tl 3 d-toets 2 voor taalverzorging h 123
1 / 37
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk zinsdeel vind je met de vraag: 'wie/wat + pv + ow + rest gezegde?'
A
lv
B
mv
C
bwb
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de pv van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het ow van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het gezegde van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het lv van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 7 - Open vraag
Wat is de mv van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de bwb van de volgende zin?
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Jokes moeder heeft koekjes gebakken voor klas 3C voor de kerstviering.
Slide 9 - Open vraag
Is er goed geciteerd?
Meneer, 'wilt u komen helpen?' vroeg de leerling.
Meneer, 'wilt u komen helpen?' vroeg de leerling.
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Is er goed geciteerd?
'Meneer, wilt u komen helpen?' vroeg de leerling.
'Meneer, wilt u komen helpen?' vroeg de leerling.
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Kloppen de hoofdletters en leestekens in deze zin?
De leerling vroeg of de docent wilde helpen?
De leerling vroeg of de docent wilde helpen?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Kloppen de hoofdletters en leestekens in deze zin?
De leerling vroeg: 'wilt u komen helpen?'
De leerling vroeg: 'wilt u komen helpen?'
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Noteer van deze samengestelde zin de pv's:
Henk wilde Jailin helpen omdat ze het moeilijk vond.
Henk wilde Jailin helpen omdat ze het moeilijk vond.
Slide 14 - Open vraag
Noteer van deze samengestelde zin de ow's:
Henk wilde Jailin helpen omdat ze het moeilijk vond.
Henk wilde Jailin helpen omdat ze het moeilijk vond.
Slide 15 - Open vraag
Noteer van deze samengestelde zin de pv's:
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Slide 16 - Open vraag
Noteer van deze samengestelde zin de ow's:
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
De ... (blaffen) hond ... (lusten) gisteren zijn brokjes niet.
Slide 23 - Open vraag
De ... (vergroten) foto ... (kopen) we vorige week niet.
Slide 24 - Open vraag
... (vinden) jij die nieuwe YouTuber ook zo goed? Joost ... (vinden) hem slecht.
Slide 25 - Open vraag
... (vinden) jij die nieuwe YouTuber ook zo goed? Ik... (vinden) hem slecht.
Slide 26 - Open vraag
Het ... (verbazen) hem dat jij je daarover nog nooit hebt ... (verbazen)
Slide 27 - Open vraag
Het is wel eens vaker ... (gebeuren) dat hij ... (beloven) om te helpen en het niet doet
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
De [grote] hond lust wel een botje.
A
lw
B
zn
C
bn
D
ww
Slide 30 - Quizvraag
De grote hond lust wel een [botje].
A
lw
B
zn
C
bn
D
ww
Slide 31 - Quizvraag
[Voetbal] jij wel eens tegen DOS?
A
lw
B
zn
C
bn
D
ww
Slide 32 - Quizvraag
De [voetbal] die jij voor me kocht, is een fijne bal.
A
lw
B
zn
C
bn
D
ww
Slide 33 - Quizvraag
[Omdat] hij aardig is, helpt hij vaak.
A
bn
B
ww
C
vz
D
vw
Slide 34 - Quizvraag
Hij gaat [met] haar naar de HEMA.
A
bn
B
ww
C
vz
D
vw
