Domein C1: Verhoudingen: nationaal en internationaal

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Domein C1: Verhoudingen: nationaal en internationaal

De gini-coëfficiënt, ook wel gini-index, is een statistische maatstaf van de ongelijkheid in een verdeling. De gini-coëfficiënt wordt met name gebruikt in de economie om de ongelijkheid in inkomen of vermogen aan te geven, maar is geschikt om elke vorm van ongelijkmatige verspreiding te meten.

vier soorten sociale ongelijkheid

1. ongelijke verdeling van economische hulpbronnen, zoals geld 

2. ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen, zoals je netwerk;

3. ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen, zoals status en aanzien. 

4. ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen, zoals macht en gezag. 

Globalisering en sociale ongelijkheid

Opvallend: in westerse democratische samenlevingen de afgelopen decennia een tendens van toename vertoont, na een voorafgaande periode van vermindering van ongelijkheid op

verschillende gebieden.  

Verklaring Nederland: opleidingsniveau

Verklaring mondiaal

Globalisering 

Grote landen of machtsblokken willen met een combinatie

van militaire en economische macht hun invloed in bepaalde regio’s in de wereld maximaliseren. 

Gevolg is een geopolitieke machtsstrijd waarbij botsende belangen niet alleen berusten op economische belangen, maar waarbij ook demografische, historisch-politieke aspecten, oppervlakte van het land, politieke organisatie en cultuur van land(en) een rol spelen.

9.2 Het gedrag van nationale staten ten opzichte van elkaar verklaard met behulp van

theorieën

www.vrt.be