Oefensommen H5 Par 2

KB2 H5 Oefensommen brutowinstopslag

en brutoverkoopprijs (consumentenprijs)

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

KB2 H5 Oefensommen brutowinstopslag

en brutoverkoopprijs (consumentenprijs)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Oefensom 1 Brutowinstopslag

De inkoopprijs van een voetbal is € 45,00.

De brutowinstopslag is 30%

Bereken de verkoopprijs exclusief Btw.



Antwoord

Brutowinstopslag = 30:100 x € 45,00 = € 13,50

Netto-verkoopprijs = € 45,00 + € 13,50 = € 58,50

Slide 3 - Tekstslide

Oefensom 2 Brutowinstopslag
In 2018 was de inkoopprijs van een voetbal € 22,00.
Het brutowinstpercentage is 80%.
Een jaar later is de inkoopprijs met €3,- gestegen. Het percentage van de brutowinstopslag blijft gelijk. Wat wordt de nieuwe verkoopprijs?


Antwoord

De inkoopprijs wordt € 22,00 = € 3,00 = € 25,00

Brutowinstopslag = 80: 100 x € 25,00 = € 20,00

Verkoopprijs = € 25 + € 20 = € 50,00

Slide 4 - Tekstslide

Oefensom 3 Brutowinstopslag

Johan heeft een fietshelm gekocht voor € 33,00.

De winkelier heeft de fietshelm ingekocht voor € 26,40


A) Bereken de brutowinstopslag

B) Bereken het brutowinstpercentage


Antwoord

Brutowinstopslag = € 33,00 - € 26,40 = € 6,60

Brutowinstopslagpercentage = € 6,60 : € 26,40 x 100% = 25%

Slide 5 - Tekstslide

Oefensom 4 Brutowinstopslag

Johan heeft een fietsband gekocht voor € 28,52.

De winkelier heeft de fietshelm ingekocht voor € 23,00


A) Bereken de brutowinstopslag

B) Bereken de brutowinst als percentage van de inkoopprijs


Antwoord

Brutowinstopslag = € 28,52 - € 23,00 = € 5,52

Brutowinstopslagpercentage = € 5,52 : € 23,00 x 100% = 24%

Slide 6 - Tekstslide

Oefensom 5 Brutowinstopslag

Johan heeft een scooter gekocht voor € 3640,00

De scooter heeft een brutowinstopslag van € 1.040


A) Bereken de inkoopprijs

B) Bereken de brutowinst als percentage van de inkoopprijs


Antwoord

inkoopprijs = verkoopprijs - brutowinstopslag = € 3.640 - €2.600 = € 1.040

Brutowinstopslagpercentage = € 1.040 : € 2.600 x 100% = 40 %

Slide 7 - Tekstslide

Oefensom 6 Omzet

De sate verkoper heeft op de markt 400 porties sate verkocht.

Een portie sate kost € 3,50.

Bereken de omzet



Antwoord

Omzet = afzet x verkoopprijs

Omzet = 400 porties x € 3,50 = € 1.400

Slide 8 - Tekstslide

Oefensom 7 Omzet

De ijsverkoper heeft op de markt 500 bolletjes ijs verkocht.

Een bolletje ijs kost € 0,90.

A) Hoeveel is de afzet?

B) Bereken de omzet



Antwoord

Afzet = 500 bolletjes ijs

Omzet = afzet x verkoopprijs

Omzet = 500 porties x € 0,90 = € 450,00

Slide 9 - Tekstslide

Oefensom 8 Omzet

Bakjes aarbeien worden verkocht per doos van 250 gram.

De omzet was € 750,00

Afgelopen zaterdag werden 300 dozen aarbeien verkocht. 

A) Hoeveel is de afzet?

B) Bereken de verkoopprijs



Antwoord

Afzet = 300 dozen aarbeieen

verkoopprijs = omzet : afzet

Verkoopprijs - € 750 : 300 = € 2,50

Slide 10 - Tekstslide

Oefensom 9 Omzet

De worstenkraam verkocht afgelopen zaterdag 1.200 worsten.

De omzet was € 2.160,00


A) Hoeveel is de afzet?

B) Bereken de verkoopprijs



Antwoord

Afzet = 1.200 worsten

verkoopprijs = omzet : afzet

Verkoopprijs - €2.160 :  1.200= € 1,80

Slide 11 - Tekstslide