elektrische energie klas 3 BK

Klas 3 kader hfd 9
Basis hfd 8
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas 3 kader hfd 9
Basis hfd 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Weten wat elektriciteitsverbruik is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kilowattuurmeter

Het elektriciteitsverbruik wordt
gemeten in kilowattuur (kWh).
1 kilowatt (kW) = 1000 Watt.

Elektriciteit in huis.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Je kan je waarschijnlijk wel voorstellen dat een fietslampje minder energie nodig heeft dan een boormachine. 
Het vermogen is de hoeveelheid energie die een apparaat elke seconde gebruikt.
Het vermogen staat vaak op de verpakking of het apparaat zelf. Je herkent dit aan het woordje Watt (of afgekort W). De lamp hiernaast heeft een vermogen van 5 Watt. 
Als het vermogen heel groot is, staat er kW. Dit is 1000 Watt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk apparaat heeft denk je het grootste vermogen?
A
een fietslamp
B
een boormachine
C
een tosti-ijzer
D
een telefoon

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betalen voor elektriciteit
Elektriciteit maken kost geld. Daarom moet je ook betalen voor het gebruiken van elektriciteit.

Vandaag gaan we kijken hoe wordt bepaald hoeveel je moet betalen voor elektriciteit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een oude kWh-meter met een draaiende schijf
Een nieuwe kWh-meter - deze slimme meter geeft vanzelf de meterstand door

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kWh-meter
In de meterkast thuis zitten alle belangrijke onderdelen van de elektrische installatie.
Een van deze onderdelen is de kWh-meter (kiloWatt-uur meter)
Deze meter meet hoeveel energie je gebruikt. 

Er zijn 2 soorten meters
  • Meter met een draaiende schijf. 1x per jaar moet je het getal wat hier op staat doorgeven aan het elektriciteitsbedrijf. Zij berekenen dan hoeveel elektriciteit je hebt gebruikt
  • Een slimme meter. Deze meter geeft automatisch aan het elektriciteitsbedrijf door hoeveel elektriciteit je hebt gebruikt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteitsverbruik meten
De kWh-meter telt altijd verder. Het begint niet elk jaar op 0. Daarom moet je het elektriciteitsverbruik berekenen.

Voorbeeld:
- aan het begin van het jaar staat de meter op 62 195  kWh
- aan het eind van het jaar staat de meter op 63 865 kWh

Het verbruik in dat jaar is dan 63 865 (stand eind)- 62 195 (stand begin) = 1670 kWh

Een kWh kost ongeveer €0,24. Dit jaar moet je dus: 1670 x 0,24 = € 400,80 betalen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van het jaar geeft de kWh-meter 2 862 kWh aan
Aan het einde van het jaar geeft de kWh-meter 4 684 kWh aan

Een kWh kost €0,24. Hoeveel moet je betalen? Schrijf ook de berekening op.

Slide 10 - Open vraag

4684-2862=1822 kWh
1822 x €0,24 = €437,28
vermogen = spanning x stroomsterkte
P = U x I

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p
p
p
u x I
u x I
u
I
P = u x i 
I = P
      u 
u = P
      i

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

berekenen 
  • gegevens: wat staat er in de vraag 
  • gevraagd? wat moet ik uitrekenen 
  • formule: welke formule moet ik gebruiken 
  • berekening: noteer de berekening 
  • antwoord, altijd een eenheid erachter
  • controleer 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule van vermogen is
A
vermogen = spanning / stroomsterkte
B
vermogen = spanning x stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid van Vermogen
A
Watt
B
Ampere
C
Volt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Watt?
A
Grootheid
B
Spanning
C
Stroomkracht
D
Vermogen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kWh (kilo watt uur) is een
A
Energie grootheid
B
Energie eenheid
C
Vermogen grootheid
D
Vermogen eenheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elektrische apparaten verbruiken...
A
Stroom
B
Spanning
C
Energie
D
Vermogen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de letter P?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

E is het symbool voor?
A
Energie
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stroomsterkte druk je uit in
A
Volt
B
Ampére
C
Ohm
D
Vermogen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies