkend voorwerp. Het onderwerp is 'of je mag blijven'. Daarom wel een t. Misschien wordt het duidelijker als je er toekomende tijd van maakt met 'ga/gaat': aan het eind van het beoordelingsgesprek gaat je verteld worden of je mag blijven.
Op zijn arm is de naam van zijn vriendin ........ .
A
getatoëerd
B
getatoueerd
C
getatoeeerd
D
getatoeëerd

Slide 10 - Quizvraag


Het werkwoord 'tatoeëren' is via het Franse 'tatouer' en het Engelse 'tattoo' afkomstig van het Polynesische 'tatu'. In het Nederlands wordt de oe-klank als oe geschreven, gevolgd door een e met trema, om aan te geven dat daar een nieuwe klank begint. Dit geldt ook voor het voltooid deelwoord: getatoeëerd.
Wordt de student........ door de docent?

(Bedoeld wordt: wordt de leerling voorgetrokken met bijvoorbeeld mooiere rapportcijfers?)
A
bevoordeelt
B
bevooroordeelt
C
bevoordeeld
D
bevooroordeeld

Slide 11 - Quizvraag

 

Het woord 'bevoordeeld' is voltooid deelwoord van 'bevoordelen' (voortrekken). Het verandert niet als je er meervoud van maakt: worden de leerlingen bevoordeeld? Omdat de l geen medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een d. Bevooroordeeld = heeft vooroordelen. Bijvoorbeeld: de politie van Ferguson is bevooroordeeld tegen zwarte burgers.