5.5 spelling

5.5 spelling
- spellingcontrole in Word
- tussenletter
- dicteewoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.5 spelling
- spellingcontrole in Word
- tussenletter
- dicteewoorden

Slide 1 - Tekstslide

'Word' kan je helpen bij spelling. Welke fouten herkent 'Word' niet?

Slide 2 - Woordweb

Spellingcontrole in 'Word'

- verklaard vs verklaart


- lange afstandsloper vs langeafstandsloper


Slide 3 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Jip slaat Willem, terwijl Jan juist Willem .....
A
verdedigt
B
verdedigd

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kan het dat dit ...
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Ben jij op reis of ben je hierheen .....
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 6 - Quizvraag

Tussenletter

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting + toevoeging
  • Tussen-s: schrijf hem als je hem hoort of als je die in vergelijkbare woorden hoort.  jakobsschelp / jakopsladder

  •  Tussen-n: als het linkerdeel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijf je -n. 

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting + toevoeging
Uitzonderingen: het linkerdeel...
  • is geen zn --> spinnewiel
  • heeft geen meervoud --> tarwegras
  • heeft een meervoud op -s of meervoud op -s en -n --> gedachtesprong
  • heeft een versterkende functie als bn --> beregezellig
  • is uniek --> Koninginnedag
  • vormt een versteende samenstelling --> bakkebaard

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de samenstelling juist op.
VEILIGHEID + SPELD

Slide 10 - Open vraag

Tussenletter -s?
elektriciteit...centrale
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer gebruik je tussenletter EN
A
Je kunt het horen
B
Het eerste woord gaat over iets waar echt maar 1 van is
C
Het meervoud heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste woord heeft alleen een meervoud op EN

Slide 12 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
keuzevrijheid
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 14 - Quizvraag

Tussenletters
A
dwarstraat en hondeweer
B
dwarsstraat en hondeweer
C
dwarstraat en hondenweer
D
dwarsstraat en hondenweer

Slide 15 - Quizvraag

tussenletter
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind

Slide 16 - Quizvraag

Waarom krijgt GEDACHTEKRONKEL geen tussenletter -n?

Slide 17 - Open vraag

dicteewoorden

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
gurilla
B
ereader
C
notabene
D
medaillon

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?

A
vacuum
B
gynacologie
C
schmink
D
sowiezo

Slide 20 - Quizvraag