Unit 1: Hallo, wie ben jij?

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan - 8 september
1. Introduction of Unit 1

2. Exercises in the booklet 'Hallo, wie ben jij?'




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 2 - Tekstslide

Speaking exercise: voorstellen
Hoe heet je?                                                            Dit is...
Waar kom je vandaan?                                       Hij/zij komt uit...
Hoe oud ben je?                                                    Hij/zij is ... jaar
Waar woon je?                                                        Hij/zij woont in ...
Heb je een broer of zus?                                   Hij/zij heeft ...
Wat zijn je hobby's?                                            Zijn/haar hobby's zijn...

Slide 3 - Tekstslide

Unit 1: Hallo, wie ben jij?
  • Unit about introducing yourself and others
- How do you introduce yourself?
- Why is word choice important?
- What is the right way to send a message? 

  • Formatives and summatives
- Vocabulary test
- Listening, reading and writing

Slide 4 - Tekstslide

Before we start with the unit...
  • Create a new folder in your Google Drive with the name 'Your name - Dutch B - MYP1'
  • Share this folder with me (sjansen@isbreda.com)
  • Make a new folder in your Dutch B folder with the name 'Unit 1 - Hallo, wie ben jij?
  • You don't need to share this folder again! 
  • Make sure there is already 1 Google Documents in the folder: 
'Classwork' --> Document for little tasks we do in the lesson 
  • Join the Quizlet classgroup --> Link will be on the screen 

Slide 5 - Tekstslide

Lesson plan - 11 september
1.  Grammar: The Dutch sentence
--> Exercise 4 - 5

2. Conversation: interview exercise 6

Done? Vocabulary booklet 





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 6 - Tekstslide

The Dutch sentence
Het meisje heeft een appel. De appel zit in de tas. 
--> Every sentence has a subject and a verb. 
Subject and verb are best friends! 

Articles
Het + De = The            Het meisje / De appel = The girl / The apple
Een = one / a(n)          Een meisje / Een meisje = One girl / a girl

Slide 7 - Tekstslide

The Dutch sentence
2 types of sentences:
- Sentences with information:
Thomas spreekt Nederlands.

- Questions:
Spreekt Thomas Nederlands?

Slide 8 - Tekstslide

Lesson plan - 13 september
1.  Grammar: Personal pronouns
- Exercise 7
- Extra worksheet 

Done? Vocabulary booklet 





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 9 - Tekstslide

Personal pronouns: People
I            -->        Ik                                                    Ik ben mevrouw Jansen
You     -->        Jij/Je  + u                                    Jij bent / u bent lief
He       -->        Hij                                                  Hij is een jongen
She     -->        Zij/Ze                                           Zij is een meisje
We       -->       Wij/We                                         Wij zijn MYP1
You      -->       Jullie                                            Jullie zijn leerlingen
They    -->       Zij/Ze                                           Zij zijn meisjes

Slide 10 - Tekstslide

Personal pronouns: things and animals
If we know the gender: Hij / Ze
De leeuw is mooi. Hij is mooi.
De leeuwin is mooi. Zij is mooi.

If we don't know the gender --> Look at the article (De/Het)
De fiets is mooi. Hij is mooi.                      De --> Hij
Het huis is mooi. Het is mooi.                   Het --> Het

Pay attention: Plural --> Ze
De fietsen zijn mooi. Ze zijn mooi. / De huizen zijn mooi. Ze zijn mooi


Slide 11 - Tekstslide

Lesson plan - 15 september
1.  Grammar: Personal pronouns
- Extra worksheet 

2. Vocabulary booklet + Quizlet





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 12 - Tekstslide

Lesson plan - 18 september
1.  Grammar: Personal pronouns
- Correction extra worksheet 

2. Hebben + Zijn: exercise 8 + 9 + 10 + 11

HW: Practise 'hebben' and 'zijn' (Whack a mole)





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 13 - Tekstslide

Zijn (to be)
Ik ben
Jij bent / U bent
Hij is / Zij is / Het is
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn

Ben je? 
 
Hebben (to have)
Ik heb
Jij hebt / u hebt + u heeft 
Hij heeft / Zij heeft / Het heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben

Heb je? 

Slide 14 - Tekstslide

Lesson plan - 20 September
1.  Verbs: the Present tense
- Work sheet
- Exercise 12 + 13 + 14 

2. Done? Vocabulary booklet 'De school' 





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 15 - Tekstslide

Verbs: The present tense
Subject
werken
wonen 
willen
Ik
werk
woon
wil
Jij
werkt
woont
wilt
Hij/Zij
werkt
woont
wilt
Wij
werken
wonen
willen
Jullie
werken
wonen
willen
Zij
werken
wonen
willen

Slide 16 - Tekstslide

Verbs: The present tense
Subject
geven
lezen
gaan
Ik
geef
lees
ga
Jij
geeft
leest
gaat
Hij/Zij
geeft
leest
gaat
Wij
geven
lezen
gaan
Jullie
geven
lezen
gaan
Zij
geven
lezen
gaan

Slide 17 - Tekstslide

Verbs: The present tense
Pay attention: Exception on the rule!

Jij komt --> Kom jij?
Jij spreekt --> Spreek jij?
Je woont --> Woon je? 

Zij komt --> Komt zij?
Hij spreekt --> Spreekt zij?
Ik woon --> Woon ik?

Slide 18 - Tekstslide

Lesson plan - 22 September
1.  Verbs: the Present tense
- Worksheet: Correction
- Exercise 12 + 13 + 14 

2. Vocabulary booklet 'De school' 

3. Quizlet





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 19 - Tekstslide

Lesson plan - 25 September
1.  De getallen en informatie vragen en geven
- Oefening 15 - 16 - 17

2. Vocabulary booklet 'De school' 
Done? Quizlet





Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 20 - Tekstslide

Lesson plan - 27 September
1.  De getallen en informatie vragen en geven
- Oefening 15 - 16 - 17

2. Schoolwoorden
- Oefening 19 - 20 




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 21 - Tekstslide

Lesson plan - 29 September
1.  Schoolwerkwoorden
- Oefening 19 - 20 

2. Vocabulary booklet

3. Quizlet live 




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 22 - Tekstslide

Lesson plan - 29 September
1.  Vocabulary booklet

2. Done? Quizlet




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 23 - Tekstslide

Lesson plan - 2 October
1.  Writing formative: Letter to Ms Jansen

2. Done? Vocabulary booklet 




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 24 - Tekstslide

Letter to Ms Jansen (Formative)
Start with: Beste mevrouw Jansen, 
- Name 
- Age
- Place where you live
- Place where you were born
- Languages you speak
- How long you are in The Netherlands / Belgium 
- Hobbies
Optional: Siblings, pets,... 

End with: Groetjes, 'your name'

Slide 25 - Tekstslide

Lesson plan - 4 October
1.  Finish vocabulary booklet

2. Done? Listening exercises on www.nedbox.be




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 26 - Tekstslide

Lesson plan - 6 October
1. Listening formative




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 27 - Tekstslide

Lesson plan - 23 October
1. Feedback vocabulary formative

2. Extra exercises: Hallo, hoe heet je? (Plein16)




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 28 - Tekstslide

Lesson plan - 31 October
1. Halloween Kahoot

2. Extra exercises booklet




Unit 1: Hallo, wie ben jij? 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 29 - Tekstslide

Task: present your favourite hobby
1. Make a little presentation (use Word/Powerpoint) about your favourite hobby. You can choose which one! (Small presentation: 1-2 slides!)
2. Beginners: The presentation can be in English but you have to use 5 - 10 new Dutch words in your presentation.
3. Add the new words to the vocabulary list. 
4. You may try to make your presentation completely or partly in Dutch.
5. Next week you will present your favourite hobby to your classmates in small groups. You will not get a grade, it's only an exercise. 

Slide 30 - Tekstslide

Speaking exercise: beschrijven
  • Draw and describe the person next to you. 
  • Make a drawing about the classmate next to you and use Dutch words to describe him/her. Use words for the body  parts and the clothes. 
  • Write a short description about your classmate. 
- Zijn/haar naam is ...     
- Hij/zij woont in.... 
- Zijn/haar hobby's zijn...
- Hij/zij heeft twee armen en twee benen 
- Hij/zij draagt een blauwe broek

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Speaking exercise: Present a classmate
How to prepare your presentation:
1. Read the task sheet (Google Drive) 
2. Get the information you need from the classmate you're going to present about.
3. Make the Google Slides for your presentation.
4. Write down in Dutch what you want to say .
5. Practise with another student.
--> You will get one more lesson to prepare the presentation
--> Monday 12 October: Presentation 

Slide 33 - Tekstslide

Listening exercise: Super Mario (Nieuwsbegrip)
We will watch the first 4 minutes of the video. Answer the questions in the 'Classwork' document (in English or in Dutch).
1. How old did Super Mario become? 
2. Describe the clothes of Super Mario in Dutch
3. Where does Super Mario live? 
4. With who is Super Mario in love?
5. How many games are made with Super Mario in it? 
6. Name 3 sports that Super Mario has done in the games
7. Where can you drive in the newest Super Mario game? 

Slide 34 - Tekstslide

Lesson plan - 2 October
1. Speaking exercise: Describe a celebrity 
---> You will work in pairs of 2 and we will play 2 rounds. 
  • Round 1: Describe one of the pictures to another student. Help eachother by making simple Dutch sentences.
  • Round 2: You will get a picture of a celebrity and your classmate will answer questions about the picture. You can only answer with 'ja' or 'nee'. Your classmate has to guess the person. 
2. Done? Continue to work on your presentation or watch the journal. 
Unit 1: Nice to meet you 

Inquiry question: What is the right way to introduce yourself? 

Slide 35 - Tekstslide

Picture 1
Picture 2

Slide 36 - Tekstslide

Wie is het? Questions to ask
Is het een man/ een vrouw?
Heeft hij/zij blond/bruin/zwart haar?
Is hij/zij jong/oud?
Is hij/zij bekend van televisie/muziek?
Is hij/zij iemand die bekend is van de politiek?
Is hij/zij aardig/gemeen? 
Is hij/zij knap? 
Is hij/zij vaak in het nieuws? 

Slide 37 - Tekstslide