Taal les 5

Taal les 5
Inhoudswoorden en samentrekkingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal les 5
Inhoudswoorden en samentrekkingen

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord is het bijvoeglijke naamwoord.
De jongen mag de rode wijn proeven.
A
jongen
B
mag
C
rode
D
proeven

Slide 2 - Quizvraag

wat zijn
Mensen, dieren en dingen?
A
Werkwoorden
B
Bijvoegelijknaamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Lidwoord

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het goede inhoudswoord bij het onderstreepte woord?

Joy speelt een lange wedstrijd.
A
Bijwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is een bijwoord?
Met de hulp van mijn vriend leerde ik al snel fietsen.
A
Fietsen
B
leerde
C
vriend
D
snel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het dik gedrukte woord?
Ik krijg graag contact met een leuke leeftijdsgenoot.
graag
A
Bijwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
bijvoegelijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 6 - Quizvraag

Ik kan inhoudswoorden correct toepassen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Welke woorden of woorddelen in de zin kun je samentrekken

Slide 8 - Tekstslide

Ik hou van wandelen in het park en fietsen in het park.

Slide 9 - Woordweb

Hij leest het boek en hij leest de krant.

Slide 10 - Woordweb

Mees legt de handdoek en theedoek in de kast.

Slide 11 - Woordweb

In het nieuwe huis hebben wij een voordeur en een achterdeur.

Slide 12 - Woordweb

Ik kan nu een zin correct samentrekken
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Opgave 4 en 5
Klaar?
Na kijken heb je 2 fout of meer aan mij laten zien. 
Oefensoftware op je chromebook.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide