Gezichtsverzorging

huidverzorging
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

huidverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Terugblikken vorige week 
Wat weten jullie nog van vorige week?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je weet na deze les hoe je een dagelijkse gezichtsreiniging uitvoert.  
  • Je weet na deze les hoe puistjes ontstaan en hoe je dit zoveel mogelijk kunt voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat doe jij aan huidverzorging?

Slide 4 - Woordweb

Huidtypes
Er zijn vier verschillende soorten huidtypes. 
1. normale huid
2. droge huid
3. vette huid
4. gecombineerde huid

Slide 5 - Tekstslide

Normale huid

De huid voelt zacht en soepel aan en heeft een gelijkmatige, matte glans.

Slide 6 - Tekstslide

Droge huid



Een droge huid is droog en vaak schilferig. 
De huid heeft zeer fijne poriën. Droge huid heeft vaak een doffe uitstraling en voelt trekkerig aan na een wasbeurt.

Slide 7 - Tekstslide

Vette huid
Een vette huid ziet er vaak glimmend uit, zeker rondom de neus, de kin en het voorhoofd, ook wel T-zone genoemd. 
Vaak zijn mee-eters of puistjes zichtbaar op de huid, met name op de neus, kin en voorhoofd. De huid voelt vaak vettig aan en dit wordt gedurende de dag steeds erger.

Slide 8 - Tekstslide

Gecombineerde huid



Iemand met dit huidtype heeft vaak een droge huid op de wangen en een vette huid op de kin, neus en het voorhoofd.

Slide 9 - Tekstslide

Poriën en mee-eters
Grove poriën
Mee-eters

Slide 10 - Tekstslide

Welk huidtype heb jij?
Weet je dat? 
Gebruik anders het testje op de volgende dia. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

WAAROM JE GEZICHT GOED REINIGEN NODIG IS
Er zijn meerdere redenen waarom je gezicht wassen belangrijk is. 
  • Je poriën kunnen verstoppen door: stof, zweet, talg, vuil en make-up – hierdoor kunnen er puistjes ontstaan. 
  • Verzorgingsproducten werken veel beter op een schone huid.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

HOE VAAK MOET JE JE GEZICHT SCHOONMAKEN?


Het is het beste om twee keer per dag je gezicht te reinigen. 



Slide 16 - Tekstslide

Reiniging 
Stap 1 - Het juiste product


Het middel dat je gebruikt om je gezicht mee schoon te maken moet een goede match zijn met je type huidtype. 

Slide 17 - Tekstslide

Stap 2 - Handen wassen
Was eerst je handen, voordat je je gezicht schoon gaat schrobben. 
Stap 3 - Lauw water
De juiste temperatuur is van groot belang tijdens een facewash. Het te koud of te warm wassen zal je huid irriteren.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 4 - Aanbrengen gezichtsreiniger
- Maak je gezicht nat met een washandje.
- pak het reinigingsmiddel en smeer het met ronddraaiende bewegingen op je gezicht. Niet te hard wrijven, want je huid is gevoelig. Vooral rondom je ogen moet je voorzichtig zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Stap 5 afspoelen
Wanneer je denkt dat je huid goed is schoongemaakt, spoel dan je gezicht goed af. 
Zorg dat alle restjes van het reinigingsmiddel van je gezicht worden verwijderd. Wanneer dit blijft zitten, kan het  zorgen voor irritaties.

Slide 20 - Tekstslide

Stap 6: facewash
Je gaat nu je gezicht schoonmaken met facewash. Dit is bedoeld om je gezicht schoon te maken en meteen te voeden. Was je je gezicht met gewone zeep zal die uitdrogen.

Slide 21 - Tekstslide

Stap 7 & 8: Deppen en smeren
Klaar met wassen? Dep je gezicht dan droog in plaats van te wrijven. Deppen is een huidvriendelijke manier.

Zorg dat je huid goed gehydrateerd blijft door het meteen na het reinigen in te smeren met een vochtinbrengende crème. Hierdoor blijft de vochtigheid van je huid in balans. En hierbij geldt ook: zachtjes met je vingertoppen aanbrengen.

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten maken in het boek
Blz. 17 opdr. 1,2
blz. 18 opdr. 3,4,5 en 6
blz. 20 opdr. 9 en 10

Slide 23 - Tekstslide

Doelen behaald?
  • Je weet na deze les hoe je een dagelijkse gezichtsreiniging uitvoert.
  • Je leert een masker zelf aan brengen.
  • Je weet hoe puistjes ontstaan en je die kunt voorkomen? 

Slide 24 - Tekstslide