Infectie, ontsteking en afweer

Afweersysteem
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afweersysteem

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt:
  1. Benoemen welke ziekteverwekkers er bestaan
  2. Uitleggen welke verdedigingslinies je het afweersysteem heeft
  3. Uitleggen wat het lymfesysteem, de milt en de zwezerik doet. 
  4. Uitleggen wat kruisbesmetting inhoud
  5. Wat is een infectie en wat een ontsteking









Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverwekker
  • Een ziekteverwekker is een organisme dat een ziekmakende invloed heeft op het menselijk lichaam. 
  • Dagelijks kom je in aanraking met ziekteverwekkers die het lichaam aanvallen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke
ziekteverwekkers
ken je?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke kennen we?
  • Bacteriën
  • Virussen
  • Schimmels
  • Parasieten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën
  • “groot aanpassingsvermogen”:​
- hoge / lage temperaturen ​
- droogte / kou​
  • Liefst 20 – 40 C​
  • Giftige afvalproducten: “toxinen” => maken ziek​
  • Zijn overal​
  • Makkelijk door te geven: “kruisinfectie”​
  • Vermenigvuldigen door deling





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Welke manieren van kruisbesmetting zou je terug kunnen zien bij jou op het werk?
Wat kun je zelf doen om kruisbesmetting te voorkomen bij jouw op de werkvloer? 
Virussen
  • Virussen groeien alleen in de cel en maken deze van binnenuit kapot.
  • In tegenstelling tot een bacteriële infectie ontstaat bij een virusinfectie geen pus.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmels
  • Vooral in de oppervlakkige lagen van de huid, nagels en slijmvliezen, met een voorkeur voor warme en vochtige plekken
  • Deze infecties zijn te herkennen aan de witte kleur van het ontstoken weefsel


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen deze ons
lichaam binnen?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen ze ons lichaam binnen dringen?
  1.  Inademen van lucht 
  2.  Via maag/darmkanaal 
  3.  Via de huid /slijmvliezen (wonden) ​ 
  4.  Via het bloed (bijv. prikaccident) ​
  5.  Via sperma, moedermelk, lichaamsvocht 

Slide 11 - Tekstslide

= aerogeen
= enteraal
= cutaan
= hematogeen
= genitaal
Besmetting
“Het binnendringen van schadelijke micro-organismen in ons lichaam”
Leidt niet altijd tot ziekte! ​

Waarom niet?
  • Het aantal ziekteverwekkers op of in het lichaam is dan te weinig.
  • De aanvalskracht van die ziekteverwekkers te weinig is.
  • De weerstand van het lichaam is te hoog






Slide 12 - Tekstslide

Niet altijd ziek omdat
het aantal ziekteverwekkers op of in het lichaam te weinig is.
-de aanvalskracht van die ziekteverwekkers te weinig is. 
- de weerstand van het lichaam is te hoog
Verschil infectie en ontsteking
  • Infectie: Wanneer een ziekteverwekker het lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt. 
  • Ontsteking: Het lichaam reageert op beschadiging van weefsel door bijvoorbeeld een snee of bacteriën.

  • Dus: een ontsteking kan een gevolg zijn van een infectie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In principe roept elke weefselbeschadeging een ontsteking op

Slide 14 - Tekstslide

In principe roept elke weefselbeschadiging een ontsteking op. Naast ziekteverwekkers zijn er ook mechanische, chemische en immunologische oorzaken
Welke symptomen zien we bij ontstekingsreactie?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontstekingsreactie
  1. Rood
  2. Warm
  3. Zwelling
  4. Pijn
  5. Gestoorde functie 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatselijke ontstekingsvormen
Infiltraat
beginnend, rode, warme zwelling​, kan volledig verdwijnen ​
Abces met pus​
- dood weefsel​ met dode en levende bacteriën​
- dode witte bloedcellen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstekingsreactie
Eerst plaatselijk, daarna verspreiding. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgebreide ontstekingsverschijnselen
Uiteindelijk: ​

  • Lymfevatontsteking 

  • Bloedvergiftiging (sepsis) ​
bacteriën vermenigvuldigen in bloedbaan ​


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene ontstekingsverschijnselen
Als ons lichaam de ontsteking niet plaatselijk kan houden​, dan:

  • Gevoel van ziek zijn “malaise”​
  • Verminderde eetlust​
  • Koorts ​
  • Vermeerdering witte bloedlichaampjes (leukocytose)




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koorts
Koorts is geen ziekte, maar een afweermechanisme van het lichaam tegen binnendringende infecties.

  • Door de hogere temperatuur werken afweercellen sneller en efficiënter. 
  • Veel virussen en bacteriën kunnen minder goed overleven bij hogere temperaturen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur

Slide 22 - Tekstslide

De hypothalamus bevat het temperatuurregulerend centrum, dat je kunt vergelijken met de thermostaat van de centrale verwarming
Koud is kippevel, bibberen (spieractiviteit), blauwe lippen/witte handen (bloed gaat naar centraal)
Warm: zweten, rood aanlopen (vaten verwijden in de huid)
Waar is koorts meten het meest betrouwbaar?
A
Rectaal (via anus)
B
Oraal (via mond)
C
Onder de oksel
D
Via oor

Slide 23 - Quizvraag

Verschil schil en kern temperatuur.
Oor wel kerntemperatuur maar minder betrouwbaar. De gehoorgang moet bij deze methode schoon zijn en sensor van de oorthermometer moet tijdens de meting gericht zijn naar het trommelvlies.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica
  1. Alleen bacteriële infectie behandelen met antibiotica, geen virus. 
  2. Antibiotica remt of doodt de bacterie in de groeifase. 
  3. Daarna is de afweer van het lichaam in staat de infectie verder te bestrijden. 
  4. Veelvuldig gebruik kan leiden tot resistentie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren houd ons lichaam ziekteverwekkers tegen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verdedigingslinies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten afweer
  • Aangeboren (niet-specifieke) afweer
Werken meteen bij een aanval 
1e 2 verdedigingslinies

  • Verworven (specifieke) afweer
Langzamer, maar gerichter
Lymfocyten en geheugencellen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer
1e Huid en slijmvliezen, maagzuur
2e Witte bloedcellen
4e Specifieke afweer

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1e linie: Huid en slijmvliezen
Wat produceert de huid en het slijmvlies zodat ze bacteriën tegen kunnen houden?
  1. Talg
  2. Dode huidcellen
  3. Zweetklieren
  4. Goede bacteriën

Slide 30 - Tekstslide

1. Talg = vetachtige stof = waterafstotend = ziektekiemen blijven minder aan huid plakken
Talg bevat vetzuren die de huid licht zuur maken (pH rond 5), wat de groei van veel bacteriën remt.
2. Dode huidcellen raak je kwijt met ziektekiemen erbij
3. zweetklieren maken huid lichtzuur en kunnen bacteriën niet tegen
4. goede bacteriën verdringen ziektekiemen
Maar ook....
  • Speeksel en traanvocht
  • Urine
  • Zure afscheiding vagina

Slide 31 - Tekstslide

1. Speeksel en traanvocht bevatten bacterie dodende stof
2. Urine spoelt urinewegen schoon
3. Zure afscheiding dood bacterien
en ook...
  • Maagzuur
  • Slijmvlies en trilharen luchtwegen
  • Darmflora van goede bacterieen darmen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2e linie: Witte bloedcellen 
Ook wel leukocyten (verzamelnaam voor alle soorten witte bloedcellen)

Witte bloedcellen zijn de "soldaten" van het lichaam die infecties bestrijden.

  • Worden gevormd uit stamcellen in het beenmerg
  • Circuleren via bloed en lymfestelsel
  • Detecteren ziekteverwekkers en bewegen naar plaats van infectie


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2e linie: Lymfocyten en geheugencellen
Geheugencellen (lymfocyten) herkennen indringers en vallen sneller en effectiever aan 
Bijv. door eerder doorgemaakte ziekte of vaccinatie

  • B-cellen: onthouden welke antistoffen nodig zijn om virus of bacterie te bestrijden (bijv. waterpokken)
  • T-cellen: onthouden welke cellen in je lichaam besmet zijn geraakt. Ze herkennen en doden snel die besmette cellen als het virus terugkom (bijv. griepvirus)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op
Wat is het en wat doet het?
  1. Lymfestelsel
  2. De milt
  3. Zwezerik

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lymfestelsel
  • Lymfestelsel buizensysteem met kleurloze vloeistof
  • Neemt overtollige vocht en afvalstoffen in de weefsels op en geeft dit gezuiverd terug aan het bloed
  • Lymfeknopen bevatten veel afweercellen (lymfocyten)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De milt en zwezerik
  • De milt is een onderdeel van de bloedsomloop en zuivert het bloed van ziektekiemen

  • De zwezerik is een orgaan dat vanaf de geboorte afweercellen produceert en hebben een geheugenfunctie. Vooral actief vanaf geboorte tot puberteit

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies