Herhaling periode 1

Programma
  • Toets voorbereiden. Hoe?
  • Oefenen met de begrippen. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Toets voorbereiden. Hoe?
  • Oefenen met de begrippen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets voorbereiden
  • Lessonup: links op MagsiterME.
  • Begrippenlijst en samenvatting aan het eind van elk hoofdstuk van je werkboek/online.
  •  VMBO-KGT app.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste jongerenculturen ontstonden in de periode dat:
A
jongeren al op jonge leeftijd moesten gaan werken.
B
jongeren bijna niet naar school hoefden
C
jongeren meer geld en vrije tijd kregen.
D
jongeren, net als hun ouders, naar de kerk gingen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale Cohesie
Sociale cohesie: mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie betekent:
A
Alle mensen zijn sociale dieren
B
Gevoel dat mensen bij elkaar horen
C
Mannen krijgen een ander oordeel dan vrouwen
D
Groepen mensen die een hekel hebben aan elkaar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is criminaliteit een maatschappelijk probleem?
A
Ja, veel mensen hebben er iets mee te maken en er zijn veel meningen over. daarnaast bemoeit de politiek zich ermee.
B
Nee, Alleen voor daders, slachtoffers en de politie.
C
Ja, omdat het in elke samenleving voorkomt.
D
Nee, Er zijn veel belangrijkere problemen zoals armoede en milieuvervuiling.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN maatschappelijk probleem
A
Discriminatie
B
Liefdesverdriet
C
Drugsgebruik
D
Criminaliteit

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities
B
Een groep mensen met normen en waarden
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep samen
D
Alle normen en waarden bij elkaar

Slide 12 - Quizvraag

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Een cultuur die verschilt van de dominante cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Marokkaanse cultuur in Nederland is een ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

       Wat is een waarde en wat is een norm?
Norm 
Waarde 
  
 
Gezondheid


 Sporten 


 Eerlijkheid 


Niet liegen 

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

waarde 
norm
respect
een persoon ouder dan jij met u aanspreken
niet vloeken
rijkdom
gezond eten
goed je best doen op school

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

aangeboren eigenschappen
socialisatie
sociale controle
internalisatie
je leert normen en waarden door sancties, imitaite en informatie
je omgeving checkt of je je aan de groepsnormen houdt
je erft kenmerken van je vader of moeder
je gedraagt je automatisch zoals de groep verwacht

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Identificatie is:
A
Kenmerken van jezelf bij een ander zien
B
Iemand die dezelfde taal spreekt bijv.
C
Iemand met dezelfde kleding bijv.
D
Al het bovenstaande

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale controle 
Identiteit 
Rolpatronen 
Internalisatie 
Genderneutraal 
Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden. 
Helemaal geen onderscheid meer maken tussen mannen en vrouwen. 
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt 
Gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten 
De persoon die je bent, gevormd door al de kenmerken die bij je horen en je ervaringen. 

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitleg van nature-nurture is het beste?
A
nature-nurture is alles wat je krijgt aangeleerd
B
nature is dingen die je ziet, nurture is dingen die je leest
C
het is een vorm van cultuur
D
nature is aangeboren, nurture is aangeleerd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Aangeboren 
Aangeleerd 
Haarkleur
Met bestek eten

allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk machtsmiddel heeft de politie?
A
Kennis
B
De groep
C
Media
D
Functie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk machtsmiddel
heeft een huisarts?
A
Speciale kennis en vaardigheden
B
Overtuigingskracht
C
Aanzien en status
D
Geld

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen machtsmiddel?
A
aantal
B
geweld
C
functie
D
vriendschap

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk machtsmiddel heeft een rechter?
A
Geweld
B
Functie en beroep
C
Overtuigingskracht
D
Status en aanzien

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk machtsmiddel
herken je in de afbeelding
A
geweld
B
aantal
C
kennis
D
status

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen
Vooroordeel
Racisme
Tolerantie
Respect
een overdreven beeld van een groep mensen
een oordeel over iemand zonder dat je iemand kent
De ander in zijn waarde laten
Discriminatie op basis van ras
Het accepteren van verschillen

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Seksisme
Racisme
Discriminatie op basis van geloof
Vooroordeel
Stereotype
Angela verdient minder dan Herman terwijl zij dezelfde functie vervullen.
Fatima wordt niet aangenomen omdat zij een hoofddoek draagt.  

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als mensen naar een ander land                     , moeten zij zich                      aan de cultuur dat land. Als nieuwkomers zich aanpassen, maar ook hun eigen cultuur houden, noemen we dat                     . Soms zijn er problemen. De komst van nieuwkomers leidt tot veel 
                    . En nieuwkomers hebben andere                      en normen dan mensen die hier langer wonen. Daardoor ontstaan soms  
verhuizen
integratie
aanpassen
spanningen
waarden
veranderingen

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie 
Integratie
Segeratie 
Een sterke scheiding tussen de bevolkingsgroepen. Je helemaal niet aanpassen
Je vervangt bijna alles van de cultuur uit het land waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je woont
Uitwisseling tussen de subcultuur van nieuwkomers en de dominante cultuur in het land waar je woont

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies