Nederlands Lekker eten

ETEN
Nederlands Quiz
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ETEN
Nederlands Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Figuurlijk spelen met eten in de Nederlandse taal
Wat betekenen bepaalde woorden, uitspraken en gezegden?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
"Wat de boer niet kent dat....."
Vul aan.
Hoe noem je zulke uitspraken ook al weer?
Wat betekent bovenstaande uitspraak?

Slide 3 - Tekstslide

We gebruiken spreekwoorden en gezegden om iets duidelijk te maken in een soort woordgrapje.
We zeggen iets dat niet letterlijk bedoeld is, maar figuurlijk. Spreekwoord: Een algemene levenswijsheid. Zo gaat het nu eenmaal in de wereld.
Gezegde: De woorden hebben een figuurlijke betekenis.
bv: Een open deur intrappen. Dit kan niet letterlijk. Hier wordt bedoeld dat er onnodig moeite wordt gedaan.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent "De hond in de pot vinden?"
A
Ik vind het eten vies
B
Thuis komen en alles is al op
C
Iets kwijt zijn en op gekke plaatsen zoeken
D
De hond in de pot is een recept uit China

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent "Je vingers erbij aflikken"
A
Streng op iemand letten
B
Honger hebben
C
Iets heel graag lusten
D
Niet weten hoe iets moet

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de betekenis van "Boontje komt om zijn loontje?"
A
Iemand wil meer geld
B
Hij wil alles zelf doen
C
Hij kan er niks aan doen
D
Eigen schuld, dikke bult

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent:
Het is weer koek en ei tussen hen.
A
Ze hebben ruzie
B
Ze gaan samen koken
C
Ze zijn verliefd
D
De ruzie is voorbij, ze zijn weer vrienden

Slide 11 - Quizvraag

Het zelf doen
Schijnheilig
In de war zijn
Heilig boontje

Slide 12 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Werkblad maken spreekwoorden en uitdrukkingen.
Welke wijsheden worden er bedoeld met deze "eetbare" uitspraken? 
K is alleen voor kader leerlingen
Klaar? 
Werkblad opslaan/foto maken en mailen naar mw Wouters en mw Jeschar

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie/Huiswerk
Maak het werkblad af en mail het terug naar de leerkrachten

Hoe verliep de les? Doel behaald?
Is het leerdoel behaald?

Slide 14 - Tekstslide

ETEN
Nederlands Quiz

Slide 15 - Tekstslide

Les 2 Lesdoel
"Eetbare samenstellingen"
Je weet wat een samenstelling is.
Je kent de figuurlijke betekenis van de behandelde samenstellingen.
Je kunt zinnen maken waarin je de samenstelling gebruikt.


Slide 16 - Tekstslide

Terugblik
Wat betekent het dat iets "figuurlijk" bedoeld is?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekenen lariekoek en apekool?

Slide 18 - Open vraag

Instructie
Figuurlijke samenstellingen zijn samenstellingen van 2 woorden die samen iets anders betekenen dan de 2 losse woorden bij elkaar.
Samenstellingen kunnen opgebouwd zijn uit 
1) zelfst nw + zelfst nw            2) voorzetsel + zelfst nw
3) werkw + zelfst nw           4) bijv nw + zelfst nw

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden
1) Zelfst nw + zelfst nw = koekkruimel of fruitsalade

2) ww + zelfst nw = suddervlees 

3) vz + zelfst nw = voorgerecht

4) bijv nw + zelfst nw = reuzekoek

Slide 20 - Tekstslide

Muil + Peer= Muilpeer
Muilpeer= Een klap in het gezicht
Grappige samenstellingen

Slide 21 - Tekstslide

Wat voor samenstelling is het woord
"Broodmes"?
A
zelfst nw + zelfst nw
B
Vz + zelfst nw
C
ww + zelfst nw
D
bijv nw+ zelfst nw

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een oorvijg?
A
Een klap
B
Een sieraad
C
Een fruitsoort
D
Een beestje dat in oren kruipt

Slide 23 - Quizvraag

Wat is komkommertijd?
A
Tijd voor een tussendoortje
B
Dan worden ze geoogst
C
Periode van weinig nieuws
D
In augustus als de komkommers goedkoper zijn

Slide 24 - Quizvraag

Krentenweger

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een krentenweger
A
Een oude weegschaal
B
Een beroep van vroeger
C
Een beroep van vroeger
D
Een gierig persoon

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een oogappel?
A
Favoriet/lieveling
B
Een blauw oog
C
Het kompres dat je op een blauw oog doet
D
Een appelsoort

Slide 27 - Quizvraag

Zelfstandig werken
In Teams en in je mail zitten werkbladen. Maak de werkbladen en mail ze terug naar je docent.

Klaar? Ga lekker even wat lezen totdat je je weer in Teams moet melden om 10.50u.

Slide 28 - Tekstslide

Evaluatie/Huiswerk
Maak het werkblad af en mail het terug naar de leerkrachten

Hoe verliep de les? Doel behaald?
Is het leerdoel behaald?

Slide 29 - Tekstslide