Les 2 - persoonsvorm verleden tijd

Werkwoordspelling
Persoonsvorm verleden tijd zwakke en sterke werkwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Persoonsvorm verleden tijd zwakke en sterke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Welk werkwoord is zwak?
A
zwemmen
B
luchten
C
lopen
D
vertrekken

Slide 2 - Quizvraag

Welk werkwoord is sterk?
A
winnen
B
sprinten
C
mixen
D
blozen

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

De bruidsjurk van Florien (slepen) over de grond.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

De brandweermannen (blussen) de brand.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:
De mannen (proberen) met een vals briefje van €50 te betalen.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

Thomas (spellen) alle woorden correct.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:
Suzan (spelden) ons een vreemd verhaal op de mouw.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:
Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

(proeven) jij stiekem van de taart?

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

Het elftal (spelen) een fantastische wedstrijd.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

Het huis (branden) tot de grond toe af.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de pv in de verleden tijd:

Vivian (melden) zich af voor het feest.

Slide 13 - Open vraag

Persoonsvorm verleden tijd - sterk
Vul op de volgende pagina's de juiste vorm van de persoonsvorm in de verleden tijd in. 
Alle werkwoorden zijn sterk.

Slide 14 - Tekstslide

Silvan (ontbijten) met yoghurt en cruesli.

Slide 15 - Open vraag

De sporten (geven) commentaar op de wedstrijd.

Slide 16 - Open vraag

Sterre (worden) uitgenodigd voor het galafeest.

Slide 17 - Open vraag

De journalist (houden) zich niet aan de afspraak.

Slide 18 - Open vraag

Alle leerlingen (vertrekken) voor de bel was gegaan.

Slide 19 - Open vraag

Hailey (hebben) overal naar haar knuffel gezocht.

Slide 20 - Open vraag

(vinden) jullie de toets van Duits ook zo moeilijk?

Slide 21 - Open vraag

Deze vragen (lijken) best veel op die uit de vorige opdracht.

Slide 22 - Open vraag

Jinthe (vertrekken) voor onbepaalde tijd naar het buitenland.

Slide 23 - Open vraag

De trein naar Harderwijk (rijden) gisteren niet.

Slide 24 - Open vraag

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll