Grammatica - Bijvoeglijke bepaling

Nederlands
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les:
Lesdoel: aan het eind van de les weet je wat een bijvoeglijke bepaling is. 

- Herhaling stappen zinsontleding
- Instructie bijvoeglijke bepaling
- Werken aan de weektaak 

Weektaak: M: Grammatica H4 zinsdelen - Bijvoeglijke bepaling 
M: opdr. 1 t/m 4 blz. 118 en 119 (hoofdstuk 4)

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen (stappenplan)
1. Zoek de persoonsvorm (pv) en onderstreep deze -> Gebruik de tijdsproef. 
2. Zet zinsdeelstrepen -> Gebruik de zinsdeelproef.
3. Benoem het onderwerp (o) -> Wie/wat + persoonsvorm?
4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg) -> Alle ww in de zin incl. pv.
5. Kijk of er een lijdend voorwerp (lv)  in de zin staat (lv) -> Wat/wie + wg + o?
6. Als er een lv in de zin staat, kijk je of er een meewerkend voorwerp (mv)  in de zin staat -> Aan wie/voor wie + wg + o + lv? 
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen (bwb) -> Geven antwoord op de vraag: waar? wanneer? waardoor? hoe? etc. 

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
1. Zoek de persoonsvorm (pv) en onderstreep deze -> Gebruik de tijdsproef. 
2. Zet zinsdeelstrepen -> Gebruik de zinsdeelproef.
3. Benoem het onderwerp (o) -> Wie/wat + persoonsvorm?
4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg) -> Alle ww in de zin incl. pv.
5. Kijk of er een lijdend voorwerp (lv)  in de zin staat (lv) -> Wat/wie + wg + o?
6. Als er een lv in de zin staat, kijk je of er een meewerkend voorwerp (mv)  in de zin staat -> Aan wie/voor wie + wg + o + lv? 
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen (bwb) -> Geven antwoord op de vraag: waar? wanneer? waardoor? hoe? etc. 
8. Benoem binnen de zinsdelen de bijvoeglijke bepalingen (bvb). 

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
8. Benoem binnen de zinsdelen de bijvoeglijke bepalingen (bvb). 

Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel op zich -> het is een deel van een zinsdeel.  Het geeft extra informatie bij een zelfstandig naamwoord  (lijkt hier en daar op een bn). 
Stap 1: bekijk wat  het kernwoord is (zn) in het zinsdeel
Stap 2: wordt  er extra informatie geven over het kernwoord? = bijvoeglijke bepaling (bvb)

Voorbeeld:
De oude kat  | is | verdwaalt | in het grote bos |  


Slide 5 - Tekstslide

Sleep het znw en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
znw

bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
rode,
mooie
jurk.

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan  
ik
goed
opschieten. 

Slide 7 - Sleepvraag

Schrijf de bijvoeglijke bepalingen in de zin op: 'De nieuwe auto rijdt goed op een glad wegdek.'

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de bijvoeglijke bepalingen in de zin op: 'Wil jij ook graag de allernieuwste smartphone?'

Slide 9 - Open vraag

Behandeld in de les
Lesdoel: aan het eind van de les weet je wat een bijvoeglijke bepaling is. 

- Werken aan de weektaak 


Weektaak: M: Grammatica H4 zinsdelen - Bijvoeglijke bepaling 
M: opdr. 1 t/m 4 blz. 118 en 119 (hoofdstuk 4)

Slide 10 - Tekstslide