par 1.1 stofeigenschappen

Hoofdstuk 1: Scheikunde is overal
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Scheikunde is overal

Slide 1 - Tekstslide

§1.1 Stofeigenschappen
Ik kan:

  • Het verschil uitleggen tussen zuivere stof en mengsel
  • Uitleggen wat stofeigenschappen zijn
  • Het verschil uitleggen tussen grootheden en eenheden
  • De formule van dichtheid opschrijven en ermee rekenen
  • Rekenen met de wetenschappelijke notatie

Slide 2 - Tekstslide

Zuivere stof en Mengsels
Binnen scheikunde maken we onderscheid tussen 
ZUIVERE STOFFEN en MENGSELS

Zuivere stof: bestaat uit één stof 
bijvoorbeeld: suiker

Mengsel: bestaat uit twee of meer verschillende stoffen
bijvoorbeeld: bier 

Slide 3 - Tekstslide

Lucht
Zuurstof
Koolstofdioxide
Kraanwater
Cola
Melk
Suiker
Zeewater
Rivierwater
ZUIVERE
STOF
MENGSEL
Koffie

Slide 4 - Sleepvraag

Waaraan kun je STOFFEN
herkennen?

Slide 5 - Woordweb

Hoe kun je stoffen herkennen?
Stofeigenschap: Eigenschappen waar je een stof aan herkent. Je kunt stofeigenschappen niet veranderen (zonder iets anders toe te voegen).

Voorbeelden van stofeigenschappen: 
- kleur
- smaak
- brandbaarheid
- schadelijk voor gezondheid
- kookpunt





Slide 6 - Tekstslide

WEL of GEEN stofeigenschap? Slepen maar!
WEL
NIET
kleur
vloeistof
smeltpunt
geur
kookpunt
dichtheid
vorm
massa
locatie
brandbaarheid
volume
bestand tegen zuren
giftig
smaak
oplosbaar
in water
temperatuur
lengte

Slide 7 - Sleepvraag

Lucht is een zuivere stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Suiker is een zuivere stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Sinaasappelsap is een zuivere stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een stof is gasvormig.
Dat is een stofeigenschap.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een stof is vloeibaar bij kamertemperatuur: dat is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Tussen welke van deze vier keuzes
staat een eigenschap die géén stofeigenschap is? (KT = kamertemperatuur)
A
geur, kleur, massa,
B
fase bij KT, geur, kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase bij KT, geur, smaak

Slide 13 - Quizvraag

Enkele stofeigenschappen zijn:
A
geur, vorm, massa
B
kleur, geur, smaak
C
toestand, geur, gewicht
D
vorm, kleur, geur

Slide 14 - Quizvraag

Grootheden en eenheden
Grootheid



Eenheid



Slide 15 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
Grootheid: Een grootheid is iets dat je kunt meten.
Een grootheid druk je altijd uit in een eenheid.
bijvoorbeeld: tijd, lengte

Eenheid: De maat waarin je een grootheid uitdrukt.
bijvoorbeeld: seconden, centimeter



Slide 16 - Tekstslide

Grootheid of eenheid?

Grootheid

Eenheid
kg
hoek
hectometer
dichtheid
afstand
dagen
volume
graden Celsius
m3
gram/L
stroomsterkte
temperatuur

Slide 17 - Sleepvraag

Dichtheid
Het verband tussen inhoud en massa

Slide 18 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 19 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid: de  dichtheid van een stof is gelijk aan de massa van de stof per volume-eenheid. 
Een paar mogelijke eenheden van dichtheid:
g/mL                 g/cm3               kg/L
Bv: de dichtheid van water is 1,00 g/cm3

Schepen kunnen drijven doordat de dichtheid van het
hele schip lager is dan die van water! (hoe komt dat?)



Slide 20 - Tekstslide

Dichtheid
Let op: 1 milliliter (mL) is gelijk aan 1 cm3

Slide 21 - Tekstslide

In een flesje kwik zit 500 mL kwik.
De dichtheid van kwik is gelijk aan 13,55 g/mL.
Bereken de massa van de kwik in het flesje.

Slide 22 - Open vraag

Omrekenen in andere eenheden
Je moet goed kunnen omrekenen
volgens de schema's hiernaast.

Als je hier moeite mee hebt,
kun je via deze link gaan oefenen:

Slide 23 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie
In de exacte vakken wordt veel gewerkt met de wetenschappelijke notatie. Daar moet je zelf ook mee kunnen werken


Getal tussen 1 en 10
Gevolgd door 10-macht

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk 1.1
doorlezen par 1.1 en maken opgaven 1 t/m 16

Slide 25 - Tekstslide