2.1 en 2.4 3VGB

Communisme

paragraaf 2.1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Communisme

paragraaf 2.1

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controleren en nakijken
Je maakt van 1.4 de vragen 4, 5, 6, 7, 9. 11, 12 en 13

Voor en na het nakijken: lees paragraaf 2.1

Slide 2 - Tekstslide

De Russische revolutie(s)
In 1917 begonnen burgers met stakingen en demonstraties. Dit bestond uit 3 fases.
  1. Februarirevolutie
    De laatste tsaar, Nicolaas II, trad af door de vele demonstraties van soldaten en burgers
  2. Oktoberrevolutie
    O.l.v. Lenin wordt de Sovjet-Unie communistisch 
  3. Burgeroorlog

Slide 3 - Tekstslide

Oktoberrevolutie
De invloed van de bolsjewieken groeide, onder leiding van
Vladimir Lenin. 

Zij stelden een aantal eisen:
  • alle grond in Rusland moet naar de boeren
  • alle fabrieken in Rusland komen in handen van de arbeiders
  • er moet een vredesakkoord komen met Duitsland
  • het land moest bestuurd gaan worden door sovjets: arbeidersraden

Eind oktober wist Lenin met een staatsgreep de macht te grijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Burgeroorlog
Heel veel Russen waren het helemaal niet eens met de radicale bolsjewieken. 
Hierdoor brak er een burgeroorlog uit tussen 
  • Het Rode Leger: de bolsjewieken
  • Het Witte leger: de tegenstanders van het communisme

In 1922 werd het Witte Leger verslagen en werd de Sovjet-Unie gesticht: een communistische eenpartijstaat

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

socialisme
communisme
sociaaldemocratie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

In welk jaar trok Rusland zich terug uit de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1917
C
1900
D
1918

Slide 9 - Quizvraag

Waarom neemt Rusland vanaf 1917 niet langer deel aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Onbeperkte duikbotenoorlog
B
Onderschept telegram
C
Ruzie met Duitsland
D
Russische Revolutie

Slide 10 - Quizvraag

In 1917 werd Rusland.....
A
Kapitalistisch
B
Democratisch
C
Communistisch
D
Socialistisch

Slide 11 - Quizvraag

Welke Tsaar werd afgezet en later ook door de communisten omgebracht?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Tsaar Vladimir III
C
Prinses Sisi
D
Tsaar Ferdinand I

Slide 12 - Quizvraag

Noem een oorzaak van de Russische Revolutie.
A
De ongelijke behandeling van de 3e stand
B
Afschaffing van de lijfeigenschap
C
Het privéleven van Lenin
D
Het moeten leven in de mir

Slide 13 - Quizvraag

Welke oorzaken van de Russische Revolutie heb je geleerd?
A
Absolutistisch bestuur
B
Onvrede derde stand
C
Doema geen macht
D
Onvrede bojaren (adel)

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de februarirevolutie (F) en de oktoberrevolutie (O) ?
A
F: staatsgreep en O: massa-opstand
B
F. muiterij en O opstand
C
F: massa-opstand, en O staatsgreep
D
F. Opstand en O muiterij.

Slide 15 - Quizvraag

VREDE VAN BREST-LITOSVK -1917
De oorlog tegen Duitsland aan het oostfront kostte de                                       veel tijd, geld en manschappen.  

                                 was van mening dat een vrede met Duitsland de grootste prioriteit was voordat hij zich kon 

richten op het vormen van een                                staat. Duitsland stemde met de vrede in. 
Het verdrag kostte Rusland veel land en geld.

Ruslands voormalige                               Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten waren niet blij met de vrede 

tussen de twee landen. De vrede betekende het einde van de                            en nu kon Duitsland zich volledig richten op het westfront in België en Frankrijk.
Bolsjewieken
Tsaristen
Ottomanen
communistische
bondgenoten
democratische
Stalin
Lenin
Tsaar Nicolai

wapenwedloop
tweefrontenoorlog
vijanden
eerste wereldoorlog
Fortnite
Otto von Bismarck

Slide 16 - Sleepvraag

De economische wereldcrisis


paragraaf 2.4

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe in 1929 in de Verenigde Staten een economische   crisis ontstond.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen deze crisis wereldwijd had.
  • Je kunt uitleggen wat de New Deal inhield. 

Slide 18 - Tekstslide

De Beurskrach
In 1929 kwam er een eind aan de welvaart van de VS. 
De Amerikaanse aandelenbeurs op Wall Street stort in op 24 oktober 1929, waardoor de waarde van aandelen niks meer waard was en mensen in een klap al hun geld kwijt waren.

Indirecte oorzaken:
  1. Amerikanen hadden de afgelopen jaren massaal gekocht met creditcards en dus geld wat geleend was. 
  2. Overproductie: de markt raakte verzadigd omdat mensen over de jaren heen alles wel hadden gekocht wat ze wilden. Ondernemers raakten hun producten hierdoor moeilijker kwijt. De prijzen daalden en werknemers werden ontslagen. 

Slide 19 - Tekstslide

De Beurskrach
Directe oorzaak:
Op 24 oktober 1929 hadden mensen door dat de aandelen aan het dalen waren. Dit veroorzaakte een paniekreactie, waardoor bijna iedereen die aandelen had in 1 dag alle aandelen verkocht. 

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen
Er ontstond in zowel Amerika als Europa een economische crisis: The Great Depression
  • Massale werkloosheid
  • Armoede
  • Faillisementen
  • En, de VS wilden de leningen terug die ze aan Europese landen   hadden uitgeleend voor de wederopbouw na WO1
       → crisis raakt Europa ook

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Gevolgen
Er ontstond in zowel Amerika als Europa een economische crisis: The Great Depression
  • Massale werkloosheid
  • Armoede
  • Faillisementen
  • En, de VS wilden de leningen terug die ze aan Europese landen   hadden uitgeleend voor de wederopbouw na WO1
       → crisis raakt Europa ook

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk maandag 2 oktober
Je maakt van 2.1 opdracht 4, 5, 6, 7, 11

Je leest 2.4 en je maakt van 2.4 opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 8

Slide 24 - Tekstslide