Vmbo unit 2.5 persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden
2.5
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden
2.5

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.



It is a duck

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
(onderwerp)

I (ik)
You (jij)
He/She/It (hij/zij/het)
We (wij)
You (jullie)
They (zij)

Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)

Me (me)
You (jou)
Him/Her/It (hem/haar/het)
Us (ons)
You (jullie)
Them (hen)

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
Ze vindt me leuk.                                    Wij vinden hem niet leuk.
She likes me.                                           We don't like him.

Wat vinden jullie van hen?                      Vergeet haar niet.
What do you think of them?                   Don't forget her.

Slide 4 - Tekstslide

Peter vindt hen aardig
Peter likes ....
A
you
B
our
C
them
D
their

Slide 5 - Quizvraag

Het ziet er goed uit.
.... looks good.
A
I
B
its
C
us
D
it

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Nina vindt hem leuk.
Nina likes ...
A
me
B
I
C
him
D
he

Slide 8 - Quizvraag

Schuif de voorbeelden naar de juiste kolom
Persoonlijk
Bezittelijk
he
my
our
their
we
they
Ours
him

Slide 9 - Sleepvraag

Work to do
Finish your homework! 2.5: 1-9

Difficult?:
Test jezelf 2.5
 Woordtrainer van 2.4/5
Quizlet
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide